Hongarije start haatcampagne
Propaganda van regeringOrban tegen vluchtelingen, met antisemitisch parfum
Had u al van het Sorosplan gehoord om Europese grenzen te verzwakken en vluchtelingen binnen te brengen? De tendentieuze propaganda van de Hongaarse overheid leidt tot haat en geweld.
BRUSSEL I Je ziet hem in de metro, je ziet hem in de winkelstraten van Boedapest: George Soros, de HongaarsAmerikaanse (en joodse) miljardair die wereldwijd liberale ngo’s ondersteunt. Zijn glimlach is enigszins luguber, de tekst onder de foto zegt: ‘Geef Soros niet de laatste lach.’ Lydia Gall, medewerker van Human Rights Watch, zag al antisemitische scheldwoorden op de posters staan, zoals ‘stinkende jood’ of ‘vuile rat’. ‘Brusselse machine’
De posters zijn deel van de nieuwe overheidscampagne om de bevolking te laten ‘praten’ over het Sorosplan. Elke volwassen Hongaar kreeg een folder in de bus met een aantal ‘voorstellen’ die Soros en de Europese Unie zogezegd samen hebben uitgedacht over migratie. De Hongaren kunnen aangeven of ze wel of niet akkoord gaan.
Maar hoe echt is dat ‘Sorosplan’? ‘Het bestaat niet’, zei de Hongaarse EUcommissaris Tibor Navracsics. De uitspraken over het plan zijn tendentieus, overdreven of ronduit verzonnen. Initiatieven van de Europese Commissie en het Europees Parlement (dat spreekt in naam van haar kiezers, en niet van Soros) werden vermengd met verdraaide uitspraken van Soros. Zo beweert de Hon gaarse regering dat Soros de EU ‘jaarlijks minstens een miljoen migranten wil laten opnemen’. In werkelijkheid plant de EU de opname van 50.000 migranten in twee jaar tijd.
Soros zou ook tegen de Hongaarse grensmuur zijn. Terwijl de filantroop in een opiniestuk juist schreef dat ‘de EU de controle over haar grenzen moet herwinnen’. Zo zijn er nog meer uitspraken die de regeringOrban Soros ten onrechte in de mond legt: hij zou lichtere straffen voor criminele vluchtelingen willen en hij is zogezegd tegen ‘nationale taal en cultuur.’ Nazitijd
Er hangt een parfum van antisemitisme rond het ‘debat’. Volgens de HongaarsJoodse organisatie Mazsihisz doet de beeldtaal denken aan de nazitijd. Het idee van de geniepige jood die achter de schermen het internationaal beleid controleert, typeerde het nazisme. Mazsihisz vroeg een einde aan de campagne, maar tevergeefs.
Woordvoerders van de regering gaan niet in op de vraag van De Stan
daard naar antisemitisme. ‘De Brusselse machine voert het plan van Soros uit’, verdedigt de woordvoerder van de Hongaarse regering zich via email. ‘Met deze consultatie kunnen de Hongaren Brussel een boodschap sturen. Wij zijn geen natie van idioten.’
Benedek Javor, Hongaars Europarlementslid voor de Groene Partij, is strenger. ‘Dit is de zoveelste campagne gebaseerd op haat en samenzweringstheorieën’, zucht hij. ‘Twee keer per jaar doet de overheid een dergelijke campagne en ze geeft er meer geld aan uit dan alle partijen bij elkaar. Je kunt de boodschap gewoon niet ontwijken.’
Het resultaat is volgens Javor dat de Hongaarse maatschappij helemaal ‘hysterisch’ is (zie ook infogra
fiek). ‘Ze kennen geen vluchtelingen en zijn dus bang voor het onbekende. In plaats van de zorgen weg te nemen, bespeelt de overheid die angst. Orban maakt mensen wijs dat de migranten hen kwaad willen doen en zegt dat zijn hek op de grens de migratiestroom stopte. Hongaren weten nauwelijks af van het akkoord tussen Turkije en de EU’.
Javor ziet dagelijks ook xenofobe Russische propaganda in de Hongaarse media. ‘De Russen willen de EU intern verzwakken en de regering laat zich daarvoor gebruiken. Er is nu een psychologisch klimaat waarin geweld heel dichtbij is.’ Ruzie en geweld in Öcsény
Dat ondervond ook Zoltan Fenyesi uit het dorpje Öcsény. Hij wou erkende asielzoekers (vooral jongeren) laten logeren in zijn hotel. De weerzin was groot. Op een bijeenkomst riepen mensen dat de ‘moslims geen eer hebben’, en dat ze niet welkom waren. ‘Waarschijnlijk werd de hoteluitbater betaald door George Soros om ons te provoceren’, zei een dorpeling. De burgemeester nam ontslag. De banden van Fenyesi’s auto werden kapotgeprikt en hij kreeg doodsbedreigingen. Orban vond het juist ‘goed dat de mensen hun zorgen hebben uitgesproken’. De beelden uit Öcsény en de reactie van Orban hebben veel Hongaren geschokt. Maar de afkeer voor vreemdelingen, die blijft.