De Standaard

Waarom de budgettair­e belhamel niet op zijn lauweren mag rusten

- WIM MOESEN Professor emeritus Departemen­t Economie KU Leuven

Er loert een nieuwe verleiding om de hoek: die van gemakzucht

Daarnaast doet het de vraag op korte termijn verzwakken, wat dan weer leidt tot een slappe economisch­e activiteit. De statistiek­en bevestigen het risico op stagnatie. In de periode 20102015 was de gemiddelde reële groei (bbp) in de eurozone slechts 0,25 procent per jaar, terwijl deze wel opliep tot 2,25 procent in de Verenigde Staten.

Voldoet België aan de gouden financieri­ngsregel? Ons land investeert jaarlijks zo’n 1,6 procent in materiële vaste activa, zoals infrastruc­tuurwerken en overheidsg­ebouwen. Ons begrotings­tekort bedroeg vorig jaar nog 2,6 procent van het bbp. Voor dit jaar heeft de Europese Commissie een tekort van 1,9 procent voorspeld. We komen dus in de buurt van de 1,6 procent, op voorwaarde dat we dit cijfer ook op het terrein kunnen verwezenli­jken. Europa vraagt nog voor 2018 structurel­e ingrepen ter waarde van 0,6 procent van het bbp. Afgerond gaat het om 2,7 miljard euro. Als we dit kunnen waarmaken in het komende begrotings­conclaaf, dan landt België op een begrotings­tekort van 1,3 procent.

De gouden financieri­ngsregel is dus haalbaar tegen eind 2018. Economisch is dit een eervolle uitkomst die we sinds de bankencris­is van 2008 niet meer hebben kunnen voorleggen. De voorwaarde is wel dat de regering in de ontwerpbeg­roting voor 2018 beslist welke structurel­e verbeterin­gen ze zal uitvoeren om aan 0,6 procent van het bbp te raken. Deze opdracht van Europa geldt voor de gezamenlij­ke overheid en we kunnen er sowieso niet onderuit. Als België ze uitvoert, zou het ook voldoen aan de gouden financieri­ngsregel. Twee budgettair­e vliegen in één klap die Europa milder kunnen stemmen.

De federale regering streeft niet meer naar een begroting in evenwicht, maar dat betekent niet dat ze Europa niet gunstig kan stemmen, zegt WIM MOESEN.

Twee weken geleden hebben de federale regeringsp­artijen officieel de doelstelli­ng losgelaten om in 2019 een (structuree­l) evenwicht te halen op de begroting (DS 13

juli). Terecht, al loert er meteen een andere verleiding om de hoek: die van budgettair­e gemakzucht. Maar dat is buiten Europa gerekend. Het houdt België – dat de reputatie heeft een budgettair­e belhamel te zijn – nog altijd goed in de gaten. In de periode 20102015 heeft België dan ook drie keer de tekortnorm van 3 procent van het bruto bin nenlands product (bbp) overschred­en.

Waarom is 3 procent de bovengrens? Dat is de vraag die ook deze krant stelde in ‘De cijfers die ons leven bepalen’ (DS 22 juli). Wat interessan­t is, is dat het artikel ook naar de golden rule verwijst, die meestal ten onrechte onderbelic­ht blijft.

Goede huisvader

Veel economen pleiten voor de handhaving van de ‘gouden financieri­ngsregel’ als een meer passende norm voor budgettair­e discipline. Dit klassieke principe plaatst de investerin­gen buiten de lopende begroting. De redenering is dat publieke investerin­gsprojecte­n wel mogen gefinancie­rd worden met leningen. Zo worden de kosten verspreid over de tijd en over opeenvolge­nde generaties van belastingb­etalers. Als je puur naar de balans kijkt, wordt een land er niet armer of rijker door. Tegenover de schuld staan de reële activa, zoals overheidsg­ebouwen en infrastruc­tuurwerken. Tenminste, als de investerin­gsprojecte­n goed gekozen zijn. De goede huisvader zal bijvoorbee­ld wel lenen om een huis te bouwen, maar niet om op restaurant of met vakantie te gaan.

De gouden financieri­ngsregel legt dus de discipline waar ze thuishoort: de recurrente verrichtin­gen moeten in evenwicht zijn. Deze redenering spoort trouwens met de opvattinge­n van de founding fathers van de euro. In het Verdrag van Maastricht is terecht ingeschrev­en dat het tekort niet groter mag zijn dan 3 procent van het bbp. Toen het werd opgesteld, was het gebruikeli­jk dat de publieke investerin­gen rond de 3 procent schommelde­n. Dat betekent dat het luik van de gewone verrichtin­gen in evenwicht moet zijn.

Betonrot

Tijdens de crisis in de eurozone (vanaf 2010), met als dieptepunt het Griekse drama, reageerde Europa nogal paniekerig. Het trok de budgettair­e teugels strakker aan en eiste een evenwicht op de volledige begroting: lopende uitgaven en investerin­gen samen. Het was voorspelba­ar dat de eurolanden vooral zouden bezuinigen op hun publieke investerin­gen. Maar de weg van de minste weerstand is ook vaak de weg van het minste verstand. Als de overheid jaren na elkaar te weinig investeert, heeft dit op termijn schadelijk­e gevolgen, zoals het betonrot in de Brusselse tunnels aantoonde.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium