De generaals regeren de VS
‘Als ik “zes” zeg, en de president zegt “een half dozijn”, heet dat onenigheid’, klaagde defensieminister Mattis onlangs. De kloof is toch groter dan dat.
BRUSSEL I Barack Obama zou worden afgezet als president door een militaire coup. Daar waren rechtse Republikeinen in het begin van diens presidentschap rotsvast van overtuigd. Emails waarin zwart op wit bewezen werd dat ‘de militairen niets moeten hebben van Obama’ en een opstand beraamden, werden gretig rondgestuurd. Van een rebellie was uiteindelijk geen sprake. Obama had al bij al een normale relatie met de top brass.
Van muiterij tegen president Donald Trump is al evenmin sprake, al worden de VS volgens sommigen geregeerd door een ‘militaire junta’ met James Mattis op Defensie, H. R. McMaster als nationaal veiligheidsadviseur en John Kelly als kabinetschef van het Witte Huis. Wel spreken de topmilitairen de president steeds vaker en steeds openlijker tegen. Dat is uniek in de moderne Amerikaanse geschiedenis.
Jongste in de rij is minister van Defensie Mattis, die niet zo lang geleden nog met stelligheid verkondigde dat er tussen hem en Trump geen speld te krijgen was, wat de media ook beweerden. ‘Als ik “zes” zeg en de president zegt “een half dozijn”, wordt dat onenigheid genoemd’, klaagde hij.
Het establishment
Dinsdag, tijdens een hoorzitting in het Congres, werd duidelijk hoe groot de kloof tussen beiden is. Terwijl de president het nucleaire akkoord met Iran wil verscheuren, zei oudgeneraal Mattis dat het in het belang van de VS is het akkoord te respecteren. En terwijl Trump gesprekken met NoordKorea tijdverlies noemt, schaarde Mattis zich achter minister van Buitenlandse Zaken
Rex Tillerson, die een diplomatieke oplossing verkiest.
Het zijn trouwens niet alleen de oudgeneraals in de regering, ook actieve topmilitairen nemen niet langer een blad voor de mond (zie inzet).
Vanwaar die meningsverschillen tussen de hogere officieren en hun commanderinchief? Ze vertegenwoordigen grondig verschillende werelden, stelt Phillip Carter van het Center for a New American Security – hij is ook exmedewerker van Obama. Deze militairen zijn de ‘belichaming’ van Amerika’s veiligheidsestablishment, schrijft hij in een analyse op Vox.com. Ze hebben diploma’s van de beste scholen, werkten voor de meest prestigieuze denktanks en klommen naar de top van de militaire rangen. Ze zijn doordrongen van de visie op het buitenlands beleid die decennialang Amerika’s plaats in de wereld schraagde.
Nooit soldaat geweest
Trumps succes is gebaseerd op ‘America First’, op de bel in de oren van de armere families van gewone soldaten, van wie de kinderen in Afghanistan en Irak strijd vochten of er sneuvelden. Als adviseur van Hillary Clinton zag Carter deze kiezers in de ban van Trump geraken.
Het is volgens Carter ook een kwestie van persoonlijkheid. De president is nooit soldaat geweest; tijdens de oorlog in Vietnam heeft hij alle truken bovenge
‘De militairen zijn de belichaming van Amerika’s veiligheidsestablishment’ Mattis is het openlijk oneens met Trump over het Iranakkoord en over NoordKorea
haald om de dienstplicht te ontlopen. In tegenstelling tot zijn generaals.
Maar waarom voelen de militairen zich genoodzaakt om hun opinie publiek te maken? Luitenantgeneraal Vincent Stewart: ‘Vergeet nooit wie wij dienen: de burgers van de Verenigde Staten.’
Het ziet ernaar uit dat de generaals niet van plan zijn te zwijgen. En voorlopig halen ze de bovenhand. Over kwesties als de Navo, NoordKorea of Iran zijn Trumps ophefmakende beloften tot nu toe dode letter gebleven. Sommige experts die eerst niet zo gelukkig waren met de sterke aanwezigheid van oudmilitairen in de regering (al wilden ze geen grote woorden als ‘militaire junta’ gebruiken), halen nu opgelucht adem omdat er nog adults in the room zijn. Maar Trump is uiteindelijk de baas. Hij kan hen met een enkele tweet de laan uitsturen.