Uit de bol op Beethoven
Symfonische orkesten mikken op jeugd
Het klassieke circuit breekt uit. Evenementen die kenners en nietkenners meenemen in een feestelijk bad van ernstige en lichte muziekjes: het lijkt het nieuwe streefdoel. Iedereen klassiek, zoals Klara en Concertgebouw Brugge dat graag omschrijven.
Ook de symfonische orkesten, traditioneel een bolwerk van hoogdrempeligheid, gooien de deuren open. Vaak verlaten ze daarvoor ook de concertzaal, met popupconcerten in de stad of optredens op weidefestivals voor de zappende meerwaardezoeker. Of ze steken een teen in de hippe waters van de elektronische muziek, in arrangementen met technobeats.
Een andere, jongere achterban bereiken, ligt ook aan de basis van twee nieuwe initiatieven, in Brussel en Antwerpen. Het Belgian National Orchestra begint met de reeks Classic clubbing, concerten in de Brusselse nachtclub Bloody Louis.
De ‘Yellow Lounges’ van Deutsche Grammophon gingen hen daarbij voor: relaxte avonden met verrassingsoptredens en klassieke platen op de draaitafel van de dj’s. Ook het Klarafestival scoorde al eerder met loungeconcerten. In de Mirano of de Fuse, waar onder meer de Amerikaanse violiste Hilary Hahn het beste van zichzelf gaf, zocht het festival een ander type van muziekbeleving op.
‘Wij pikken wel een primeur mee’, zegt intendant Hans Waege van het Nationaal Orkest. ‘Geen
solisten, maar een compleet symfonisch orkest dat in een nachtclub optreedt. Met Mozart en Schnittke op de affiche, maar ook met een zorgvuldige selectie elektronische muziek: Mason Bates’
The rise of exotic computing. We schuwen het niet om onze sterkte uit te spelen en daarbij de kwaliteitstoets streng te bewaken. Dat onze eigen chefdirigent de concerten leidt, is alvast een signaal. Maar we steken wel de hand uit. In een snel veranderende maatschappij moet je het publiek opzoeken waar het te vinden is, en daarvoor trekt het orkest de stad in.’
Onthaasting
Antwerp Symphony Orchestra blijft trouw aan de eigen locatie, maar zoekt voor de clubconcerten een andere, lossere inkleuring op. Intendant Joost Maegerman: ‘We willen ons nieuwe huis, de Elisabethzaal, openstellen voor ieder
‘Klassieke concerten moeten de etiquette loslaten en de draad weer opnemen met het sociale gebeuren, het totaalpakket van een uitgaansavond’ JOOST MAEGERMAN Intendant Antwerp Symphony Orchestra
een. In dit geval in de sfeer die past bij het publiek dat we voor ogen hebben: de totaalbeleving van een avondje uit.’
Voor de eerste ‘casual donderdag’ passeert de jonge pianiste Beatrice Rana en speelt Jasper Steverlinck special guest. Hij zal het publiek door de avond gidsen en ook eigen dromerige popmuziek brengen, al dan niet begeleid door het orkest. Achteraf is er nog een verlengstuk, een afterparty in het atrium van de Elisabethzaal.
Schort er iets aan de traditionele concertformule, dat een jong publiek ze links laat liggen en opteert voor het evenement? Maegerman denkt van wel. ‘De beleving van jongeren is gericht op een snelle flow van flitsende beelden en ervaringen. Anderhalf uur de sereniteit en concentratie van een klassiek concert opbrengen, staat ver van hun leefwereld. Toch kan je hen bereiken met onthaas ting en pure schoonheid. Wie voor het eerst kennismaakt met een orkest in volle getalsterkte, in ideale omstandigheden, ontdekt bovendien een akoestische livebeleving die kan tellen. Klassieke muziek is plots veel nabijer, ze krijgt tijdens een concert een stem en gezicht.’
Zaaletiquette
Antwerp Symphony Orchestra en Belgian National Orchestra willen allebei het traditionele concertpubliek blijven bedienen, maar daarnaast maatschappelijke relevantie opzoeken in een veelheid van andersoortige projecten. ‘Langzaam bouwen we verder aan een bijsturing van de geijkte formules’, zegt Hans Waege.
Joost Maegerman denkt dat de concertzaaletiquette, met haar heilige stiltes tussen de gespeelde delen of een publiek dat geen drankje in de zaal mag meenemen, langzaam afbrokkelt. ‘Zelf ben ik enthousiast als het publiek in applaus losbarst na het eerste deel van een orkestwerk van Tsjaikovski. Het betekent dat het meegesleept werd; de componist speelde daar trouwens op in. Klassieke concerten moeten de etiquette loslaten en de draad weer opnemen met het sociale gebeuren, het totaalpakket van een uitgaansavond.’
Of een clubavond een publiek ook kan bekeren tot trouwe abonnees? Hans Waege denkt van niet. ‘Mengen kan nooit onze bedoeling zijn. We zien zo’n clubavond als een concept: een eigen product, maar dan in een ander kleedje.’
Classic clubbing, met het Belgian National Orchestra & Simon Le Saint, 12/10 in Bloody Louis, Brussel.
Clubconcert, met het Antwerp Symphony Orchestra & Jasper Steverlinck, 12/10, Elisabethzaal, Antwerpen.