BOEK KAN DUWTJE IN DE RUG GOED GEBRUIKEN
Vlaanderen krijgt een nieuwe literatuurprijs: de Hugo’s. De VRT zal de leestrofeeën uitreiken, en zet zo de traditie van de Gouden Uil en de Fintroliteratuurprijs voort. De openbare omroep is wellicht de meest geschikte organisatie om zo’n wedstrijd op poten te zetten. Vooral omdat alle zenders en stations erbij betrokken worden, en de prijs zo onder de aandacht van zo veel mogelijk Vlamingen komt.
Want bij literaire prijzen draait het vooral om aandacht. Anders dan bij wielrennen of atletiek is immers niet ondubbelzinnig vast te stellen welke deelnemer de allerbeste is. Prijzen dienen om literatuur in het algemeen, en de winnende schrijver(s) in het bijzonder, een duwtje in de rug te geven. De meerwaarde van een literaire prijs is dat boeken aandacht krijgen.
Vlaanderen kan meer aandacht voor lezen goed gebruiken. We zijn een relatief kleine gemeenschap, wat het uitgeven van boeken per definitie veel minder rendabel maakt dan in grote eentalige landen het geval is. Bovendien zit lezen in de verdrukking. Het boek heeft als tijdsbesteding concurrentie gekregen van Netflix, YouTube en Facebook. Dat zijn lichtverteerbare, hapklare en lichtelijk verslavende manieren om de tijd te doden. Voor het boek is het lastig om daartegen op te boksen. Een boek vergt een investering – niet alleen in geld, maar ook in aandacht en tijd. De return van zo’n investering kan hoog zijn – boeken bieden inzicht, plezier, ontroering en kunnen zelfs levens veranderen. Er zijn niet zoveel culturele uitingsvormen die daartoe in staat zijn.
Daarom is het belangrijk dat boeken bij alle Vlamingen onder de aandacht worden gebracht. Een literaire prijs is één manier, maar er zijn nog andere. Misschien is aandacht voor literatuur in het onderwijs nog wel veel belangrijker. De literaire prijzen hebben ook een keerzijde: een bestsellercultuur die onevenredig veel aandacht zuigt naar bekroonde boeken, ten nadele van werken die misschien even waardevol zijn, maar toevallig niet werden bekroond of genomineerd. Zo’n bestsellercultuur kan tot een verschraling van het literaire landschap leiden, en het uitgeven van boeken tot een soort loterij degraderen.
Daarom is het goed dat de overheid meteen ook geld over heeft voor een algemene promotiecampagne voor het boek. Niet iedereen hoeft boeken te lezen, maar wel zou iedereen ervan op de hoogte moeten zijn wat hij of zij dan mist.
Misschien is aandacht voor literatuur in het onderwijs nog veel belangrijker dan een literaire prijs