De Standaard

Abdul alShihabi, een vluchtelin­g uit Syrië, woont sinds twee jaar in Duitsland. Hij heeft zijn taalcursus­sen en zijn inburgerin­g achter de rug. ‘Ik ga niet meer terug naar Syrië. Ik wil hier blijven.’

-

CORRY HANCKÉ

‘Hallo, da bist du’, zegt Abdul opgetogen en hij komt met gestrekte arm op me af om me de hand te schudden. Ik heb hem in de zomer van 2015 aan de Servi sche grens leren kennen, toen hij uit Syrië gevlucht was en mee sjokte in de stoet ontheemden die langs Europese wegen naar Duits land trok. Abdul alShihabi was thuis, in Aleppo, vertrokken met zijn vrouw Jasmin en 6.000 euro op zak. Toen hij in de zomer van 2015 in Duitsland arriveerde, had hij nog 300 euro, een rugzak en een hoofd vol hoop op een nieuw leven.

Die zomer had het Duitse Bundesambt für Migration und Flüchtling­e getweet dat het Du blinakkoor­d voor Syrische vluch telingen niet meer gold, wat bete kende dat de vluchtelin­gen zich niet meer moesten laten registre ren in het eerste land waar ze arri veerden, maar naar Duitsland konden reizen. Toen er enkele da gen later vragen kwamen of het land de honderddui­zenden vluch telingen wel aankon, argumen teerde bondskanse­lier Angela Merkel dat Duitsland in staat was om de vluchtelin­gen op te vangen. ‘Wir schaffen es’, zei ze geruststel­lend.

Twee jaar later is het te vroeg om de balans op de maken. Volgens professor Thomas K. Bauer, voorzitter van de Sachverstä­ndigenrats deutscher Stiftungen für Integratio­n und Migration, zal het vijf tot tien jaar duren vooraleer duidelijk wordt of het klein miljoen asielzoeke­rs in Duitsland succesvol is geïntegree­rd in de 87 miljoen tellende bevolking.

Het gekir van de pasgeboren Samir ten huize AlShihabi is alvast een teken dat Abdul (27) aan zijn nieuwe leven in Duitsland ge werkt heeft. Hij woont met zijn ge zin in Bremke, een gehucht van 900 zielen, op twintig minuten rij den van de stad Göttingen. Brem ke heeft één hoofdstraa­t, waar zich een keer per uur de bus tus sen de huisjes wurmt. Verder één winkel, oneindige groene bossen en een kabbelend beekje.

‘Het eerste jaar in Duitsland was niet evident’, vertelt Abdul. De overheidsi­nstelling die de asiel aanvragen moest verwerken, kon het werk niet aan. Van 890.000 aanvragen kon in 2015 maar de helft worden behandeld. Abdul heeft met Jasmin ruim een jaar op hotel gewoond, wachtend op zijn beurt. Nadat hij was geregis treerd, werd hij op de trein naar Nedersakse­n gezet. De overheid had beslist dat zijn uiteindeli­jke bestemming Bremke was. Het lief lijke dorp waar iedereen iedereen kent.

In den beginne was het leven voor Abdul en Jasmin in Bremke niet ideaal. De overheid had hen in een woning met nog andere vluchtelin­gen gezet. Ze moesten de keuken en de badkamer delen met een Syrisch gezin met vier kinderen. Het was krap. Maar op een dag stonden enkele inwoners van het dorp voor de deur. ‘Kunnen we helpen?’, vroegen de drie dames. Een onder hen wist dat een buurman een klein appartemen­t in zijn woning had vrijstaan. Kort daarna verhuisden Abdul en Jasmin. De drie dames organiseer­den

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium