‘Tabula rasa’: tvfictie van de hoogste klasse
Opluchting, dat moeten mensen die bekommerd zijn om Vlaamse tvfictie voelen na de eerste aflevering van Tabula rasa. Want voor het eerst heeft Eén een serie gemaakt waarvoor de kijker zijn favoriete streamingdienst even links laat liggen.
Oef! Een reeks die de kijker ernstig neemt
Een goeie tvserie pakt de kijker in de eerste aflevering bij de kraag en sleurt hem mee tot het allerlaatste shot. Een uitstekende reeks maakt van die reis een bevreemdende trip door een labyrint vol verborgen hoekjes en onverwachte wendingen. Tabula rasa heeft alles in huis om tot die tweede categorie te behoren. Veerle Baetens speelt Mie D’haeze, een voormalige musicalactrice die na een ongeval heel moeilijk nieuwe herinneringen kan opslaan. Als een man verdwijnt, blijkt Mie de laatste persoon die met hem gezien is. Het verhaal begint net na die verdwijning, als Mie in een gesloten instelling opgenomen is. Aangespoord door de lichtjes griezelige inspecteur Wolkers – gespeeld door een bijna onherkenbare Gene Bervoets – probeert ze zich daar koortsachtig te herinneren wat er precies gebeurd is. Al van in de generiek is het duidelijk dat Ta
bula rasa een klasse hoger speelt, dan Vlaamse fictie doorgaans doet.
Dat heeft ook te maken met het budget van deze reeks. Er is internationaal geld mee gemoeid. De Duitse digitale zender ZDF Neo is coproducent en droeg financieel bij. Zo is Tabula rasa de eerste Vlaamse reeks met special effects. Veel is daar nog niet van te zien in de eerste aflevering, maar wie online de internationale trailer zag passeren, kent het beeld van een dansende Baetens die valt en breekt als een porseleinen poppetje.
Perfectionisme
Toch zijn het niet die special effects die ons van onze sokken geblazen hebben, wel het perfectionisme waarmee Tabula rasa gemaakt is. Alles in deze serie – toch in de twee afleveringen die wij al zagen – valt perfect in zijn plooi. Iedereen speelt uitmuntend en de dialogen zijn uitstekend. Baetens spat van het scherm, maar ze laat ook anderen schitteren. Stijn van Opstal doet het ingetogen, Hilde Van Mieghem heerlijk extravagant, Natali Broods glimlachend, maar ze halen allemaal het onderste uit de kan. Zelfs de elfjarige Cécile Enthoven, die de dochter van Mie speelt, haalt de lat.
Durf, talent en perfectionisme geven de reeks vorm. Dat begint al bij de scenario’s, die Veerle Baetens schreef ze samen met Malin-Sarah Gozin en Christophe Dirickx (De helaasheid der dingen). Met Clan leverde Gozin in 2012 al een eigenzinnige en heerlijk absurde serie af. Ze toonde toen al dat ze complexloos buiten de lijntjes durft te kleuren. Ze doet het ook nu weer. De personages zijn – zeker naar Vlaamse normen – zorgvuldig uitgewerkt. De onuit
puttelijke liefde van Benoit voor Mie begrepen we eerst niet. Mensen die vergeten wekken ergernis op, en vermoeidheid, maar hij blijft liefdevol, rustig en geduldig. Pas aan het einde van de aflevering viel onze frank. Dan belooft Benoit Mie dat ‘de mist in haar hoofd binnenkort opgeklaard zal zijn’. Hij gelooft rotsvast dat ze beter wordt, en dát houdt hem recht. We durven er onze pink om verwedden dat het de barsten in die overtuiging zijn die de komende afleveringen het drama in gang zetten.
Michael Jackson
Net als in Clan zijn in Tabula rasa de details tot in de puntjes verzorgd. Dat valt bijvoorbeeld op in de psychiatrische inrichting. Er is één patiënt die denkt dat hij Michael Jackson is (Jackson is Baetens’ grote idool). En er is een pyromaan die in elke scène wel ergens vlammetjes op zijn kledij heeft staan. In één scène gooit hij verveeld papieren propjes naar een tvscherm waarop vlammen te zien zijn. Die details, snoepjes die we er zomaar bijkrijgen, maken dat aangenaam verdwalen is in het labyrint van Tabula rasa. Het is ook in de hoekjes en kantjes van het verhaal dat je de humor moet gaan zoeken. Een minpuntje wel: de muziek wordt vaak te zwaar aangezet.
Er wordt lijzig traag verteld, de nadruk ligt op de (vaak beklemmende) sfeer. Het verhaal blijft nog mistig; we krijgen het in flarden geserveerd. Het is aan ons om die aan elkaar te knopen. Heerlijk is het om als kijker eens níet onderschat te worden. Bovendien klopt die vorm helemaal met wat er verteld wordt: ook in Mie’s hoofd is het mistig. Deze serie speelt met de onbetrouwbaarheid van de menselijke geest. Als vorm en inhoud zo natuurlijk samenvloeien, kunnen we niet anders dan vreugdesprongetjes maken.
Geheugenverlies is in fictie wel vaker de motor van het verhaal. Films als Memento en Before I go
to sleep indachtig, mogen we gaandeweg een belangrijke twist
Als vorm en inhoud zo natuurlijk samenvloeien, kunnen we niet anders dan vreugdesprongetjes maken
verwachten. Ook al is de getrainde fictieliefhebber vertrouwd met een onbetrouwbare verteller, het blijft een gedurfde zet om de Eénkijker op zondagavond er zo één voor te schotelen. Het zou dus kunnen dat Tabula rasa in de kijkcijfertabellen niet de allerhoogste toppen scheert, maar dat doet weinig terzake. Tabula rasa doet alles wat een prestigereeks op de openbare omroep zou moeten doen. Met een beetje geluk zet deze reeks Vlaamse televisiefictie eindelijk ook elders op de kaart. Tabula rasa, zondag om 21.30 uur op Eén