Poetin en Trump wekken ‘schone slaapster’ tot leven
1. Is het gebruik van de term ‘historisch’ terecht?
Verregaande Europese samenwerking inzake defensie is een project dat al teruggaat tot 1950, toen de Franse premier René Pleven een plan op tafel legde om een Europees leger uit te bouwen, met een heuse Europese minister van Defensie. De Franse politici kelderden in 1954 hun eigen plan. Europa bleef voor zijn veiligheid afhankelijk van de Navo.
Het Verdrag van Lissabon uit 2007 voorzag in de geleidelijke uitbouw van een gemeenschappelijk defensiebeleid, maar veel kwam daar niet van in huis. Het hele project werd daarom ook wel ‘de schone slaapster’ genoemd.
Maar vandaag wordt ze eindelijk tot leven gewekt – zij het onder de weinig flatterende naam Pesco, wat staat voor Permanente Structurele Samenwerking.
De doorbraak is in grote mate te danken aan twee niet-Europeanen: Vladimir Poetin en Donald Trump. De oorlog in Oost-Oekraïne en de annexatie van de Krim deden de ogen opengaan dat de Russische dreiging reëel is. De Amerikaanse president blijft erop hameren dat de Europeanen meer moeten betalen voor hun eigen defensie.
Het besef groeide dat de traditionele methodes van samenwerking op hun grenzen botsten en dat er meer nodig was. Vooral Berlijn en Parijs trokken aan de kar.
2. Komt er nu een Europees leger?
Voor alle duidelijkheid: dit gaat niet om de vorming van een Europees leger waar Pleven van droomde. De 21 EU-lidstaten die vandaag al zeker hun handtekening zetten, verbinden zich wel tot meer coördinatie en samenwerking inzake defensie.
Het nieuwe zit hem erin dat de engagementen juridisch afdwingbaar worden – de analogie wordt gemaakt met de Maastricht-criteria om te mogen toetreden tot de eurozone. Gedaan dus met papieren beloftes door politici.
Wie meedoet, onderschrijft meteen twintig verbintenissen die nagekomen moeten worden. Zo zullen de deelnemende landen op termijn minstens 20% van hun defensiebudget aan investeringen in materieel moeten besteden. Ze zullen systematischer moeten deelnemen aan de multinationale battlegroups die stand-by staan om tussenbeide te komen in een crisis in bijvoorbeeld Afrika, maar nog nooit in actie zijn gekomen.
De lidstaten zullen ook plannen moeten indienen over hoe ze die beloftes zullen uitvoeren. Het Europees Defensie Agentschap zal die evalueren en kan eventueel gele kaarten trekken. ‘Wie niet voldoet, kan uit het mechanisme gezet worden’, is te horen.
Om Pesco snel een concrete invulling te geven, circuleren al mogelijke samenwerkingsprojecten. Een ervan is de creatie van een ‘militaire Schengenzone’, zodat militaire transporten vrij kunnen circuleren zonder controles aan de grenzen.
Pesco moet zo leiden tot slagkrachtiger nationale legers en een grotere integratie van materieel, zodat samenwerking op het terrein makkelijker wordt. De lidstaten gaven eerder al hun zegen aan het Europees Defensiefonds, dat moet leiden tot de ontwikkeling, productie en aankoop van Europees militair materieel.
3. Zal dit leiden tot concurrentie met de Navo?
Groot-Brittannië stond traditioneel afkerig tegenover de uitbouw van een Europese defensie, uit schrik dat dit zou leiden tot de uitbouw van een Europees leger en concurrentie met de Navo. De nakende Brexit nam die rem weg – Londen doet niet mee aan Pesco.
Het ligt in de bedoeling dat Pesco de Europese pijler binnen de Navo versterkt, zoals de Verenigde Staten al langer vragen. De Navo-bondgenoten zijn bijvoorbeeld enthousiast over het idee van een ‘militaire Schengenzone’.
De Franse president Emmanuel Macron dringt erop aan dat de Europeanen zijn land actiever zouden steunen bij de stabilisering van Afrika – een continent waar de Navo traditioneel minder aandacht voor heeft, maar dat enorme uitdagingen stelt voor Europa, zoals de migratiecrisis bewijst.