52 criminelen land uitgezet op basis van nieuwe wet
Theo Francken heeft onlangs de verblijfsvergunning van 14 buitenlandse criminelen ingetrokken. De uitzettingen zijn mogelijk door een omstreden wetswijziging. In enkele gevallen gaat het om personen die hier zijn geboren.
BRUSSEL I In ruim een half jaar tijd heeft staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (NVA) 52 uitwijzingen bevolen die zonder de wetswijziging, die begin mei van kracht werd, niet mogelijk of op zijn minst omslachtiger waren geweest. Toen de wet werd besproken en goedgekeurd, ontstond er commotie over de draagwijdte ervan, bijvoorbeeld over het begrip ‘gevaar voor de nationale veiligheid’. Vanaf wanneer geldt iemand als zo’n gevaar? Ook veel ophef was er over de vraag of het wel gepast is om buitenlanders die hier al lang wonen, het land uit te zetten.
De Standaard kreeg een over zicht van iets meer dan de helft van de 52 personen die onder de nieuwe wet al het bevel hebben gekregen om het grondgebied te verlaten. Het gaat om dertien personen voor wie Francken in augustus zo’n bevel tekende, en de veertien die daar eind vorige week aan zijn toegevoegd. Volgens het kabinetFrancken zijn die representatief voor de hele groep. Een overzicht van alle uitzettingen was om administratieve redenen (voorlopig) niet mogelijk.
In een minderheid van de gevallen – 6 van de 27 – gaat het om mannen die hier zijn geboren of voor hun twaalfde in ons land zijn komen wonen – het profiel waar indertijd de meeste bezwaren bij werden gemaakt.
‘Met de aangepaste wet gaan we terug naar de situatie van voor 2005’, klinkt het op het kabinetFrancken. ‘Toen werden de regels aangepast, onder meer vanuit de redenering dat het een schending van de mensenrechten zou zijn als criminelen na een lange verblijfsduur nog werden uitgezet. Uit rechtspraak is gebleken dat dit niet zo is. De vraag is net waarom we ons als samenleving nog langer verplicht moeten voelen om een buitenlander die een lang en zwaar crimineel parcours heeft afgelegd nog langer hier te tolereren.’
Voor nietBelgen die een Belgisch kind hebben, zijn de beperkingen op een uitzetting ook versoepeld. Dat maakte het mogelijk
Door de wetsaanpassing zijn nu ook minstens zes veroordeelden die een Belgisch kind hebben, het land uitgezet
om minstens zes veroordeelden die hier een kind hebben, het land uit te zetten.
Op de lijst staan zeven Marokkanen, twee Nederlanders, twee Russen, twee Algerijnen, twee Tunesiërs en twee Guineeërs. Verder gaat het nog over een Bulgaar, een Dominicaan, een Kazak, een Spanjaard, een Slovaak, een Surinamer, een Liberiaan, een Pool, een Ghanees en een Italiaan.
Zes onder hen liepen een veroordeling op voor terrorisme of steun aan een terroristische groepering. Hun strafmaat varieert van twee tot 16 jaar.
Andere veroordelingen zijn zeer uiteenlopend. Er is sprake van diefstal met geweld, drugscriminaliteit, slagen en verwondingen, gijzeling en foltering, doodslag, verkrachting (van minderjarigen), enzovoort.
Zo gaat het onder meer om een Nederlander die sinds 2011 in ons land verblijft en veroordeeld is tot zeven jaar cel wegens de verkrachting van een kind onder de tien jaar. Van hem werd het uitzettingsbevel vorige week getekend. Vroeger zou zo’n uitwijzing moeten gebeuren via een koninklijk besluit, wat een meer omslachtige procedure is.
Nog 27 voorbereid
Een ander voorbeeld: een Spanjaard die hier al tien jaar woont en vijf jaar kreeg voor eerwraak, zou in het verleden moeilijker het land uit zijn gezet omdat de feiten waarvoor hij was veroordeeld, niet zwaar genoeg wogen. Door de wetswijziging worden die anders gewogen.
Ook die verandering komt regelmatig terug, bijvoorbeeld in het geval van een Ghanees die in België verbleef sinds 1988 maar meer dan dertien jaar gevangenisstraf kreeg voor diefstallen met heling, drugshandel en verkrachting. Ook een Kazak die hier sinds 2000 verbleef en werd veroordeeld voor doodslag, is daardoor het land uitgezet.
Bij de meeste beslissingen gaat het volgens het kabinetFrancken om vreemdelingen die nog in de gevangenis verblijven. ‘Pas wanneer zij de gevangenis verlaten, worden ze ook echt het land uitgezet’, klinkt het. ‘Als zij geen paspoort van hun land van herkomst hebben, zal een laissezpasser (een
tijdelijk reisdocument, red.) nodig zijn.’ Aan de bevelen om het grondgebied te verlaten zijn ook inreisverboden gekoppeld. Na deze 52 uitzettingen bereidt de Dienst Vreemdelingenzaken er nog 27 voor.