‘Top drie had erin kunnen zitten’
Greg Van Avermaet fileert zijn WK. Had er meer ingezeten voor de olympisch kampioen, of was de zesde plaats het hoogst haalbare?
Om weg te rijden op Salmon Hill zoals Plan A voorschreef, had Greg Van Avermaet niet de vereiste Riobenen. Voor Plan B, een sprint naar een zo dicht mogelijke ereplaats, verloor hij in de laatste bocht iets te veel posities. Resultaat: zesde en een vermoeid gevoel na een slopend seizoen.
Plan A: Aanvallen op Salmon Hill
‘In het begin van de wedstrijd had ik een loom gevoel in de benen. Bij de eerste tempoversnelling dacht ik: Wat is dat hier?! Maar in de laatste twee ronden voelde ik mij toch goed’, vertelt Van Avermaet.
Een uitgebreid peloton van zestig renners sneed op 11,5 km van de finish de laatste keer de Salmon Hill aan. Aan de voet zat Greg Van Avermaet in tiende positie. ‘De ploeg zette ons goed af. Het was dan aan Gilbert en mij om het af te maken, maar we waren op die klim net niet goed genoeg.’
‘Het plan was dat Gilbert en ik in een zo goed mogelijke groep boven zouden komen. Alaphilippe volgen lukte mij niet, maar dat konden er niet veel. Toen ik zag dat er achter mij een gat viel, besloot ik te versnellen’
‘Ik kwam boven op de top bij de eerste acht. Ik was niet super, maar toch veel beter dan vele anderen. Maar toen ik op de top omkeek, zag ik dat de groep toch twintig man telde. Sprinten maar.’
Plan B: Sprinten voor dichte ereplaats
In de laatste 9,4 km van de top van de Salmon Hill naar de meet probeerde Van Avermaet geen aanval te plaatsen. Hij liet zich meedrijven naar de dankzij de Ita lianen onvermijdelijke sprint. ‘De sprint was moeilijk voor mij. Het was geen sprint bergop, mijn specialiteit. Maar omdat de ploeg zo goed en hard had gewerkt, wilde ik er toch het maximale uithalen: een zo dicht mogelijke ereplaats.’
‘Ik wist dat ik bij het aansnijden van de laatste twee bochten in een zo goed mogelijke positie moest zitten. In de tweede bocht moest ik even inhouden, waardoor ik drie plaatsen verloor.’
Van Avermaet begon zo aan de sprint in achtste positie en eindigde als zesde. ‘Als ik vanuit een betere positie had aangezet, denk ik wel dat ik top drie kon rijden. Maar het is niet dat als ik vanuit derde positie had kunnen aanzet ten, ik Sagan en Kristoff nog had kunnen remonteren.’
Balans: ‘Dubbel gevoel’
‘Een dubbel gevoel. Ik denk niet dat er meer inzat. Ik had niet de grootste benen. Met superbenen had ik Alaphilippe misschien wel kunnen volgen. Maar stel dat ik dan nog zou zijn ingelopen in de slotkilometer, was ik veel meer ontgoocheld geweest dan nu.’
Na een slopend seizoen (77 koersdagen) lijkt de olympische kampioen op zijn tandvlees te zitten. ‘Welke koersen ik nog ga rijden? De Ronde van Lombardije of ParijsTours? Normaal rijd ik niks meer. Maar ik zal er nog eens over nadenken.’