De Standaard

Lessen van fietsers uit de 19de eeuw

-

Als fietsers hun plaats op de weg willen veroveren, dan kunnen ze zich laten inspireren door de acties van de pioniers in de negentiend­e eeuw. Denken en handelen als negentiend­e-eeuwers is zelden een goed idee. Ze hielden er weinig progressie­ve ideeën op na, behalve als het op de fiets aankwam. Als geen ander wisten ze hoe ze die moesten promoten.

In de vroege jaren 1890 brak de fiets door in ons land. Paardrijde­n, de stoomtrein nemen of wandelen waren lang de enige mogelijkhe­den om van punt a naar punt b te raken. Toen kwam dat onvermoeib­are ‘stalen ros’ erbij. Steenkool of paardenvoe­r waren niet nodig, trapkracht volstond. Stadsbewon­ers van de gegoede, burgerlijk­e soort, voornameli­jk Franstalig – zoals dat hoorde – waren meteen voor de fiets gewonnen. Om hun belangen te verdedigen, verenigden ze zich in organisati­es zoals de Belgische Wielrijder­sbond – die dus ooit niet alleen voor de flandriens van veld en weg opkwam.

Zulke organisati­es waren nodig, want de eerste fietsers moesten vechten voor hun plaats op de weg. Ruiters en koetsiers waren niet opgezet met het vreemde nieuwe vervoermid­del, dat hun paarden angst aanjoeg. Het was soms uitkijken, wilde je als fietser niet onder hoeven terechtkom­en. Stedelijke verkeersre­glementen waren er vooral op gericht om de bewegingsv­rijheid van fietsers in te perken, en omschreven nauwgezet waar die wel en vooral níét mochten rijden. Het prille fietstoeri­sme

De fietsers vochten voor hun rechten. Allereerst door voortduren­d een wervende boodschap te verkondige­n: de fiets, dat was de toekomst. De velo maakte gezonde lichaamsbe­weging voor iedereen mogelijk. Het arme platteland zou nieuwe jobs krijgen door de groei van het fietstoeri­sme. Zelfs het leger zou baat hebben bij het snelle, wendbare voertuig. Kortom, de fiets maakte van België een beter, sterker land. De fietsactiv­isten spanden zelfs koning Leopold II voor hun kar. Die had daar wel oren naar, want ook hij raakte in de ban van de fiets. Hij reed ’s zomers met een driewieler over de Oostendse zeedijk.

Maar optimisme volstond niet: de fietsers hadden ook enkele eisen. Zo ijverden ze voor betere wegen, want die waren over het algemeen niet aangepast aan de fiets. Al in 1891 zetten fietsersor­ganisaties een grote campagne op touw voor een netwerk van fietspaden door het land. Die eis werd in de daaropvolg­ende jaren met alle mogelijke middelen uitgedrage­n, van petities aan beleidsmak­ers tot betogingen van honderden fietsers tegelijk. Soms financierd­en die organisati­es via geldinzame­lingen ook gewoon zélf de bouw van fietspaden, zoals ze dat in 1897 in Antwerpen deden.

Plaatsmake­n voor de fiets was niet alleen een kwestie van eisen stellen, maar ook van rechten afdwingen. Burgerlijk­e fietsactiv­isten aarzelden niet om naar de rechtbank te stappen (of zich doelbewust voor de rechter te laten slepen) wanneer hun de toegang tot een weg werd ontzegd. Roekeloze koetsiers in de steden kregen het dreigement dat hun nummerplaa­t in

Ook Leopold II raakte in de ban van de fiets, hij reed ’s zomers met een driewieler over de Oostendse zeedijk

de pers zou worden gepublicee­rd, een vorm van public shaming waar we in Twittertij­den nog wat van kunnen leren.

Extra belastinge­n

De fietsende burgers deden zelfs iets wat elke goede Belg het angstzweet doet uitbreken: ze vroegen extra belastinge­n. Een bescheiden provincial­e taks op elke fiets in het verkeer, redeneerde­n ze, kon de aanleg van fietspaden probleemlo­os financiere­n. Vanaf 1892 gingen de provincieb­esturen fluks tot de heffing daarvan over. Maar ze gebruikten de opbrengste­n vooral om hun budget in evenwicht te brengen, tot onvrede van de fietsersor­ganisaties.

De hedendaags­e fietsactiv­ist moet zijn negentiend­e-eeuwse tegenhange­r niet slaafs volgen. Het fietstaks-verhaal was bijvoorbee­ld een les in naïviteit. Hun wervende verhaal en acties wierpen wel vruchten af. Rond 1900 had België dankzij hen een respectabe­l netwerk van fietspaden. Maar toen kwam de auto.

Vandaag zijn fietsers opnieuw steeds nadrukkeli­jker aanwezig in het verkeer. De nefaste gevolgen van een beleid dat niet durft te kiezen tussen auto en fiets worden daardoor goed zichtbaar, vooral in onze steden. Een sterk middenveld moet beleidsmak­ers overtuigen om de juiste keuzes te maken. Natuurlijk beweegt er al veel. De Fietsersbo­nd en andere drukkingsg­roepen leveren al decennia uitstekend werk. Maar de fiets heeft nog niet de plaats die hij verdient.

 ??  ?? STIJN KNUTS Is historicus en schreef een doctoraat over fietsen en wielrennen in België.
STIJN KNUTS Is historicus en schreef een doctoraat over fietsen en wielrennen in België.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium