Ach had ik maar!
Helft Vlamingen zou zijn leven anders aanpakken
Drie dagen met een mooie Griekse optrekken, en dan toch niet met haar de bus opstappen. Na 35 jaar je jeugdlief zien lopen, en niet de moed vinden om haar aan te spreken. Niet in het buitenland gestudeerd hebben. Niet voor dokter gestudeerd hebben. Niet op tijd weggelopen zijn van huis. Niet het eerste vliegtuig naar huis gepakt hebben toen je grootmoeder op sterven lag.
Vraag mensen waar ze spijt van hebben en de kans is groot dat het iets is wat ze níét gedaan hebben. Het is de fundamenteelste vorm van spijt die we kennen, de spijt over een keuze die lang achter ons ligt. ‘De nummer één van dingen die ons spijten, is de studiekeuze’, zegt Marcel Zeelenberg, economisch psycholoog aan de Universiteit van Tilburg. ‘Mensen hebben vaker spijt van de studie die ze niet afgemaakt hebben of de opleiding die ze niet begonnen zijn, dan van hun carrière of partnerkeuzes. Dat is niet onlogisch: je studiekeuze is het begin van je volwassen leven.’
In het licht van de dood krijgt spijt vaak een nog existentiëlere invulling. Bronnie Ware, een Australische palliatief verzorgster, vatte haar gesprekken met stervende mensen samen in het boek Als ik het leven
over mocht doen. Het vaakst betreurden haar patiënten dat ze niet de moed hadden gehad om het leven te leiden dat ze wilden. Ook opmerkelijk: van de mannen betreurde het merendeel op hun sterfbed dat ze te hard gewerkt hadden. Wacht niet tot je pensioen
Spijt is wat de koe schijt, gedane zaken nemen geen keer, berouw komt na de zonde: allemaal volkswijsheden die wijzen op de zinloosheid van spijt. Fout, zegt Zeelenberg. ‘Spijt is een nuttige emotie. Mensen leren van hun fouten. De vraag “zou ik heel veel spijt hebben als” speelt mee in keuzes. Spijt komt, anders dan berouw, niet alleen maar achteraf.’
Spijt kun je alleen hebben over iets waarvoor je je verantwoordelijk voelt. Mensen die in voorbestemming geloven, worstelen er minder mee dan aanhangers van de zelfbeschikking. ‘Het leuke aan spijt is dat ze je helpt om dingen in te halen’, zegt
‘Spijt is een nuttige emotie. Mensen leren van hun fouten. En het leuke aan spijt is dat ze je helpt om dingen in te halen’ MARCEL ZEELENBERG Economisch psycholoog universiteit Tilburg ‘Ik heb spijt dat ik niet naar die koffietafel ging. Sindsdien ga ik naar zo veel mogelijk begrafenissen, en blijf zitten tot de laatste man’
Zeelenberg. ‘Ik ben net een cursus Spaans begonnen. Ik ben 49, en ik ben daar zo ongeveer de jongste. Veel mensen beginnen na hun pensioen iets wat ze al eerder hadden willen doen.’
Vier kinderen
Sommige mensen zijn beter in opnieuw beginnen dan anderen. Zo mailt Gabrielle na een lezersoproep op de site dat ze in haar leven een paar keer stappen heeft gezet waarvoor haar omgeving haar waarschuwde dat ze er ‘zeker spijt van zou krijgen’ – omgeschoold tot IT’er na een paar jaar werken, een huis gekocht zonder een man te hebben, met de rugzak gaan trekken wanneer leeftijdsgenoten zich settelden. ‘Nooit één moment spijt gehad’, voegt ze eraan toe. ‘Tenzij van de man van mijn leven die ik heb laten gaan toen ik jong was. Maar ook daar heb ik intussen geen spijt meer van. Met hem had ik allicht al jong vier kinderen gekregen.’
Wat als je nooit het lef hebt gehad om je spijtige keuzes recht te zetten, of om verloren dromen in te halen? Hoe zit dat met al die glorieuze kunstenaarscarrières die nooit van de grond gekomen zijn? ‘Oudere mensen lopen een groter risico dan jongeren om te blijven hangen in hun spijt’, zegt Zeelenberg. ‘De kans is ook groter dat hun welbevinden eronder gaat lijden. Het kan helpen om jezelf eraan te herinneren dat een mens wel 1.500 beslissingen per dag neemt. En dan kun je je daarnaast weleens overgeven aan de plezierige melancholie die je kan voelen als je mijmert over alternatieve levens. Het is altijd prettiger om te denken dat je ook een goede voetballer had kunnen zijn, dan te moeten denken dat je geen enkel talent hebt.’
Bos bloemen
Een bij uitstek nuttige vorm van spijt is de sociale vorm van spijt, die nauw verwant is aan schuldgevoelens. Die spijt zet mensen aan tot hun excuses aanbieden. Maar hoe moet het voort als een bos bloemen de schade niet meer kan rechtzetten, bijvoorbeeld omdat de dood zich ertussen wringt? ‘Ik heb zo’n spijt dat ik niet liever ben geweest tegen mijn liefje, de avond voor hij stierf’, mailt Annelore. ‘Ik wist dat hij ziek
was, maar niet dat het zo erg was. Ik heb hem een koekje gegeven, hij kreeg het amper binnen en ik weet nog dat ik dacht: allez, zo’n beer van een vent, en zo’n klein
koekje. Het ergerde me, ik noemde hem een watje. Ik wou dat ik hem die hele nacht in mijn armen had gehouden, met alle liefde die een achttienjarige te geven heeft.’
Het is spijt die geen uitweg meer heeft, tenzij onrechtstreeks, voor de mensen die nadien je pad kruisen. ‘Tussen mij en mijn beste vriendin uit mijn studietijd is het nooit meer helemaal goed gekomen’, mailt Evelien. ‘Haar broer stierf, hij was al langer ziek. Ik was kind aan huis bij het gezin, logeerde er soms wekenlang om samen te studeren met mijn vriendin. Ik ben naar de begrafenis geweest, maar mijn toenmalig lief had geen zin om mee naar de koffietafel te gaan. We waren samen met de auto, en na veel bekvechten ben ik met hem meegegaan. Ik heb heel veel spijt dat ik dat nooit meer kan rechtzetten. Sindsdien ga ik naar zo veel mogelijk begrafenissen, zelfs van familieleden van verre kennissen. En als ze me vragen voor de koffietafel, blijf ik zitten tot de laatste man.’