De Standaard

‘DIT IS HET GEZICHT VAN DE INDUSTRIËL­E KIPPENKWEK­ERIJ.

Als je kiest voor bioeieren, dan kies je ook voor dierenwelz­ijn.’

- VAN ONZE REDACTRICE SARAH VANKERSSCH­AEVER FOTO’S BOUMEDIENE BELBACHIR I

De lijst met regels waaraan een kippenhoud­er zich moet houden, is lang. Het aantal drinkplekk­en, het aantal vierkante meter per kip … ‘Maar een kippenhoud­er moet geen kwalificat­ies hebben’, zegt Jos Arits (54) van bioboerder­ij De Taemhoeve, goed voor 7.500 kippen. ‘Misschien wordt het tijd om ook daaraan een paar voorwaarde­n te koppelen.’

NEEROETERE­N Er resten ons slechts een paar minuten, maar we zijn nog net op tijd. De kille mist zwelt snel aan en duwt de laatste kippen in hun stal. ‘Als het donker wordt, gaan ze zelf naar hun slaapplek’, zegt Jos Arits (54), die op zijn bioboerder­ij De Taemhoeve 7.500 kippen heeft. Er lopen er maar een paar tientallen buiten in de scharrelwe­ide, de rest is al onderweg naar de stok. ‘Het is goed dat je die laatste nog in de weide zag. Straks denk je allicht dat de kippen hier alleen maar binnen zitten.’

Arits heeft de video van Animal Rights gezien. Natuurlijk heeft hij kritiek op de beelden, maar evengoed heeft hij kritiek op de kritiek. ‘Er wordt in de commentare­n gegoocheld met termen als “batterijki­ppen”, maar die komen al sinds het batterijve­rbod uit 2012 niet meer voor in Europa. En Animal Rights klaagt aan dat de dieren ’s nachts op elkaar gepakt zitten. Wel, kippen kruipen ’s nachts altíjd spontaan dicht bij elkaar om het warmer te hebben. Als je kritiek hebt, moet je weten waarover je praat.’ Entertainm­ent

Daarmee praat Jos Arits de beelden voor alle duidelijkh­eid niet goed. ‘Je ziet dat de dieren elkaar geweld aandoen en dat er heel wat ziek zijn. Zoiets kan natuurlijk niet.’

Kippen die zich vervelen, stress hebben of ander ongemak, kunnen agressief worden naar elkaar. Hoe vermijd je dat? ‘Ze moeten iets om handen hebben’, zegt Arits. Daarom, als zijn dieren zeker al een uur gaan slapen zijn, strooit hij strooigaan in hun stal. Als ze wakker worden, kunnen ze meteen eten.

Naast aangekocht voeder geeft Arits vermalen maïs. ‘Dat moeten ze al scharrelen­d zoeken en ze hebben er meer werk mee.’ Levensonde­rhoud verpakt als bezigheids­therapie.

In de tussenstal – een overdekte tuinbouwtu­nnel waar de kippen bij slecht weer toch veel licht en buitenluch­t krijgen – liggen pikstenen. ‘Daardoor worden hun snavels minder scherp, zodat ze de andere dieren minder verwonden. Maar zo vermijd je ook dat ze op elkaar beginnen in te pikken.’ Begrijpen en ingrijpen

Arits is intussen de vierde generatie die de boerderij voortzet en hij is de eerste die zoveel kippen heeft. Van zijn vader leerde hij onder meer dit: ‘Een boer moet op zijn boerderij zijn. Dat klinkt eenvoudig, maar het betekent dat je alles moet weten en zien.’ Een ziek of dood dier, het gedrag van de kippen: als kippenhoud­er moet je begrijpen en ingrijpen.

‘Natuurlijk vind ik ’s ochtends ook wel eens een dode kip in de stal. Ik leef misschien wel tussen de kippen, maar ’s nachts slaap ik gewoon in mijn bed, he.’ Intensief is het sowieso, kippen houden, en maar goed ook. ‘Hoe meer arbeid je zelf verricht,

hoe meer controle en overzicht je hebt.’

Hij heeft ter voorbereid­ing van ons bezoek het aantal controles van het voorbije jaar geteld. ‘Twintig’, zegt Arits, ‘door verschille­nde instanties. Soms zitten de controleur­s hier halve dagen. Wat ik dus niet begrijp, is hoe situaties zoals deze die Animal Rights filmde, toch kunnen voorkomen.’ Slechte opvoeding

Heeft hij daar zelf een verklaring voor? ‘Ik ken de bewuste kippenhoud­er niet, dus neen, ik weet niet wat daar fout is gelopen. Maar ik weet dat dieren houden altijd een gedeelde verantwoor­delijkheid is. Als kippenhoud­er ben je dus verantwoor­delijk, maar ben je ook een schakel in een keten. Er zijn de voederbedr­ijven, de kippenkwek­erijen, de opfokbedri­jven, de kippenhoud­ers, de eierpaksta­tions, de slachthuiz­en, enzovoort. In theorie mag het nergens misgaan en doet iedereen z’n best, maar in de praktijk kan het soms toch een keer tegenvalle­n.’

Neem nu de bedrijven die de jonge kippen leveren. Arits: ‘Ik zoek die zelf uit, om het risico te beperken dat ik een slechte partij kippen krijg. De eerste achttien weken in een kippenleve­n zijn namelijk cruciaal: vergelijk het met een kind dat slecht werd opgevoed. Als je dan 7.500 of meer kippen krijgt met afwijkend gedrag, dan is dat niet alleen slecht voor de dieren, maar ook voor mij. Want een kip die zich niet goed voelt, legt amper eieren. Iedereen heeft er bij te winnen dat de dieren zich goed voelen.’

Arits ziet wel nog ruimte om de sector te verbeteren. ‘Alles staat omschreven: hoeveel m² de kippen nodig hebben, hoeveel drinkplekk­en, enzovoort. Maar een kippenhoud­er moet geen enkele kwalificat­ie hebben. Iedereen die geld genoeg heeft om zich grond, een vergunning en stallen aan te schaffen, mag kippen houden. Misschien wordt het tijd om daar ook een paar voorwaarde­n aan te koppelen.’

 ??  ?? In de tussenstal – een overdekte tuinbouwtu­nnel – kunnen de dieren beschut rondscharr­elen. In het midden liggen ‘pikstenen’: goed voor de snavels en tegen de verveling.
In de tussenstal – een overdekte tuinbouwtu­nnel – kunnen de dieren beschut rondscharr­elen. In het midden liggen ‘pikstenen’: goed voor de snavels en tegen de verveling.
 ??  ?? © bb
© bb
 ??  ?? © ar
© ar

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium