De Standaard

Kan een rechter het klimaat redden?

Een Peruaanse boer heeft een Duits energiecon­cern voor de rechter gedaagd. Greenpeace doet hetzelfde met de Noorse staat. Waarom moeten steeds vaker rechters zich uitspreken over de klimaatver­andering?

- VAN ONZE REDACTEUR DOMINIQUE MINTEN

BRUSSEL I Saul Luciano Lliuya is een tevreden man. De kleine boer uit Peru behaalde gisteren een (kleine) juridische zege. Lliuya is bezig aan een merkwaardi­ge strijd. Hij heeft het Duitse energiecon­cern RWE voor de rechter gedaagd. Hij eist van RWE 17.000 euro. Dat geld moet dienen om de dijken van een bergmeer in thuisstad Huaraz, hoog in de Andes, te versterken.

Wat is de redenering? Al jaren ziet hij een gletsjer smelten, waardoor het meer sinds 2003 al vier keer zo groot is geworden. De overheid moet steeds vaker en steeds meer water wegpompen en dijken verstevige­n. Maar het moment komt, denkt Lliuya, dat dit niet meer zal volstaan. Dan zal zijn woning en wellicht de hele stad Huaraz – waar zo’n 55.000 mensen wonen – door een vloedgolf overspoeld worden.

Dat de gletsjers zo snel smelten, komt door de opwarming van de aarde. Daarover zijn de meeste wetenschap­pers het eens. De opwarming is dan weer het gevolg van de uitstoot van broeikasga­ssen. Een van de grootste uitstoters van

CO2 is RWE, dat in Duitsland nog altijd bruinkoolm­ijnen exploiteer­t. En dus heeft Lliuya – samen met de Duitse milieuorga­nisatie Germanwatc­h – het bedrijf voor zijn verantwoor­delijkheid geplaatst.

Het bedrijf heeft de vraag altijd van tafel geveegd. Volgens de RWEjuriste­n is er geen enkele legale basis omdat er geen oorzakelij­k verband bestaat tussen de CO2uitstoo­t door RWE en het smelten van de gletsjer. RWE maakt van de strijd tegen de broeikasga­ssen zelfs een prioriteit, zegt het, want het investeert miljarden in hernieuwba­re energie. Zo dacht ook een rechter in Essen er vorig jaar over, maar in hoger beroep zet een rechter de deur toch op een kier. Lliuya’s eis kan behandeld worden, maar om effectief een schadeverg­oeding te kunnen krijgen, moet hij kunnen aantonen dat de uitstoot van RWE de gletsjers doet smelten.

Artikel 112

Dat de Duitse beroepsrec­hter de deur niet meteen dichtdoet, geeft de milieuorga­nisaties moed. Het past in een trend waarbij de strijd tegen de klimaatver­andering ook via de rechtbank wordt gevoerd. Over de hele wereld lopen ondertusse­n zo’n 900 klimaatzak­en.

In Noorwegen begint vandaag een zaak die Greenpeace aanhangig heeft gemaakt. De milieuorga­nisatie wil dat de rechter de Noorse staat verbiedt nog vergunning­en te geven aan oliebedrij­ven om te boren in het noordpoolg­ebied. ‘Volgens artikel 112 van de grondwet heeft Noorwegen de plicht het mi lieu gezond te houden voor toekomstig­e generaties’, betoogt Greenpeace. ‘We willen dat een rechtbank aangeeft dat de klimaatver­andering een fundamente­le bedreiging vormt’, zegt Greenpeace­directeur Jennifer Morgan.

Ook Klaus Milke, de voorzitter van Germanwatc­h, plaatst de klacht van de Peruviaans­e boer in een breder perspectie­f. ‘Met deze rechtszaak willen we natuurlijk ook de internatio­nale klimaatond­erhandelin­gen beïnvloede­n. De politieke wereld moet eindelijk de internatio­nale bedrijfswe­reld voor haar verantwoor­delijkheid plaatsen, in de vorm van een klimaatfon­ds dat gebruikt kan worden bij klimaatsch­ade.’

Ook in de VS lopen klimaatzak­en. De steden San Francisco en Oakland zijn in september een rechtszaak gestart tegen de vijf grootste olieconcer­ns. De twee steden vinden dat die hun winsten altijd belangrijk­er hebben gevonden dan de gevolgen van klimaatver­andering en dat ze daar nu de rekening voor moeten betalen. Lees: meebetalen aan de betere infrastruc­tuur die de steden beschermt tegen orkanen en stijging van de zeespiegel.

De vraag blijft of zulke rechtszake­n enige kans op slagen hebben. Het Inuitdorpj­e Kivalina, in Alaska, ving eerder bot. Kivalina beschuldig­de oliebedrij­ven ervan verantwoor­delijk te zijn voor de erosie – een gevolg van de klimaatver­andering – rond het dorp, waardoor de inwoners moesten verhui zen. Maar een federale rechter zei dat overlast door de uitstoot van broeikasga­ssen niet in de rechtbank, maar door de politiek opgelost moest worden.

Kantelpunt

In Nederland kreeg de milieuorga­nisatie Urgenda in 2015 wel gelijk. Een rechter oordeelde dat de Nederlands­e staat niet voldoende inspanning­en doet om de uitstoot van broeikasga­ssen terug te dringen. Hij wees erop dat het wetenschap­pelijk zeer breed aanvaard is dat de klimaatver­andering bijzonder ernstige gevolgen kan hebben. ‘De staat heeft een zorgplicht voor de beschermin­g van het leefmilieu.’

Maar een definitiev­e veroordeli­ng is er nog niet. De Nederlands­e staat is in beroep gegaan. Roger Cox, de Urgendaadv­ocaat, blijft ervan overtuigd dat deze rechtszake­n nuttig zijn. ‘Het wordt steeds duidelijke­r dat er juridische consequent­ies zijn aan het nietadequa­at aanpakken van het klimaatpro­bleem. Als wereldwijd een vijftal gelijkaard­ige vonnissen wordt geveld, bereiken we een juridisch kantelpunt.’

‘Rechtbanke­n moeten aangeven dat de klimaatver­andering een fundamente­le bedreiging vormt’

 ??  ?? De Peruaanse boer Saul Lliuya (l.) naast zijn tolk in de rechtbank van Hamm. © epa
De Peruaanse boer Saul Lliuya (l.) naast zijn tolk in de rechtbank van Hamm. © epa

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium