Hoe Lafarge een pact sloot met de duivel
Een van de grootste bouwbedrijven ter wereld, het Franse Lafarge, heeft terreurorganisaties als IS jarenlang maandelijks duizenden dollars betaald, om in Syrië te kunnen blijven werken.
PARIJS I In september 2012 reisden twee topmanagers van het Franse bouwbedrijf Lafarge naar Turkije. In Gaziantep, niet ver van de Syrische grens, voerden ze in het geheim gesprekken met gewapende strijders uit Syrië. ‘Het was duidelijk dat die geld wilden als we door hun gebied trokken’, zei Christian Herrault, een exbestuurder van Lafarge, onlangs tijdens een verhoor door de Franse justitie. De verslagen ervan lekten uit in het dagblad Le Monde.
In Syrië was de oorlog toen al uitgebroken. Lafarge had in het noorden van het land een cementfabriek gekocht en die voor 680 miljoen dollar opgeknapt. Ze moest draaien en blijven draaien, vond de bedrijfsleiding. Ook in oorlogstijd.
Barricades? Geen probleem
Lafarge stelde na het geheime overleg in Turkije een ‘bemiddelaar’ aan, de Syrische zakenman Firas Tlass. Die kreeg maandelijks 80.000 tot 100.000 dollar om te ‘onderhandelen’ met strijdersgroepen. En dat werkte. De fabriek kon cement maken en de gewapende milities lieten het bedrijf met rust: als er maar betaald werd.
‘Op de wegen waren vaak barricades opgericht. Maar wij mochten het fabrieksterrein altijd op’, vertelde Hanoush, een exwerknemer, aan justitie. ‘Soms werden we een tweetal uur tegengehouden, maar altijd werd er een oplossing gevonden. Dan klonk het: je mag doorrijden, het bedrijf heeft gegeven wat we vroegen.’
In 2013 verscheen IS nadrukkelijk op het toneel. En de terreurorganisatie deed net als alle andere strijdersgroepen: onderhandelen met Firas Tlass. Lafarge factureerde zijn prestaties als ‘representatiekosten’.
‘Hebt u de naam IS weleens op documenten zien staan?’, vroeg justitie volgens Le Monde aan Bruno Pescheux, de voormalige topman van het Lafargefiliaal in Syrië. ‘Ja’, antwoordde die. ‘Weet u hoeveel geld er voor IS gereserveerd was?’
‘Ongeveer 20.000 dollar per maand’, aldus Pescheux.
Lafarge, waarin Groupe Bruxelles Lambert grootaandeelhouder is, be taalde een fortuin aan de terreurbeweging die dood en verderf zaaide. ‘IS hield veel mensen aan en onthoofdde ze. Daarom ben ik verhuisd’, verklaarde een andere exwerknemer, Faisal, geciteerd door de radiozender France Inter. ‘Maar wát er ook gebeurde: de werknemers moesten steeds weer naar de fabriek komen.’
Nog geen Bataclan
In het bedrijf zelf werd dat anders gezien. ‘IS had toen nog niets buiten Syrië gedaan, er was nog geen (aanslag geweest op, red.) Charlie Hebdo, geen Bataclan. Het was een binnenlandse Syrische aangelegenheid’, zei Christian Herrault, de toenmalig topman ‘operationele zaken’ van Lafarge, tijdens een verhoor.
Uit de verslagen van die verhoren zou blijken dat het bouwbedrijf voortdurend in contact stond met de Franse overheid. ‘Elke zes maanden gingen we langs bij de Franse ambassadeur’, aldus Herrault. ‘De regering drong er sterk op aan dat we bleven. De fabriek was de grootste Franse investering in Syrië, de Franse vlag wapperde er. Dus zei (exceo, red.) Bruno Lafont: we blijven.’
‘Hebt u de naam IS weleens op documenten zien staan?’ ‘Ja.’ ‘Weet u hoeveel geld er voor IS gereserveerd was?’ ‘Ongeveer 20.000 dollar per maand’ BRUNO PESCHEUX De voormalige topman van de vestiging in Syrië, tijdens een verhoor door de Franse justitie
‘De regering drong er sterk op aan dat we bleven. De fabriek was de grootste Franse investering in Syrië’ CHRISTIAN HERRAULT Toenmalig topman Operationele Zaken
Bronnen bij Buitenlandse Zaken betwisten dat: Parijs zou het bedrijf juist gewaarschuwd hebben dat het riskant was in Syrië actief te blijven.
Verstopt in tunnels
In september 2014 viel IS de cementfabriek uiteindelijk aan. Lafarge probeerde het personeel te evacueren, maar dat liep niet zoals gepland. Zo’n dertig werknemers bleven achter en moesten vluchten. Nog eens vier werknemers werden een tiental dagen gegijzeld.
Toch stuurde de topman van Lafarge in Syrië een mail rond waarin de evacuatie als een succes werd omschreven: ‘Het is misschien niet gegaan zoals gepland, maar alle werknemers zijn veilig.’
Exwerknemer Faisal: ‘Er was geen plan. We kregen alleen via mail te horen dat we ons moesten verstoppen in de tunnels.’ Hijzelf vluchtte naar Turkije. ‘Bij de grens keken we nog achterom en zagen we de vlammen uit de fabriek slaan.’
Net als duizenden anderen stak Faisal in een bootje de Middellandse Zee over. Vanuit Griekenland reisde hij door naar Noorwegen, waar hij nu als vluchteling verblijft.