Zo goed leven en toch zo gefrustreerd
Catalonië is altijd al een dwarsligger geweest, maar de afstand tussen Madrid en Barcelona leek zelden zo onoverbrugbaar. Hoe is het zover gekomen?
Meer dan 1.000 journalisten hadden een accreditatie aangevraagd voor de zitting van het Catalaans parlement gisteren, waarin de Catalaanse ministerpresident Carles Puigdemont de onafhankelijkheid van zijn regio uitriep – een onafhankelijkheid die hij direct daarna opschortte. Catalonië is altijd een dwarsligger geweest in de geschiedenis van Spanje, maar het is zeer lang gele den dat de afstand tussen Madrid en Barcelona zo onoverbrugbaar leek. Nog maar veertig jaar nadat Spanje in een nieuwe grondwet de principes van het land heeft vastgelegd, worden die fundamenten door de Catalaanse separatisten in vraag gesteld. Hoe is het zover kunnen komen?
Institutionele janboel
De grondwet vertrekt vanuit het idee dat Spanje een ondeelbare eenheid is, waarin regio’s over een zekere autonomie beschikken. Eind jaren 70 ging men ervan uit dat Catalonië, Baskenland, Galicië en Andalusië iets sneller een ruimer bevoegdheidspakket zouden krijgen dan andere regio’s. Maar enkele jaren later werd Spanje opgedeeld in zeventien autonome regio’s, waardoor Catalonië min of meer hetzelfde statuut kreeg als pakweg Murcia. Dat vond de rijke regio met haar zeven miljoen inwoners niet prettig.
Aangezien Catalonië – in te genstelling tot het Baskenland of Navarra – geen fiscale autonomie heeft, moet het regiobestuur met Madrid onderhandelen over zijn dotatie. ‘Zij worden op gelijke voet behandeld met de andere regio’s’, legt een Madrileense diplomaat uit. Dat impliceert dat als Catalonië meer geld krijgt, de dotatie van de andere regio’s mee moet stijgen. Ook dat valt slecht.
In Madrid beseffen politici dat het land toe is aan een nieuwe financiële verdeelsleutel. ‘Maar toen een speciale werkgroep daarover een jaar geleden werd opgericht, wilde Catalonië er niet aan deelnemen’, aldus de diplomaat. Ondertussen gingen de separatistische regeringspartijen in Catalonië een radicalere koers varen en zeiden ze dat ze met niets minder dan de onafhankelijkheid genoegen wilden nemen. Zij surften op de separatische gevoelens bij de Catalanen, die boos waren omdat het Spaans Grondwettelijk Hof in 2010 serieus geknipt had in het bevoegdhedenpakket dat de Catalaanse regering met Madrid had afgesproken.
Separatistische vuist
Juan Rodríguez Teruel, professor politieke wetenschappen aan de universiteit van Valencia, noemt het paradoxaal dat een regio waar het zo goed leven is zo’n separatistische koers vaart. Volgens hem heeft de economische crisis die sinds 2008 in Spanje heerst het vertrouwen in de politieke klasse aangetast. ‘In andere landen worden de onzekerheid en de frustraties vertaald in populistische stromingen die zich afzetten tegen de Europese Unie of tegen buitenlanders. In Catalonië richtte de woede zich tegen Madrid of de andere regio’s. Wij betalen voor hen, dat is het discours dat populisten hanteren’, zegt hij.
Teruel wijst erop dat de huidige politieke leiders in Catalonië elkaar opjutten. De van oorsprong meer gematigde Convergéncia Democrátia – de partij van Puigdemonts voorloper Jordi Pujol – verloor na de corruptieschandalen veel kiezers aan Esquerra Republicana de Catalunya. In 2016 trokken beide partijen in kartel met een separatistische agenda naar de kiezer. Ze behaalden te weinig stemmen en moesten een minderheidsregering vormen die in het zadel blijft dankzij de steun van de radicaal linkse, separatistische CUP. De CUP kan als een zweeppartij de twee andere ver
plichten om almaar radicalere standpunten in te nemen over de afscheuring van Catalonië. Volgens professor Teruel beseffen de Catalaanse leiders dat ze op de afgrond afstevenen, maar kunnen ze niet terugkrabbelen omdat de CUP hen steeds verder duwt. De taalkwestie
Ook de taal verdeelt de mensen in Catalonië. Teruel verwijst naar een onderzoek waaruit blijkt dat slechts tien procent van de Catalanen thuis zowel Spaans als Catalaans spreekt. De overige negentig procent is ongeveer gelijk verdeeld tussen mensen die thuis vooral Spaans of Catalaans spreken. De Spaanstaligen zijn Spanjaarden en hun nakomelingen, die de armere regio’s van Spanje hebben verlaten om in de Catalaanse fabrieken te werken.
Tot voor kort was taal geen issue, maar sinds de separatisten aan de macht zijn, komt de heterogeniteit van de Catalaanse bevolking volop naar boven, vindt Teruel. Het zijn de nazaten van die migranten die tegen de afscheuring van Catalonië zijn.
‘In Catalonië richtten de woede en frustraties door de economische crisis zich niet tegen Europa, maar tegen Madrid’ JUAN RODRÍGUEZ TERUEL Professor politieke wetenschappen Universiteit van Valencia
Misschien hebben zij ook andere leerstof op school gekregen of informeren zij zich via andere media. In de Catalaanse wetgeving staat dat het onderwijs er onder meer op gericht moet zijn om de Catalaanse identiteit te bevorderen. Het is Teruel opgevallen dat de Catalaanse geschiedenisboeken vertrekken vanuit een eigen invalshoek. Zo wordt de Spaanse burgeroorlog voorgesteld als een strijd van Catalonië tegen Spanje, terwijl de realiteit genuanceerder is.
Onderzoekers van AMES, die in mei in opdracht van de Spaanse regering de Catalaanse onderwijsboeken onder de loep namen, meenden dat de leerstof de verschillen tussen Catalanen en Spanjaarden tot onjuiste proporties opblaast. De indruk wordt gewekt alsof Catalonië zijn hele geschiedenis lang strijd heeft moeten leveren tegen de rest van Spanje. Professor Teruel denkt dat vooral de Catalaans sprekende Catalanen op het platteland die visie meekrijgen. In een stad als Barcelona, waar veel Spaanssprekende nazaten van inwijkelingen wonen, wordt volgens hem op school een meer uitgebalanceerde visie meegegeven. Het is in die context dan ook niet raar dat de afstand tussen de voor en tegenstanders van de Catalaanse onafhankelijkheid steeds groter wordt.