Rijkentaks daalt overal
Vermogensheffingen zijn in heel Europa op de terugweg. België roeit met zijn taks op effectenrekeningen tegen de stroom in.
BRUSSEL I Nederland voegde zich gisteren bij het rijtje landen dat het zijn vermogenden gemakkelijker wil maken. De vier partijen die de volgende regering zullen vormen, kwamen overeen om de vermogensrendementsheffing te hervormen. Volgens de NOS zou de middenklasse daardoor in de toekomst 200 miljoen euro minder belastingen betalen.
De hervorming in Nederland is een onrechtstreeks gevolg van de lage rente. Tot nu toe moesten de meeste Nederlanders een belasting van 30 procent betalen op een fictief rendement van 4 procent op hun vermogen. In de praktijk dus een vermogensheffing van 1,2 procent. Dat zorgde al jaren voor veel gemor, omdat een rendement van 4 procent nauwelijks haalbaar is. Dit jaar al kwam de regering tegemoet aan de bezwaren door het fictieve rendement aan te passen. De nieuwe regering zet nog een volgende stap door het heffingsvrije vermogen op te trekken van 25.000 naar 30.000 euro, en de tarieven te verlagen. Heffing op vastgoed
Nederland is niet het enige land dat de lasten voor vermogenden verlaagt. Eerder zette president Emmanuel Macron van
Frankrijk een gelijkaardige beweging in. De omstreden rijkentaks (impôt de solidarité sur la
fortune, ISF) wordt niet afgeschaft, maar wel sterk verminderd. De grenswaarde blijft 1,3 miljoen euro, maar Macron gaat spaargeld, aandelen en obligaties vrijstellen. Het wordt dus vooral een heffing op vastgoed. Op die manier wordt het nemen van economisch risico niet langer ontmoedigd. Daardoor zal de ISF 3,2 miljard minder opbrengen.
En dan is er nog Noorwegen. Daar was de vermogensbelasting, die er net als in Nederland al lang bestaat, een belangrijk element in de verkiezingscampagne tussen de conservatieven en de sociaaldemocraten. De conservatieve premier Erna Solberg beloofde een verlaging en op termijn zelfs een afschaffing, haar sociaaldemocratische uitdager Jonas Gahr Støre wilde juist een verhoging. Solberg won de stembusslag. Minister van Financiën Siv Jensen zei vorige maand in de Wall Street
Journal dat de vermogensbelasting rijke Noorse ondernemers een concurrentienadeel geeft. Het plan om de belasting te verlagen, wordt uitgevoerd, zei Jensen, maar met hoeveel moet nog beslist worden. Nu betalen Noren met meer dan 160.000 euro een tarief van 0,85 procent.
In het vierde Europese land met een vermogensbelasting,
Spanje, is de afschaffing een kwestie van tijd. De vermogensheffing werd eigenlijk in 2007 al afgevoerd, maar de uitvoering van die beslissing werd opgeschort toen de crisis uitbrak. Sindsdien wordt jaar na jaar beslist of de heffing langer blijft bestaan. Het zag ernaar uit dat 2016 het laatste jaar zou worden, maar de nieuwe regering heeft beslist dat de heffing ook dit jaar nog van kracht blijft. De opbrengsten zijn nodig om Europa gunstig te stemmen over de vermindering van het begrotingstekort. Wie meer dan een miljoen euro bezit, betaalt een tarief dat progressief opklimt van 0,2 procent naar 2,5 procent. De belasting bracht in 2014 zo’n 937 miljoen euro op.
Professor fiscaal recht Michel Maus (VUB) denkt dat de afnemende populariteit van de vermogensheffing een gevolg is van de ontwikkelingen die zich op het vlak van de vennootschapsbelasting afspelen. Onder meer Europa stelt paal en perk aan fiscale constructies door multinationals, zoals gisteren nog bleek toen Europees commissaris Margrethe Vestager de webwinkel Amazon aanpakte. Tegelijk laten landen hun tarief voor de vennootschapsbelasting zakken om toch aantrekkelijk te blijven voor bedrijven.
‘In de slipstream daarvan speelt zich een strijd af om de vermogende ondernemers’, zegt Maus. ‘Landen willen voorkomen dat gezichtsbepalende ondernemers, zoals in Frankrijk Bernard Arnault, het land om fiscale redenen verlaten. De bestaande heffingen worden teruggeschroefd in de hoop rijke particulieren terug te halen. Er wordt nu gezocht naar een omslagpunt, waarbij rijkdom wel belast wordt, maar niet in die mate dat men de grens over trekt.’
De invoering van de taks op effectenrekeningen door de Belgische overheid noemt Maus in dat opzicht onverstandig. Beter zou het zijn om de reële inkomsten te belasten, ongeacht hoe ze verkregen zijn, zegt Maus. Landen zijn ook steeds meer bezorgd om hun fiscale imago, werpt hij op. ‘Je wilt geen verkeerd signaal uitsturen dat psychologisch doorweegt. Daarom is die effectentaks geen verstandige zet.’
‘Bestaande heffingen worden teruggeschroefd in de hoop rijke particulieren terug te halen’ MICHEL MAUS Professor fiscaal recht