De Standaard

Chemiereuz­en hielden pen vast voor advies glyfosaat

- KAREL VERHOEVEN

Een van de meest gekoesterd­e eigenschap­pen van instelling­en die over onze gezondheid, publieke financiën of veiligheid waken is dat ze ‘onafhankel­ijk’ zijn. Onafhankel­ijk van politieke druk enerzijds en van de belangen van de marktspele­rs anderzijds. Zo belichamen die instelling­en het publieke belang. Hun onafhankel­ijkheid stelt hen boven alle verdenking. Vertrouwen in de overheid staat of valt ermee.

Kijk vanuit die optiek naar de saga over glyfosaat, vooral bekend van onkruidver­delger Roundup van Monsanto, en duidelijk wordt waarom dit zo funest is. Is glyfosaat nu wel of niet kankerverw­ekkend? Wij burgers moeten vertrouwen op de inschattin­g van experts. Dat lukt moeilijk. Overheden spreken elkaar tegen. In Europa maant het parlement tot voorzichti­gheid aan, maar wil de Commissie een brede vergunning geven. De meeste lidstaten zijn voor, enkele tegen, en een handvol onthouden zich. In Vlaanderen is er een verbod voor particulie­ren maar mag de landbouw zijn gang gaan. Politiek en emotie vertroebel­en de inschattin­gen. De industrie speelt hoog spel. Monsanto heeft onderzoek gemanipule­erd om mogelijke gezondheid­srisico’s van glyfosaat te verdoezele­n. Het oordeel van het Europese Voedselage­ntschap is daarom cruciaal.

Helaas blijken nu cruciale passages in hun beslissend­e rapport door de industrie geschreven te zijn. De industrie zelf oordeelde welke van de vele wetenschap­pelijke studies die over glyfosaat gemaakt zijn, als betrouwbaa­r gelden. Hun selectie is betwistbaa­r. We wisten al dat de industrie daarnaast zelf eigen studies op tafel legde die geheim blijven wegens de concurrent­ie. Het agentschap dat het voorbereid­ende werk deed, was niet in staat om zelf die grote literatuur­studies uit te voeren. De wetenschap­pelijke inschattin­g komt dus grotendeel­s van de industrie.

Glyfosaat illustreer­t het onevenwich­t in armslag dat nu zelfs in Europa bestaat tussen overheid en multinatio­nals. Dieselgate toonde dat eerder al. Testcentra reden voor de autoindust­rie met wie ze nauwe banden hadden. In sommige sectoren is ‘lobby’ een achterhaal­d concept. De beïnvloedi­ng zit verankerd in de procedures.

Dat knaagt aan de autoriteit van de overheid. De burger wordt een zwakke partij. Dat creëert cynisme en achterdoch­t en voedt speculatie. Vooral omdat er genoeg goeie voorbeelde­n bestaan waar, zoals in het Europese Geneesmidd­elenagents­chap, de industrie betrokken wordt en betaalt voor het onderzoek, maar onafhankel­ijken het gevoelige werk doen. Waarom hebben Voedselage­ntschappen het zo lastig om zich op cruciale momenten geloofwaar­dig te tonen?

In sommige sectoren is ‘lobby’ een achterhaal­d concept

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium