Noord-Korea bedreigt VS met ‘grootst mogelijke leed’
De VNVeiligheidsraad heeft de sancties voor NoordKorea verscherpt. Toch blijft de vraag of ze Pyongyang echt pijn zullen doen.
Pyongyang heeft de Verenigde Staten gewaarschuwd voor het ‘grootste leed’ dat het land ooit zou hebben ervaren. Dat zei de ambassadeur van NoordKorea Han Taesong, naar aanleiding van de nieuwe sancties die de VNVeiligheidsraad NoordKorea oplegde.
De sancties houden onder andere een verbod in op de import van aardgas, maar het bevat geen verbod op de import van olie of een bevriezing van buitenlandse tegoeden van de NoordKoreaanse leider Kim Jongun. De regeringTrump had een veel strengere aanpak voorgesteld, maar Rusland en China waren tegen. China is bang voor de gevolgen van een instabiel buurland. Dat hadden de VS graag gewild.
De import van ruwe olie wordt wel vastgezet op het niveau van de laatste twaalf maanden, en de import van bewerkte olie op twee miljoen vaten per jaar. Ook betekenen de sancties een verbod op de export van textiel, NoordKorea’s op een na grootste exportproduct. Verder verbieden de sancties andere landen het geven van werkvergunningen aan NoordKoreaanse arbeiders.
De laatste maatregelen werden door ambassadeur Taesong scherp veroordeeld. De sancties zouden ‘illegaal’ en ‘onwettig’ zijn. Ook zei Taesong dat NoordKorea klaar is om ‘ultieme middelen’ in te zetten. Hij specificeerde niet wat hij hiermee bedoelde. Kim Jongun had voorafgaand aan de stemming al gewaarschuwd dat de ‘Amerikaanse gangsters’ een ‘gepaste prijs’ zouden betalen voor het propageren van nieuwe sancties. Economische oorlog
Ook de VS reageerden op de sancties. De Amerikaanse minister van Financiën, Steve Mnuchin, benadrukte dat de VS door zullen gaan met de maatregelen, totdat NoordKorea stopt met zijn kernprogramma. ‘Economische oorlogsvoering’, zoals de minister het omschreef, zou Pyongyang uiteindelijk aan de onderhandelingstafel kunnen dwingen.
Tegelijkertijd waarschuwde Mnuchin Peking dat het zich moet houden aan de afgesproken VNsancties. China is de belangrijkste handelspartner en bondgenoot van NoordKorea. Economische druk vanuit China is daarom cruciaal om het regime in Pyongyang te laten luisteren.
De Amerikaanse vertegenwoordiger binnen de ontwapeningsconferentie, Robert Woods, zei dat de internationale gemeenschap aan Pyongyang had laten zien dat het land moet stoppen met zijn provocaties: ‘Ik hoop dat het regime de boodschap luid en duidelijk heeft gehoord en dat het een ander pad zal kiezen.’