‘How kom, bluuvd iere’
‘Je moet dat begrijpen, meneer. Zo’n echte WestVlaamse wroeter, dat is een ras apart. Elke werkgever wil dat.’ Medezaakvoerder Benjamin Vandorpe van het keukenbedrijf Lafosse uit het WestVlaam se Wevelgem kan erover meespreken. Hij zocht in 2015 vijf nieuwe arbeidskrachten. Twee jaar lang leverde dat niets op. ‘Uiteindelijk hebben we uit pure wanhoop 3.000 euro uitgeloofd per gouden tip die ons naar een nieuwe werknemer kon leiden’, zegt Vandorpe. ‘En dat was godzijdank wél een succes. Maar dat was een eenmalige stunt natuurlijk.’
Lafosse is niet alleen. Bijna alle WestVlaamse bedrijven hebben de grootste moeite om werkvolk te vinden, zeker nu de economie weer aantrekt. De werkloosheid ligt op 6 procent in WestVlaanderen, anderhalve procent lager dan in de rest van Vlaanderen (7,5 procent). Maar er zijn streken waar zowat iedereen werkt.
Duizenden jonge krachten vertrekken dan nog eens elk jaar naar Gent, Brussel of andere steden en keren nooit meer terug. Die uittocht moet stoppen, vinden Unizo en de VDAB, en daarom hebben ze in Kortrijk actie gevoerd om de WestVlaming in eigen provincie te houden.
‘In de grootsteden vinden jongeren jobs bij grotere bedrijven, zegt Kevin Defieuw van Unizo WestVlaanderen. ‘In WestVlaanderen hebben we vooral kleine, familiale kmo’s.’ In WestVlaanderen verdien je gemiddeld 3.075 euro bruto per maand, in Brussel liefst 900 euro bruto meer. ‘Maar hier blijven werken heeft ook tal van voordelen’ zegt Defieuw. ‘Weinig file, een baas die je goed kent, veel doorgroeimogelijkheden binnen zo’n klein bedrijf’, zegt Defieuw. ‘En omringd door allemaal WestVlamingen.’