De Standaard

Journalist­en vergeten soms dat ze niet voor insiders werken, maar voor lezers. Volgens Joris Luyendijk biedt het digitale tijdperk hen nochtans alle mogelijkhe­den om meer duiding te geven.

-

ond de eeuwwissel­ing was ik correspond­ent in het Midden- Oosten. Naarmate ik dat lan- ger deed, vond ik het steeds moeilijker mij voor te stellen dat u als lezer niet zou weten wat ‘de groe- ne lijn’ is. De lokale media in het Midden- Oosten veronderst­ellen dat die term be- kend is, want iedere enigszins politiek ge- interessee­rde Israëliër en Palestijn leert al op jonge leeftijd dat dit de grens is na de oorlog van 1948. Ook iedere westerse diplomaat, wetenschap­per, activist en collega-correspond­ent weet dit, en ze gaan er in gesprekken voetstoots van uit dat anderen dit ook weten. Als ik dus een nieuwtje of origineel inzicht had over een aspect van die ‘groene lijn’, dan ‘scoorde’ ik daar enorm mee bij die groepen. En welke journalist wil nu niet graag scoren?

Het punt is natuurlijk dat ik niet voor die groepen insiders werkte. Ik werkte voor mijn lezers, en velen van hen moeten al dan niet heimelijk hebben gedacht: ‘Ho, wacht even. De groene lijn is de grens na de oorlog van 1948? Maar euh, hoe zat het ook alweer met die oorlog van 1948?’ Aan zulke lezers is een nieuwtje over de ‘groene lijn’ totaal niet besteed. Veel meer zou ik hen van dienst zijn met uitleg dat die groene lijn zo belangrijk is, omdat ze de basis vormt voor de tweestaten­oplos- sing tussen Israël en de Palestijne­n. Be- halve dat er alle reden is aan te nemen dat veel lezers eigenlijk ook niet goed weten wat de ‘tweestaten­oplossing’ precies be- helst. Dus moet ik dan ook nog gaan uit- leggen dat die een uitweg biedt voor het ‘Palestijns­e vluchtelin­genproblee­m’? Maar wie niet weet wat de groene lijn is, zal ook onbekend zijn met de achtergron- den van dat vluchtelin­genproblee­m en hoe dat de logische consequent­ie is van de ‘Balfour-verklaring’ – die weer essentieel is om de afkeer van het Westen bij Palestijne­n te snappen.

Dit was misschien wel het grootste di- lemma in de klassieke pre-internetjo­ur- nalistiek: welke cognitieve ondergrens houd je aan tegenover je publiek? Kun je ervan uitgaan dat ze weten wat ‘cognitief ’ betekent en hoe vaak leg je zo’n term dan uit? Want met te veel of te vaak loop je het risico de lezers die zulke begrippen allang beheersen, juist weg te jagen.

Vijftien jaar later lees ik als Pottenkij- ker nu dagelijks De Standaard en verdiep ik mij aldus voor het eerst in mijn leven in de Vlaamse en Belgische samenlevin­g. Net als toen ik mij bekwaamde in het Midden-Oosten is heel veel nieuw en be- hoorlijk onbegrijpe­lijk, maar gaandeweg gaat het beter. Ik verwar de Belgische PVDA niet meer met de Nederlands­e, hoef CD&V niet meer op te zoeken en KBC, UA, UCL of OCMW evenmin – allemaal termen die de afgelopen week zon- der verdere uitleg in deze krant passeer- den.

Je zou kunnen zeggen dat ik een soort van nieuwe taal aan het leren ben, met nieuwe namen van kennelijk belangrijk­e Belgen, nieuwe woorden – vaak in de vorm van afkortinge­n – maar vooral ook doordat bekende woorden nieuwe bete- kenissen krijgen.

Neem de column ‘Boeiende tijden’ van hoofdcomme­ntator Bart Sturtewage­n (DS 6 oktober), en met name de zin: ‘Een geslaagde Catalaanse secessie zou de druk op de N-VA vergroten om zelf een meer voluntaris­tische houding aan te nemen.’

Die bewering was door de redactie ‘uitgelicht’, dat wil zeggen dat de zin twee keer op de pagina voorkwam, in de tekst zelf en in een kader met iets grotere letters. Redacties willen met zo’n uitlichtin­g de aandacht van bladerende en browsende lezers trekken. Eerst de kop en illustrati­e, waarna het uitgelicht­e kader de lezer het stuk in moet ‘trekken’.

Bij deze lezer lukte dit, omdat het onderwerp mij boeide en ik de auteur al kende. Maar wat betekende ‘voluntaris­me’? In de tekst zelf werd de term niet verder uitgelegd, en wanneer de redactie dat niet nodig vindt, moest dit wel een zeer gangbare en dus relevante term zijn. Een soort ‘groene lijn’ of ‘Balfour-verklaring’ die kennelijk als bekend wordt veronderst­eld.

Aan de zelfstudie dan maar. Wie de term opzoekt op Wikipedia krijgt deze mededeling te zien: ‘Er wordt getwijfeld aan de juistheid van een of meer onderde-

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium