KIES VOOR DE PSYCHOLOOG, NIET VOOR DE APOTHEKER
Dat we er niet in slagen jongeren zo snel mogelijk te helpen, is onbegrijpelijk
De nood aan psychische hulp is in onze samenleving erg groot. Veel mensen zijn eenzaam, hebben het gevoel alleen te staan, of niet te kunnen voldoen aan de hoge verwachtingen. Uit onderzoeken blijkt dat het taboe om hulp te zoeken nog dikwijls erg groot is. Het overmatige gebruik van antidepressiva – één op de tien Belgen neemt er – is daar niet vreemd aan. De Belg praat niet makkelijk, zeker niet over de dingen die niet goed gaan. En slikt dus liever een pilletje, in de hoop dat het daarmee wel zal overgaan. Als hij dan toch de stap zet om over zijn problemen te praten en actief hulp te zoeken, wordt hij geconfronteerd met een lange wachtlijst, zelfs als het om eerstelijnshulp gaat. Erger nog is dat we bij jongeren hetzelfde patroon zien. Ook zij grijpen steeds meer naar pillen. Vlaamse tieners tussen 12 en 17 jaar slikken bijna een miljoen dagdoseringen tegen depressie, ongeveer het dubbele in vergelijking met tien jaar geleden. En ook zij worden geconfronteerd met lange wachtlijsten, als ze door een huisarts of een Centrum voor Leerlingbegeleiding worden doorverwezen naar een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg.
Dat veel problemen in het volwassen leven hun oorsprong hebben in de jeugd, is al jaren genoegzaam bekend. Dat snel ingrijpen in de jonge jaren de beste preventie is, ook. Daarom is het onbegrijpelijk dat we er als samenleving niet in slagen die jongeren zo snel mogelijk te helpen. Bij een ernstig psychischpsychiatrisch probleem twee maanden wachten op een eerste gesprek, is schrijnend. Het zal jongeren ook niet motiveren om later, als ze volwassen zijn, voor gesprekstherapie te kiezen in plaats van voor medicijnen.
Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) heeft in het verleden al vaker gezegd dat ze praten belangrijker vindt dan pillen. Haar beslissing om tegen eind 2018 een gesprek bij de psycholoog terug te betalen, komt geen dag te vroeg. De enige vraag zal zijn of het voorziene budget niet veel te ontoereikend is.
Hopelijk zal het de wachtlijsten bij de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg wel verkleinen, omdat dan meer mensen op de privémarkt hulp kunnen zoeken. Maar het ontslaat minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) en de Vlaamse regering niet van hun verantwoordelijkheid: ze moeten het aanbod in Vlaanderen veel beter afstemmen op de noden.