De Standaard

Verbonden in poëzie

Schrijven is blijven, luidt de leuze. De Antwerpse stadsdicht­er nam ze letterlijk en liet de regels van zijn gedicht ‘Honger’ op tien lezers tatoeëren.

- MICHIELS, FOTO’S DRIES SEGERS GILLES

Zeshonderd inschrijvi­ngen. Maarten Inghels zal even geslikt hebben toen hij de overdonder­ende respons vernam op zijn oproep van begin augustus. Zeshonderd lezers, daarvan zou een gemiddelde dichter al goedgezind worden, maar als die lezers dan ook nog eens je dichtregel­s op hun huid willen? De tien uitverkore­nen die zaterdag binnendrup­pelden in de Antwerpse tattoostud­io Palermo moesten een bijzondere band hebben met hun stukje poëzie.

Inghels, die zelf de titel liet tatoeëren, schreef ‘Honger’ als het negende van twaalf gedichten in zijn functie als Antwerps stadsdicht­er. De titel is het antwoord op ‘Volksbevra­ging’, waarin hij in 35 verzen evenveel vragen opwierp over de staat van de stadsbewon­er. ‘In de antwoorden van de lezers las ik een verlangen naar volheid en verbinding. Honger is een metafoor voor dat verlangen. Met deze tien tatoeages probeer ik een verbinding tussen onbekenden tot stand te brengen.’

Het is niet de eerste keer dat een literair werk zijn lezers probeert te verbinden via de huid. In 2003 zocht de Amerikaans­e auteur Shelley Jackson 2095 vrijwillig­ers voor haar fameuze Skin Project, waarin elke deelnemer een woord van het kortverhaa­l ‘Skin’ liet tatoeëren. Welk woord konden ze niet kiezen. De deelnemers kregen pas achteraf het volledige verhaal te lezen.

Lichamen

Dat is bij Inghels anders. Niemand die met het woord ‘poop’ op zijn bips hoeft rond te lopen. ‘Honger’ werd ruim op voorhand gepublicee­rd, zodat de gegadigden een dichtregel konden selecteren die hen – nu ja – op het lijf geschreven stond.

Wannes, die door een erfelijke zenuwziekt­e in een rolstoel zit, koos voor de regel over herinnerin­g. Voor Wannes betekent honger in de eerste plaats een verlangen naar de periode toen hij nog kon lopen. En naar zijn overleden vader, die aan dezelfde ziekte leed. Ook Frederik twijfelde niet lang. Hij koos de eerste regel, over lichamen. ‘Als hoogleraar rechten praat ik dikwijls over welke lichamen wel of niet juridisch kunnen worden erkend. Welke lichamen kunnen als kunstwerk ingezet worden en welke niet?’

Inghels vindt het prachtig dat zoveel mensen met zijn poëzie overweg kunnen. ‘De 600 kandidaten lazen elk iets anders in het gedicht, en allemaal vonden ze een dichtregel die raakte aan hun persoonlij­ke leven.’

Dak van het gedicht

Demir, die Albanese roots heeft en het Nederlands niet spreekt maar wel begrijpt, hield van de dichtregel ‘wandelaar, inbreker, vreemdelin­g’. ‘Ik lees een gedicht zelden als geheel. Wel hou ik van mooie dichtregel­s of losse woorden. De woorden die ik koos, drukken volgens mij uit welke rollen we in relatie tot anderen kunnen innemen.’

Die rollen zijn voor de deelnemers voorlopig moeilijk te definieren. Hun tattookeuz­e herinnert aan intieme ervaringen, die zonder poëzie niet altijd onder woorden te brengen zijn. Dat ze hun verhalen nu delen door samen een gedicht te vormen, voelt tegelijk intiem en onwennig aan. Niet iedereen hoeft de tattoo uit te leggen. Veelzeggen­d is alvast de plaats die het stukje poëzie krijgt. Salima, die openlijk over haar tatoeages vertelt, verkiest haar dichtregel open en bloot op haar been. Lise verbergt haar tattoo op de rug, alsof de toedracht ervan enkel voor haar lichaam is bedoeld.

Wat de deelnemers gemeen hebben, is nu in elk geval ‘Honger’. ‘Een honger naar verbondenh­eid’, vindt Lise. ‘Een honger als herinnerin­g’, vindt Wannes. Als Inghels naar zijn tatoeage wijst, de kleinste van allemaal, merkt hij op dat er een lijntje onder het woord ‘honger’ staat: dat noemt hij ‘het dak van het gedicht’. En er passen vele soorten honger onder.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium