Acteursgroep Wunderbaum scheepte een week in op een Duits cruiseschip. Over die verbijsterende ervaring maakten ze een theaterstuk dat baadt in ironie én mededogen. ‘Het was naarder dan we hadden verwacht.’
op zo’n enorme plezierboot: die vaart gewoon op cruise control.
Deze scène – deels feit, grotendeels fictie – is maar een van de hilarische momenten uit Superleuk, maar voortaan zonder mij. Die titel ontleende Wunderbaum aan het essay van de Amerikaan David Foster Wallace, die vlijmscherp zijn cruise op de Caraïben beschreef. Alle clichés passeren de revue. Dat het een pretpark is voor vermoeide volwassenen, bijvoorbeeld. Of een orgie van kleurrijke kitsch, decadente luxe en hersenloos massaentertainment.
Omdat de beste stuurlui niet aan wal blijven, nam Wunderbaum zelf de proef op de som. De acteurs scheepten in op de Aïda Prima, een schip dat wekelijks aanmeert in hun thuisstad Rotter dam. Met maar liefst 4.000 andere passagiers en 1.000 personeelsleden vaarden ze zeven dagen lang over de Noordzee. Een dobbertocht van de ene naar de andere troosteloze industriehaven – de boot is te groot om in stadscentra aan te meren – vanwaaruit ze dan met bussen haastige sightseeing tours maakten langs de Europese hoofdsteden.
‘Vooraf had ik een ambivalent beeld over cruises’, vertelt Matijs Jansen van Wunderbaum. ‘Enerzijds het cliché van de love boat die romantisch over de golven deint, anderzijds de horror van hordes mensen die tijdens zo’n daguitstappen achter vlaggetjes aanhollen.’ De werkelijkheid