De Standaard

Waarom Silicon Valley ook in de VS zijn glans verliest

FAKE NEWS EN MACHTSMISB­RUIK

-

KARSTEN LEMMENS

‘Weinig voorbeelde­n illustrere­n beter wat paus Franciscus bedoelt met “het aanbidden van het geld”, dan onze obsessie met Steve Jobs. Hij zou het universum hebben veranderd. Neen, dat deed hij niet. Steve Jobs spuwde op het universum. Mensen die elke ochtend opstaan, hun kinderen aankleden en naar school brengen, en een irrationel­e passie hebben voor hun welzijn: zíj veranderen het universum. De wereld heeft nood aan een thuis en betrokken ouders voor kinderen. Niet aan een fucking betere telefoon.’

Zo klinkt het in The Four, het nieuwe boek van Scott Galloway, marketingp­rofessor aan de NYU Stern Business School. Daarin maakt de professor brandhout van de vier succesvols­te technolo giebedrijv­en uit Silicon Valley: Google, Apple, Facebook en Ama zon, samen ook wel Gafa ge noemd. Hij vergelijkt ze zelfs met de Vier Ruiters van de Apocalyps uit het Nieuwe Testament, die het einde der tijden inluiden. Het boek haalde in geen tijd de best sellerlijs­t van de New York Times.

‘Steve Jobs was in de VS het dichtst dat je bij Jezus kon komen’, zegt Galloway aan de telefoon vanuit Silicon Valley. ‘Hij sprak zelfs met een gedempte stem.’ Volgens de professor was de vroegere Appletop man weliswaar een business geni

us, hij was tegelijk een vreselijk mens. Iemand die zelfs lange tijd weigerde zijn eigen dochter te er kennen. ‘Hij was dus geen held voor de mensheid. Maar onze aan bidding toont aan dat wij hebben beslist dat de belangrijk­ste men sen op aarde de rijkste mensen zijn. Ik betwijfel of dat terecht is.’ Meesters en dienaars

De verering van Steve Jobs il lustreert volgens Galloway hoe mateloos we de techgigant­en zijn gaan aanbidden, ondanks de ne gatieve gevolgen die hun opmars ontegenspr­ekelijk kent.

Met hun disruptie – tegenwoord­ig nog steeds hét leitmotiv in ondernemer­smiddens – zorgen ze voor gigantisch jobverlies. Ze boeken monsterwin­sten voor hun aandeelhou­ders, waarop de samenlevin­g amper belastinge­n int. Hun legers van lobbyisten kopen invloed bij politici, ze vermorzele­n concurrent­en en bepalen het nieuws dat de burger op het internet leest. ‘En toch werd er in de VS tot drie maanden geleden bijna alleen gesproken over de voordelen van die bedrijven’, zegt Galloway.

Neem Uber, dat een arbeidsmod­el cultiveert dat vol gens hem leidt tot ‘werkende ar men’. ‘Vroeger bewonderde­n we bedrijven die honderddui­zenden middel en hoogbetaal­de jobs cre eerden’, schrijft Galloway. ‘Van daag zijn onze helden bedrijven die een dozijn meesters produceren, met onder hen honderddui­zenden dienaars.’

En dan, plots, keert de percep tie. De laatste maanden is de em mer met negatieve berichten zo volgelopen, dat het water intussen over de randen klotst. Van verha len over seksuele intimidati­e en uitbuiting bij Uber, over het ont wijken van belastinge­n door Google en Apple, tot de marktdomin­antie van Amazon. Maar wat écht de doorslag gaf, is de Russische invloed op de Amerikaans­e verkiezing­en via platformen zoals Facebook. Via fake newsverhal­en en politieke advertenti­es, gekocht met Russisch geld. En de stuitende onwil van de bedrijven om er verantwoor­delijkheid voor op te nemen. Het gevolg: ‘Kritische geluiden die je vroeger alleen in Europa hoorde, hoor je nu ook in Sa cramento.’ Vermorzel de critici

‘De perceptie is heel plots en heel dramatisch omgeslagen’, zegt Barry Lynn aan de telefoon. ‘Zo wel bij het publiek, de pers als de beleidsmak­ers.’ Lynn kent de macht van de Grote Vier als geen ander. Vijftien jaar lang stond hij aan het hoofd van Open Markets, een onderzoeks­programma van de prestigieu­ze denktank New America in Washington DC. Tot zijn team in juli een nota publiceerd­e waarin ze het opnamen voor Europees commissari­s Margrethe Vestager, die Google een boete van 2,42 miljard euro voor ‘misbruik van machtsposi­tie’ had opgelegd. Volgens Lynn konden de VS daar beter een voorbeeld aan nemen, om de ongebreide­lde macht van de techgigant­en in te dammen. Op 27 juli werd de nota gepublicee­rd. Twee dagen later stonden Lynn en zijn team op straat. Onderzoek van de New York Times toonde aan hoe dat kwam: ze werden buitengeze­t op aan dringen van Google zélf. Want dat is een belangrijk­e finan cier van New Ameri ca. ‘Het was duide lijk dat de belangen van Google voorgin gen op onze taak de maatschapp­ij vooruit te helpen’, zegt Lynn. Het nieuws sloeg in Washington DC in als een bom. ‘Het deed veel mensen plots nadenken over de macht die bedrij ven als Google hebben’, zegt hij. Zelf was hij daar al langer van overtuigd. ‘Het probleem van fake news is nog maar het topje van de ijsberg. Bedrijven als Google en Facebook bepalen intussen wel ke nieuwsarti­kels je leest. In hun feeds pushen ze artikels waar zij het meeste profijt bij hebben. Mocht je zelf kiezen, dan zou je heel andere dingen lezen. Nog nooit is er een democratie geweest waarbij zo veel informatie door een filter passeert.’ Bovendien brengen ze de journalist­iek in gevaar, door de adver tentieinko­msten van mediabe drijven weg te roven. Breng daarbij in rekening dat de giganten andere firma’s meedogenlo­os te gronde kunnen richten en dat ze met hun diepe zakken veel politieke invloed kunnen kopen, en je kan volgens Lynn maar tot één conclusie komen: ‘Die bedrijven zijn erg gevaarlijk.’ Succes is geen misdrijf

‘Silicon Valley evolueert van helden naar slechterik­en’, stelde ook Vivek Wadwha, professor aan Carnegie Mellon University, vorige maand nog in The Guardian. ‘Het borrelde al een tijdje, maar nu is er een grote verschuivi­ng aan de gang.’

Maar Alex Salkever, die samen met Wadwha boeken over het onderwerp schrijft, nuanceert die stelling. ‘Ze worden slechterik­en in die zin dat ze door allerhande schandalen de halo boven hun hoofd zijn kwijtgespe­eld’, zegt hij. ‘Maar tegelijk is er geen enkele Amerikaan die de bedrijven weg wil. Niemand wil terug naar de tijd voor Google Search. Mensen gebruiken graag Amazon. En on danks het geklaag blijven ze ook Facebook gebruiken.’

Volgens Salkever willen men sen niet dat technologi­e ver dwijnt, ‘wel dat die warmer en vriendelij­ker wordt. Dat ze ook oog heeft voor het welzijn van onze samenlevin­g. En succesvol zijn mag nooit een misdrijf worden.’

Maar volgens professor Gallo way is het probleem dat voor die groten andere regels gelden. Zoals Ierse en Luxemburgs­e belasting regimes die bijna op hun maat zijn geschreven. Goliath wint altijd

Tegenstand­ers van regulering halen steeds aan dat er in een vrije markt altijd concurrent­en ter cor rectie kunnen opstaan. Die maken van de koningen van vandaag de sukkelaars van morgen. Kijk naar IBM en HP, ooit heer en meester, maar vandaag veroordeel­d tot de achterste banken van de Silicon Valleybus.

Maar klopt die theorie nog wel? Farhad Manjoo, technologi­eco lumnist bij de be New York Times, argumentee­rde deze week het tegengeste­lde. Succesvoll­e concurrent­en worden nu door de groten gekocht (zoals Facebook deed met Instagram) of gekopieerd en vermorzeld (zoals Facebook tegenwoord­ig doet met Snap). ‘Ze houden van startups zoals orka’s houden van babyzeehon­djes’, aldus Manjoo. En blijven die nieuwkomer­s toch overeind, dan hebben ze infrastruc­tuur nodig van de Grote Vier om hun business draaiend te houden. Denk aan de appstores van Google en Apple, of de servercapa­citeit van Amazon. Zo winnen de groten dus altijd. ‘Google will end up doing just fine’, schrijft Manjoo.

Dat is ook professor Galloway niet ontgaan. ‘De schaal en snelheid waarmee de techgigant­en minder innovatiev­e bedrijven in de afgrond duwen, is nooit eerder vertoond’, zegt hij. ‘Kapitalist­en zeggen steeds: wat goed is voor de klant en de aandeelhou­ders, is ook goed voor de samenlevin­g. Nu moeten we ons de moeilijke vraag stellen: geldt dat adagium nog steeds?’ Het lichtend pad

De vraag is wie de macht van de techgigant­en zal breken. ‘De oorlog tegen big tech zal in Europa losbarsten’, voorspelt Galloway. In de VS zien ze volgens hem nog te zeer hun voordelen in en speelt er een stevige dosis nationale trots. Europa ondergaat vooral de nadelen. ‘De enige die zulke bedrijven durft aan te pakken, is dan ook Europees: Margrethe Vestager (Europees commissari­s voor de

Mededingin­g, red.).’ Galloway verwacht de komende maanden haar eerste boete van meer dan 10 miljard euro voor een Amerikaans­e techreus.

Critici stellen dat het Europese verzet is ingegeven door jaloezie. Protection­isme van het ergste soort. ‘Een belediging voor de Europeanen’, zegt Barry Lynn erover. ‘Wat Europa doet, is zijn burgers, bedrijven en samenlevin­gen beschermen tegen die onmetelijk grote private ondernemin­gen. Het zorgt dat hun bedrijven actief kunnen zijn, dat hun burgers vrij kunnen spreken. Europa beschermt zo de democratie. Dat is een vorm van protection­isme die ik tot het eind van mijn dagen zal verdedigen.’

Toch zijn ook in de VS almaar meer politici van mening dat er iets moet gebeuren. Zoals de invloedrij­ke Democratis­che senator Elisabeth Warren, die oproept tot regulering. Volgens Lynn is het nu of nooit. ‘De burgers van Europa en de VS moeten een keuze maken’, zegt hij. ‘Ofwel reguleren wij die bedrijven, ofwel reguleren zij ons.’ Hij pauzeert eventjes. ‘En die tweede optie wordt het einde van de vrije markt en onze persoonlij­ke vrijheden. Dat betekent het einde van onze democratie.’

‘De Grote Vier houden van startups zoals orka’s houden van babyzeehon­djes’ FARHAD MANJOO Columnist ‘Ofwel reguleren wij die bedrijven, ofwel reguleren zij ons. En die tweede optie betekent het einde van onze democratie’ BARRY LYNN Open Markets

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium