De 5 werken voor Hein
Als de Champions Leaguenederlaag tegen Celtic één iets duidelijk gemaakt heeft, dan is het wel dat Anderlecht op dit moment één grote puinhoop is. Hein Vanhaezebrouck zal straks tijd en energie nodig hebben om van dit paarswit een vlot draaiende machine
1 De ploeg weer leren aanvallen
De spelers beseffen het zelf: eens Anderlecht de bal heeft, weet bijna niemand nog wat hij ermee moet aanvangen of hoe er een vloeiende aanval moet worden opgezet. Zeker de nieuwkomers van deze zomer trokken grote ogen. Zelden een team meegemaakt met zo weinig ideeen.
Bij René Weiler was het plan altijd om na een balrecuperatie het leer zo snel mogelijk voor de goal te krijgen. Hoe maakte eigenlijk weinig uit, als er maar niet te veel gebreid werd. Paarswit was overgeleverd aan lange ballen die eens goed vielen of een individuele actie van iemand als Hanni die eens goed uitdraaide, maar zeker Hanni kampt nu met een vormcrisis.
Frutos probeerde dat aan te passen door wel offensieve looplijnen en aanvalspatronen te introduceren en in te oefenen, maar stelde al snel vast zoiets niet in één twee drie in een elftal wordt geslepen. Vandaar ook dat hij tegen Celtic (verkeerdelijk) koos om 70 procent van de tijd niet de bal te hebben en er in aanloop naar die match ook minder tactisch werd getraind.
Hein Vanhaezebrouck moet Anderlecht simpelweg weer leren aanvallen. Driehoekjes vormen op het terrein, de oprukkende flanken bereiken met één lange bal in de hoeken, goeie voorzetten… Ook Hein zal hard moeten werken om van Anderlecht weer een vloeiend aanvallende ploeg te maken.
2 Evenwicht vinden in spelerskern
De spelers hebben nood aan duidelijkheid. Het hielp niet dat Frutos tot vlak voor de wedstrijd tegen Celtic bleef twijfelen of hij nu Hanni of Stanciu ging zetten, of hij zoals beloofd voor Sels in doel ging of toch voor Boeckx zou kiezen...
Alleen heeft Anderlecht een redelijk onevenwichtige kern met sommige posities die onderbezet zijn, zoals de linkerflank, en andere posities die goed of overbevolkt zijn met spelers van hetzelfde kaliber.
Dat zei Vanhaezebrouck al in een interview in juli, toen hij zijn visie gaf op Anderlecht. ‘Kums en Trebel moeten zorgen dat ze el kaar niet uit de ploeg houden. Want als de ene het slachtoffer wordt van de ander zal die ene toch eens vloeken.’
Bij Gent wou Vanhaezebrouck Trebel als opvolger van Kums, bij Anderlecht krijgt hij ze allebei samen en moet hij beslissen over het dilemma of ze wel samen kunnen spelen. Moeilijk. Net zoals de keuze in doel: Boeckx is sterk en populair bij de fans, maar Hein kent Sels van bij Gent en die kan beter dan Boeckx de lange ballen geven naar de hoeken, waar Hein vaak op hamert.
Daarnaast is de coach ook gek van goed meevoetballende flankspelers, maar wie gaat dat bij Anderlecht doen als Najar geblesseerd blijft? Obradovic misschien op links, maar Appiah of Chipciu op rechts zijn grote vraagtekens.
3 Zoek een leider op en naast het veld
Hein Vanhaezebrouck zal een verlengstuk van de coach nodig hebben op het terrein. In principe zal dat Sven Kums zijn. Hij moet de draaischijf worden zoals hij dat was bij AA Gent. Kums kan de visie van de coach in de praktijk omzetten, maar dan moet ook de Dilbekenaar zich fysiek en mentaal honderd procent goed in zijn vel voelen en dat is bij Anderlecht nog niet het geval.
Terwijl Kums de leider kan zijn op het veld, zal Kara dat in de kleedkamer moeten zijn, want behalve de Senegalees zitten daar weinig autoritaire types die het vuur in de ploeg eens kunnen oppoken. Weiler creëerde een kudde brave schapen die hem altijd volgde. Wervelwind Vanhaezebrouck kan wel wat verbaal weerwerk verdragen om tot een stimulerende dynamiek te komen. Oké, Hein coacht sinds kort positiever en valt zijn spelers minder aan, maar het mag er wat feller toegaan in de paarswitte vestiaire.
4 Maak de ploeg explosiever
Onder René Weiler was Anderlecht op fysiek vlak een machine geworden. De spelers verloren kilo’s en konden vorig seizoen blijven lopen, met mara thonmannen als Dendoncker en Chipciu als grote voortrekkers. Na de titel zijn sommigen evenwel op hun lauweren gaan rusten, waardoor ze nu minder hun stempel kunnen drukken op de wedstrijden. Hun basis voor een groot loopvermogen is er nog wel, maar Nicolas Frutos stelde vast dat het veel spelers ontbreekt aan explosiviteit. De Brusselaars voetballen in een tempo dat veel te weinig varieert. Jongens als Hanni of Bruno hebben wel een goeie dribbel in hun voeten, maar schieten vaak niet snel genoeg meer uit de startblokken om hun tegenstander te verrassen. Henry Onyekuru heeft dat gelukkig wel nog, maar die arriveerde natuurlijk pas afgelopen zomer. Terwijl Weiler altijd trainde aan een hoge intensiteit, zal Vanhaezebrouck – met de hulp van een echte fysiektrainer – meer intervaltraining nodig hebben.
5 Stel een goeie technische staf samen
Toen Vanhaezebrouck ander half jaar geleden al in beeld was bij Anderlecht werd Karim Belhocine geciteerd als potentiële assistentcoach. Als speler had Belhochine Vanhaezebrouck nog geholpen om orde op zaken te stellen in de kleedkamer van Gent en nu zit de FranseAlgerijn op een dood spoor bij Kortrijk als technisch directeur die amper contact heeft met trainer Anastasiou. Een andere naam die opduikt is Yves Vanderhaeghe.
Hein zal sowieso een nieuwe technische staf samenstellen, want het ziet er niet naar uit de Weilers assistenten Thomas Binggeli en David Sesa aan boord zullen (mogen) blijven. Zelfs Nicolas Frutos leeft opeens in onzekerheid. Alleen keeperstrainer Max de Jong lijkt een heuse overlever.
De toekomstige staf heeft vooral op het terrein veel werk, want ernaast loopt het samenleven goed. Weiler gaf zijn jongens behoorlijk wat vrijheid – geen vast uur om te ontbijten, bijvoorbeeld – en iedereen ging daar goed mee om. Dat hoeft niet per se te veranderen.