27 Globalisering
De televisie, de dekolonisatie en de invoer van arbeiders uit exotische landen: volgens GEERT BUELENS ging in de sixties de wereld van veel mensen open. Of was dat vooral doorheen een Amerikaanse bril? Mensen uit het zuiden worden nog niet altijd voor v
‘De echte jaren zestig begonnen niet met The Beatles, de minirok, de pil, Provo, de Summer of Love of Leuven Vlaams. De jaren zestig begonnen in 1960, toen zeventien landen in Afrika onafhankelijk werden en het kolonialisme bij het stinkend oud vuil werd gezet. Plots leek de wereld veel groter geworden. Die transformatie vormde een grote uitdaging. In zijn documentaire La rabbia (Woede, 1963) verwoordde de Italiaanse dichter en filmmaker Pier Paolo Pasolini het scherp: “Een nieuw probleem heeft zich aan de wereld opgedrongen: het heet kleur. De nieuwe dimensie van de wereld heet kleur. We moeten ons het idee van duizenden zwarte of bruine kinderen met zwarte ogen en krullenkopjes eigen maken; we moeten het eindeloze spektakel aanvaarden van echte levens die met een vlammende onschuld onze realiteit binnen willen komen.”
Pasolini’s ietwat paternalistische formulering – met klemtoon op krullenkopjes en onschuld – geeft aan dat zelfs het progressieve geweten van zijn tijd nog aan het idee moest wennen. Daarin was hij bepaald niet alleen. Dekolonisatie bleef opvallend vaak beperkt tot een vorm van rouwarbeid (betreuren wat er was verloren gegaan) of leedvermaak (zelfgenoegzaam vaststellen hoe moeilijk die zelfstandig geworden staten het hadden).
Getreur tref je vandaag niet meer aan, maar nog lang niet altijd worden mensen uit het zuidelijk halfrond voor vol aangezien. De mentale dekolonisatie is nog altijd bezig.
De wereld van de gemiddelde Vlaming werd in de jaren zestig ook groter door de instroom van arbeidsmigranten uit het zuiden. Die kwam er op uitdrukkelijke vraag van de werkgevers – dezelfde club die er vandaag maar niet in slaagt een deftige baan te bezorgen aan de nazaten van deze mensen die hier letterlijk het vuile werk kwamen opknappen.
Bovenal werd de wereld groter door de massamedia. De satellieten Telstar (1962) en Intelsat (1965) stuurden beelden de planeet rond en bijna altijd kwamen die uit Amerika. Mondialisering kwam in de praktijk bijna altijd neer op amerikanisering. Ook de economische variant die zich eind jaren zestig ontwikkelde door de snelle verspreiding van de multinational kwam daar vandaan.
Misschien moeten we toch eens nadenken over wie de echte tol van de globalisering zou horen te dragen. En betalen.’
Dit najaar verschijnt van Geert Buelens ‘De jaren zestig: een cultuurgeschiedenis (Ambo).
In deze aftelrubriek met veertig afleveringen wegen we elke dag een sixtieserfstuk op zijn actuele relevantie.
MORGEN: de film ‘Blow Up’. www.standaard.be/summeroflove