Facebook, Google en Amazon beheersen een onbehaaglijk groot stuk van ons leven. In Europa zit ons dat al een hele poos dwars. In de VS was daar eerst een karikaturale verkiezingscampagne voor nodig, bekroond met de verkiezing van een reality tvster en re
Facebook helemaal anders zijn gaan bekijken. En er is nog een ander fenomeen. De verkiezingen legden een populistische woede en een haat voor de instellingen bloot. De Democratische Partij slaagt er niet in die woede te capteren. Er is nu een zoektocht naar vehikels om de woede van het publiek in een nuttige richting te kanaliseren. Sommige Democratische politici herontdekken nu de problematiek rond monopolies, die ze zo lang verwaarloosd hebben. En ze roepen, op nog niet zo goed doordachte manier, om een of andere ingreep van de overheid tegen de grote technologiebedrijven.’
‘We zagen het niet aankomen. Vooral omdat die bedrijven zich aanvankelijk positioneerden als de ultieme outsiders, op voet van oorlog met traditionele spelers. Toen ze op het toneel verschenen, leken ze een gedecentraliseerde wereld aan te kondigen, vol individualiteit. Maar er is iets veranderd. En inderdaad: opeens zijn we wakker geworden: holy cow, deze bedrijven zijn immens machtig en oefenen ongelofelijke invloed uit op de markt, op het publieke debat en zelfs de toekomst van de menselijke soort. We moeten ons daar zorgen over maken.’
‘Eric Schmidt, de voorzitter van Google, heeft zichzelf toen ingebed in de campagne van Obama. In 2008 zat hij echt mee in hun controlekamer, hebben de Obamamensen verteld. Deze man leverde dus de technologie waarmee het electoraat zijn opinie vormt, en was tegelijk nauw betrokken bij de campagne van Obama. Ik denk niet dat daar iets kwaadaardig is gebeurd, maar het toont wel aan welke risico’s er zijn en dat we geen duidelijke regels hebben over de rol die deze bedrijven in de politiek spelen.’
‘Inderdaad, dat is hoogstwaarschijnlijk zo, er was een cultuur die Google hielp. Geen enkel bedrijf heeft het Witte Huis vaker bezocht tijdens de Obamajaren. En er was een draaideur met mensen die van Google in het Witte Huis gingen werken en omgekeerd. Het was een knusse relatie. Acht jaar geleden zag ik Google als een heel ander bedrijf, ik zou hen nooit als bedreiging gezien hebben. Hun zoekmachine maakt het zoeken naar informatie zo veel gemakkelijker en ik vertrouw er de hele dag op. Maar hun macht neemt toe, en de concurrentie is inmiddels verdwenen.’
‘Ooit maakten we ons in de VS zorgen over monopolies, omdat we vreesden voor de invloed van grote organisaties op de democratie. Maar onze definitie van een monopolie is geleidelijk ingekrompen. Uiteindelijk ging het alleen nog maar over prijs en efficiëntie: pas als de prijs voor de con