Het afscheid van ruimtesonde Cassini leest als een roman. Ze offert zich op voor Titan, haar grote liefde, na een kus des doods. Vanmiddag weerklinkt na een ruimtemissie van twintig jaar: ‘loss of signal’.
Er zullen vandaag traantjes vloeien. Bijna twintig jaar lang hebben wetenschappers een trouwe kompaan gehad aan de ruimtesonde Cassini. En vandaag komt ze aan haar einde. Op dramatische wijze, brandend in de atmosfeer, na een dodelijke afscheidskus van haar grote liefde.
Die grote liefde is Titan, de grootste maan van de planeet Saturnus. Cassini mag dan wel gebouwd zijn om het hele stelsel van Saturnus te onderzoeken, het was vooral Titan die aandacht kreeg. En bezoek: want met Cassini was ook de kleine lander Huygens meegereisd, en die landde op 15 januari 2005 op het oppervlak van Titan.
Wat wetenschappers daar za gen, overtrof hun stoutste dromen. Rivieren, meren, zeeën, duinen, eilanden, regen: het was, en het is, er allemaal. Op de regen na klinkt het als een paradijselijk buitenverblijf voor de mensheid, maar maak u geen illusies. Het zijn geen stromen van water, wel van vloeibaar methaan en ethaan. Bovendien doet de atmosfeer van Titan denken aan smog boven een grootstad. Niet fijn voor ons, maar het is toch goed mogelijk dat er leven op Titan huist.
Dat is ook meteen de reden waarom Cassini moet sterven: wanneer haar brandstof opgebruikt is, zou ze niet meer te controleren zijn en zou ze kunnen neerstorten op Titan, of op een van de andere manen. Hoewel het maar een kleine sonde is – 6,7 meter hoog en 4 meter breed, terwijl Titan een doorsnede heeft van