Geschiedschrijving met Jozua
Bijbels verslag van zonsverduistering
Het boek Jozua wordt vaak bestempeld als een van de meest oorlogszuchtige Bijbelboeken. Het verhaalt hoe de Joden zich na de uittocht uit Egypte onder aanvoering van Jozua, de opvolger van Mozes, in het land Kanaän naar binnen vechten en de Amorieten verslaan. In een passage beveelt Jozua de zon en de maan ‘stil te staan’ zodat ze de vijand makkelijker in de pan kunnen hakken. Zon, sta stil bij Gibeon, en gij, maan, bij Ajjalons dal. En de zon was stil en de maan bleef staan, terwijl het volk zijn vijand afstrafte.
Het is een tekst die voor interpretatie vatbaar is. Wordt hier een historische gebeurtenis beschreven? Of gaat het slechts om beeldspraak? ‘Als de tekst niet is verzonnen, maar gebaseerd op waargebeurde feiten, dan moet er toen iets bijzonders aan de hemel te zien zijn ge weest’, meent Colin Humphreys van de Universiteit van Cambridge. Verbonden aan het Departement Materiaalwetenschap & Metallurgie trekt hij uit interesse de Bijbel na op wetenschappelijk plausibele gebeurtenissen.
Moderne Bijbelvertalers lezen de originele Hebreeuwse tekst als zouden zon en maan zijn opgehouden te bewegen, zegt Humphreys. ‘Maar je kunt in de tekst ook lezen dat de zon en de maan ophielden te doen wat ze doorgaans doen, namelijk schijnen.’ Zo bekeken kan de Bijbeltekst verwijzen naar een zonsverduistering, waarbij de maan voor de zon schuift, zodat die ophoudt met schijnen. Het Hebreeuwse woord dôm, dat zowel ‘geluidloos’ als ‘onbeweeglijk’ kan betekenen, zou dan vertaald worden als ‘word donker’ in plaats van als ‘sta stil’.
Inscripties in graniet
Humphreys en zijn coauteur, Graeme Waddington, zijn niet de eersten om de verzen uit Jozua 10 te verklaren als een zonsverduistering. Dat deden anderen voor hen, alleen dachten zij niet dat het mogelijk was om die zonsverduistering ook te dateren en vervolgens te kijken of de Israëlieten rond die tijd inderdaad slag aan het leveren waren in Kanaän.
Wannéér de Israëlieten in Kanaän waren, is bij benadering geweten. Volgens de ‘stele van Merneptah’, een Egyptische tekst uit de regeerperiode van de gelijk namige farao, waren ze rond 1200 voor Christus al ter plekke. Farao Merneptah was de zoon van de grote farao Ramses II, die hij in 1213 voor Christus zou zijn opgevolgd. Op een groot blok graniet dat wordt bewaard in het Egyptisch Museum in Caïro en dat refereert aan diverse historische gebeurtenissen uit Merneptahs regeerperiode, staat onder meer dat deze laatste in Kanaän strijd heeft gevoerd tegen de Israëlieten. Volgens de inscripties
Gaat het in het boek Jozua om beeldspraak? Of wordt een historische gebeurtenis beschreven?
in het blok zijn de aantekeningen gemaakt in het vijfde jaar van Merneptahs bewind. Algemeen wordt aangenomen dat de farao regeerde van 1213 tot 1203 voor Christus. Volgens de algemene lezing moet het vijfde regeringsjaar van de farao dan 12091208 voor Christus zijn geweest. Daarvoor moeten de Israëlieten dus al in Kanaän zijn geweest, anders kon Merneptah geen slag met ze leveren.
Schemerdonker
Historici en sterrenkundigen hadden al eerder geprobeerd om uit te zoeken of in die periode een zonsverduistering had plaatsgevonden die vanuit Kanaän gezien kon zijn geweest, maar zonder succes. Volgens Humphreys en Waddington doordat ze enkel zochten naar totale zonsverduisteringen, waarbij de maan de zon volledig aan het oog onttrekt. Er bestaan echter ook ringvormige verduisteringen. Dan staat de maan iets verder van de aarde af, waardoor de zonneschijf niet helemaal wordt afgedekt. Er blijft nog een randje licht rond de maan, waardoor het op aarde niet helemaal donker wordt, maar schemerdonker.
Volgens de berekeningen van Humphreys en Waddington heeft er zo’n ringvormige verduistering plaatsgevonden in de namiddag van 30 oktober 1207 voor Christus. Als dat klopt, bevat het Bijbelverhaal uit Jozua niet alleen het oudste verslag van een zonsverduistering in de geschiedenis, maar is de veldslag met de Amorieten meteen ook nauwkeurig gedateerd. Bij uitbreiding wordt het mogelijk om de regeerperiode van Ramses II en Merneptah preciezer af te lijnen. Als die laatste in zijn vijfde regeringsjaar verwijst naar een slag met de Israëlieten (die pas kan hebben plaatsgevonden nadat zij eind 1207 Kanaän binnentrokken en de Amorieten versloegen), dan kan hij zijn vader niet al in 2013 voor Christus zijn opgevolgd. Humphreys schrijft in het blad Astronomy & Geophysics dat dat ten vroegste in 12111210 voor Christus kan zijn gebeurd.