Wanneer lunch ik met een Belg?
Nederlanders kunnen maar niet begrijpen waarom er op een Belgische vergadering niets beslist wordt. De Nederlandse Kamer van Koophandel doet een poging om de Belgische ondernemerscultuur uit te leggen.
BRECHT I Vlamingen en Nederlanders spreken dezelfde taal. Officieel dan toch. Maar zakendoen tussen België en Nederland is een vat vol potentiële misverstanden, weet de Nederlandse Kamer van Koophandel voor België en Luxemburg (NVKV).
Om de kloof te dichten organiseert de NVKV regelmatig, en petit comité, bijeenkomsten met Belgische en Nederlandse zakenlui die elkaars bedrijfscultuur beter willen leren kennen. Dat is nodig, weet NVKVdirecteur Tom Vansteenkiste, zelf een Belg. ‘Er zijn succesverhalen van Nederlandse managers in Belgische bedrijven, zoals Duco Sickinghe bij Telenet, en vice versa: denk aan JeanFrançois van Boxmeer bij Heineken. Maar evengoed gaat het soms mis. Denk maar aan de mislukte fusieonderhandelingen tussen Bpost en PostNL.’
Om de Nederlanders een en ander diets te maken put Vansteenkiste uit ervaringen uit het bedrijfsleven, maar ook uit onderzoek van de Nederlandse organisatiesocioloog Geert Hofstede, die internationale verschillen in bedrijfscultuur bestudeerde.
Wanneer vraag ik een Belg op de lunch?
Afgaand op het belang dat de lunchcultuur in Vansteenkistes presentatie inneemt, moet de zakenlunchopzijnBelgisch in Nederlandse ogen mythische pro porties hebben aangenomen. ‘Wanneer vraag ik een Belg het beste op de lunch?’, vraagt Rick Boeijen zich af. De Nederlander doet al jaren zaken met de Belgische bouwsector, maar het blijft een beetje gissen. ‘Op het moment in het proces waarop de samenwerking serieus wordt, of wanneer er een kink in de kabel zit’, adviseert Vansteenkiste. ‘En maak de uitnodiging een beetje casual: “Ik ben vanmiddag toevallig in de buurt, zin om samen een hapje te eten?”’
Belangrijk: een slaatje met een glas spuitwater telt niet en onder geen beding mag het heel de tijd over zaken gaan. Laat laptop en tablet zo veel mogelijk van de tafel. ‘Het contact is voor een Belg belangrijker dan het contract’, zegt Vansteenkiste.
Waarom heeft de baas zoveel te zeggen?
Als er iets is waar Nederlanders steeds van schrikken, dan is het de hiërarchie in veel Belgische bedrijven. ‘De Belgische baas mag wat meer’, vat Vansteenkiste het samen. In Nederland is hij veel meer coach. In België staat de chef vaak nog boven zijn medewerkers. Wat die medewerkers niet altijd even slecht uitkomt, want ondanks hun reputatie voor plantrekkerij vragen de Belgen veel vaker om het fiat van hun overste, om zeker te zijn én om zich in te kunnen dekken bij discussie.
‘Belgische bewindvoerders polderen niet, hun stijl brengt duidelijkheid, en dat spreekt sommige Nederlandse bedrijven wel aan’, meent Boeijen. ‘Maar ze moeten wel goede voelsprieten hebben om zeker te zijn van hun draagvlak.’ De Belgische topdownaanpak kan ook averechts werken en was volgens Vansteenkiste een van de redenen waarom de fusie tussen Fortis en ABN Amro op een debacle uitdraaide: de Nederlanders pikten het gewoon niet.
Waarom wordt er niets beslist op een vergadering?
Nergens wordt het cultuurverschil tussen België en Nederland zo duidelijk als tijdens een vergadering. ‘In Nederland wordt ver gaderd om te beslissen, in België om een beslissing aan te kondigen’, zegt Vansteenkiste. En dat is nog maar het topje van de ijsberg.
Onder de waterlijn kan er van alles misgaan. Stemverheffing is in Nederlandse vergaderingen geen issue, in België geldt het als een drama. De Belgische neiging om in elke onderhandeling marge te laten en in elke formulering ruimte te laten voor interpretatie, drijft de Nederlanders soms tot wanhoop – is een beslissing soms geen beslissing? ‘Pas ook op voor de onuitgesproken afwijzing bij de Belgen’, zegt Vansteenkiste. ‘Het is niet omdat de Belg je tijdens de vergadering niet heeft tegengesproken, dat hij het met je eens is. En “mja” is niet hetzelfde als een volmondig ja.’