Liepen er echt 60.000 fascisten door Warschau?
De jaarlijkse Onafhankelijkheidsmars in Warschau leidt tot bezorgdheid vanwege de racistische en extreemrechtse spandoeken.
BOEDAPEST I Een dichte roodgrijze nevel verspreidde zich zaterdag boven de hoofden van de tienduizenden aanwezigen bij de Onafhankelijkheidsmars in de Poolse hoofdstad Warschau. De rook van het vuurwerk in de handen van jonge en vaak gemaskerde demonstranten wekte een intimiderende indruk.
Grimmiger nog waren de extreemrechtse insignes en slogans in de optocht die de wedergeboorte van de Poolse natie in 1918 herdacht. In de deinende massa roodwitte Poolse vlaggen kwamen spandoeken voorbij met boodschappen als ‘een blank Europa van broederlijke naties’, ‘puur bloed’ en ‘stop de islamisering van Polen’.
‘Een prachtig gezicht’
De internationale verspreiding van de beelden maakte het jaarlijkse evenement tot symbool van de opmars van extreemrechts in MiddenEuropa. Op sociale media werd de mars van ‘60.000 neofascisten’ afgelopen weekend veel besproken.
Veel Poolse commentatoren, ook aan de linkerzijde, zijn genuanceerder. De Onafhankelijkheidsmars wordt al sinds 2010 georganiseerd door enkele extreemrechtse bewegingen. De opkomst lijkt niet spectaculair te stijgen. Officiële schattingen over zaterdag liepen uiteen tussen 30.000 en 60.000.
Bovendien zou een meerderheid van de deelnemers gewone Polen zijn met een nationalistische overtuiging. Velen onder hen benadrukten zaterdag tegenover journalisten dat ze niet meeliepen om steun te betuigen aan fascistische bewegingen. En toch: de aanwezigheid van deze burgers bij een mars die georganiseerd wordt door extreemrechts en die neofascisten uit heel Europa aantrekt, het belichaamt volgens critici wel hoe salonfähig de ultranationalisten inmiddels zijn in Polen.
Dat is een ontwikkeling waar velen de nationaalconservatieve regering van Recht en Rechtvaardigheid (PiS) voor verantwoordelijk achten. PiSpolitici en media zouden met vijandige retoriek over islamitische vluchtelingen xenofobie aanmoedigen. Voor extreemrechtse uitspattingen heeft het regeringskamp volgens critici dan weer nauwelijks oog.
Minister van Binnenlandse Zaken Mariusz Blaszczak noemde de mars op een persconferentie ‘een prachtig gezicht’. Op de vraag wat hij vond van de racistische slogans, antwoordde Blaszczak dat hij deze ‘persoonlijk niet gezien had’.
Er was dit jaar een veel kleinere tegenbetoging van linkse tegenstanders. In vergelijking met andere jaren bleef het geweld tegen hen beperkt.
Meerderheid van deelnemers zou gewone Polen zijn met een nationalistische overtuiging