Sinds gisteravond is het zeker: voor de tweede keer op rij mist ‘voetbalgrootheid’ Nederland een groot tornooi. Voetbalanalisten buitelen over elkaar om de teloorgang van Oranje te duiden. Waarom nemen ze geen genoegen met de simpele vaststelling dat ze o
Niet dat er één weldenkende Nederlander rekening mee had gehouden, maar het mirakel is er dus niet gekomen: Nederland heeft Zweden niet kunnen verslaan met 70. Gewonnen werd er wel, maar de 20 (twee keer Arjen Robben) volstond bijlange niet om barragematchen af te dwingen.
Het is nu dus ‘mathematisch’ zeker dat Oranje volgend jaar niet deelneemt aan het WK voetbal. Omdat ook het EK in Frankrijk twee jaar geleden te hoog was gegrepen, zijn onze noorderburen begonnen aan een diepgravend en eindeloos uitwaaierend zelfonderzoek over die ene vraag: hoe is het in godsnaam zover kunnen komen? Met de simpele vaststelling dat ze op dit moment met een minder begaafde generatie voetballers zitten – en dat dit de besten kan overkomen – nemen ze in Nederland nu eenmaal geen genoegen.
Sjoerd Mossou, voetbalcolumnist bij het Algemeen Dagblad, is een van de meest lucide analisten van het complexe Nederlandse voetbalhuis. Hij erkent dat de huidige malaise grotendeels is terug te voeren tot een gebrek aan talent. ‘Dat we het daar zo moeilijk mee hebben, komt omdat het voor ons een nieuw fenomeen is.’
Sinds de jaren 70 heeft Oranje inderdaad bijna permanent meegespeeld op het hoogste internationale voetbaltoneel. Een kleine greep uit het indrukwekkende palmares: verliezend WKfinalist in 1974 en 1978, Europees kampioen in 1988, halve finale op het WK 1998 en het EK 2000. In 2010 opnieuw verliezend WKfinalist. Zelfs drie jaar geleden slaagde Louis van Gaal er nog in Oranje tot de halve finale te laten doordringen, al was het spel toen al erg matig en allesbehalve Hollands dominant.
‘Eigenlijk kenden we alleen tussen een 1980 en 1986 een dieptepunt’, zegt Mossou. ‘Maar dat was niet te vergelijken met de huidige situatie. Ruud Gullit, Frank Rijkaard en Marco van Basten staken toen de neus al aan het venster. Iedereen zag dat zij uitzonderlijke talenten waren en dat er hoop was voor de toekomst. Vandaag is er geen reden tot optimisme. Niemand verwacht snel beterschap. De schaarse jonge talenten zitten vooral in het verdedigende compartiment. Daarmee bouw je geen creatieve ploeg.’
Dat is ook de analyse van Bart Hinke, die voor NRC Handelsblad het Nederlandse elftal volgt. ‘In de verste verte zijn er geen waardige opvolgers te bespeuren voor Arjen Robben en zijn tijdgenoten. Dat is het deprimerende aan de stand van dit voetballand. Weinig wijst op spoedig herstel.’
Waaraan ligt dat? Mossou spreekt van een ‘cocktail van tekorten’. De jeugdopleiding, het gebrek aan leiderschap en eenduidige visie, een vleugje pech, ongunstige maatschappelijke ontwikkelingen, steeds sterkere concurrentie, de financiële en sportieve teloorgang van de Eredivisie, het volkomen verdeelde Nederlandse voetballandschap, te veel kunstgrasvelden, gebrekkige mentale weerbaarheid. ‘Er zijn zoveel hele en halve problemen dat een conclusie haast niet meer te concretiseren is.’
Maar heeft het ook niet te maken met Hollandse voetbalarrogantie? Er gaat geen discussie voorbij of de term ‘Hollandse school’ valt. Heeft Nederland het moderne totaalvoetbal niet uitgevonden?
‘We zijn inderdaad te lang blijven