HOE KOMT HET DAT VEEL VROUWEN NIET SNELLER VAN ZICH AFBIJTEN?
‘Meisjes leren hun intuïtie te wantrouwen en altijd vriendelijk en beleefd te zijn’
BRUSSEL I Toen Suzanne Cautaert en een collega in 1980 een kleine advertentie zetten voor hun eerste cursus feministische zelfverdediging – ‘Ik ben er zelfs niet zeker van dat het geen ‘feministiese’ zelfverdediging was, zolang is het geleden’ – telde hun expertisecentrum Refleks direct een wachtlijst van driehonderd vrouwen. Cautaert verdiepte zich al sinds 1974 in geweld tegen vrouwen, hoorde keer op keer verhalen die haar haren te berge deden rijzen, maar vond het thema nergens op de agenda terug. Omdat ze liever aan preventie deed dan aan hulpverlening achteraf, en al lang zelf een vechtsport beoefende, kwam ze bij een cursus zelfverdediging uit.
‘In het begin lag het accent op fysieke technieken: als iemand je van je fiets sleurt, wat kan je doen? Maar al van de eerste les kwamen er heel andere vragen. “Wat doe ik als mijn baas blijft aandringen om eens op hotel te gaan?’’ Of: “Wat moet ik doen als mijn man me dwingt om seks te hebben?’’ Ik schrok ongelooflijk van die verhalen, en ook van hoeveel van die verhalen we te horen kregen. En het vreselijke is: veertig jaar later horen we dezelfde verhalen nog altijd.’
De meeste verkrachtingen gebeuren door bekenden – familieleden, bazen, vrienden, (ex)minnaars, buren – maar het taaie cliché van de onbekende verkrachter houdt stand. ‘Net zoals het idee dat een verkrachting, een aanranding of een suggestie die zwaar over de schreef gaat, uit de lucht komt vallen. Bijna altijd gaan dezelfde patronen eraan vooraf. Maar als je vrouwen tijdens de eerste les vraagt waarom ze komen, zeggen ze: “ik wil me veiliger voelen als ik mijn auto in een parkeergarage zet, of als ik ga joggen”.’
Vriendelijk en beleefd
De ‘onderbouw’ van de cursus klinkt een beetje soft: je hebt het basisrecht om je grenzen te stellen. ‘Dat is helemaal niet soft. Het besef dat vrouwen beslissen wat hun grenzen zijn, niet iemand anders, is altijd een ongelooflijke eyeopener. Vrouwen verleggen hun grenzen voortdurend: omdat ze geen flauwe trien willen zijn, of geen bitch, of zich afvragen of ze geen gevaar zien waar er geen is. Er wordt immers bijna nooit over ongewenste intimiteiten gepraat, dus nemen ze aan dat het wel aan hen zal liggen.’ Zijn er dan geen vrouwen die te achterdochtig zijn? ‘Ik heb er een paar ontmoet die hun grenzen te strak trokken. Bijna altijd was dat na een nare ervaring’, zegt Cautaert.
‘Vrouwen krijgen waardeloze strategieën in hun opvoeding. Ze leren om een situatie te negeren of te ontwijken, vriendelijk en beleefd te blijven, en als dat niet werkt, te hopen dat een man te hulp komt. Dus doen ze alsof ze dubbelzinnige opmerkin
gen niet horen en deleten ze schunnige mails, tot het moment dat ze snappen: dit gaat niet stoppen. Dan slaat de angst toe, en als je staat te trillen van de angst, zeg je niets meer. Dat blijkt telkens weer uit getuigenissen van vrouwen die zeggen: “ik bevroor”.’
Taboe op kwaadheid
Met haar collega’s bedacht Suzanne Cautaert oefeningen die inspeelden op de situaties waarover vrouwen getuigden. ‘Mentale, verbale en emotionele weerbaarheid’ is een belangrijke pijler, maar elke sessie begint met fysieke verdediging. ‘Omdat vrouwen altijd eerst vragen: wat als woorden niet helpen? We beginnen met speelse contactoefeningen om het ijs te breken. Vaak zijn vrouwen sinds de jeugdbeweging niet meer zo fysiek bezig geweest. Daarna volgt stevig leren slaan.’
Maar het is belangrijker om gevaarsignalen op tijd te zien en stop te zetten. ‘We oefenen situaties in die zich kunnen voordoen op straat, op het openbaar vervoer, op het werk of in de familie. Vraag aan vrouwen wat ze kunnen doen als ze op straat worden gevolgd, dan zijn de antwoorden alweer veertig jaar dezelfde: sneller lopen, ergens aanbellen, politie of bekenden bellen. Niemand zegt: “Ik draai mij om en zeg dat hij me met rust moet laten.” Omdat je bent grootgebracht met het idee dat verzet tegen een man de situatie alleen erger zal maken.’
Is dat dan niet zo? ‘Veel van de duizenden vrouwen die de cursus hebben gevolgd, heb ik later nog ontmoet. Die zeggen altijd: ik zie het nu beter aankomen, ik laat het niet aanslepen, en als iemand toch mijn grenzen overschrijdt, maak ik me kwaad. Maar van al die vrouwen heb ik er nog maar vier ontmoet die zich ook fysiek hebben moeten verdedigen. Er rust een zeer groot taboe op kwaadheid bij vrouwen. Een vrouw die kwaad wordt, dat is een bitch, die heeft haar regels of die is sociaal onaangepast. Ik krijg daarop de meest verraste reacties: je kunt dus kwaad worden en toch vrouwelijk blijven?’
Smerige straattechnieken
Maar stel dat je je hebt omgedraaid en je aanvaller is niet van het babbelende soort. ‘Kijk om je heen! Niet alle mannen die je kent, zijn groter, gespierder of zwaarder dan jij. Ook mannen hebben kwetsbare plekken: ogen, geslachtsdelen ... Bovendien heb je als vrouw het voordeel van de verrassing als je snel en goed toeslaat.’
Wat leert Cautaert vrouwen dan aan? ‘Hoe je kunt vastgegrepen worden, bij de keel of het haar bijvoorbeeld, en welke verdedigingstechniek jou het best ligt. (lacht) We leren vooral een paar smerige straattechnieken aan: hoe schop je iemand in het kruis, hoe stoot je onder de neus. En keihard brullen: je stem is je krachtigste wapen.’
Maar de jongste maanden werd het toch duidelijk dat ook judoka’s, die soms wereldklasse halen, geïntimideerd werden. ‘Mannen kunnen zich niet indenken hoe vrouwen aangeleerd wordt om hen te ontzien en niet te kwetsen. Hoe nauwer de banden met de man die je grenzen overtreedt, hoe moeilijker het is om het aan te pakken – zo’n coach met wie je al sinds je jeugd traint, is een goed voorbeeld.’
Vandaar dus het belang om de signalen te herkennen voor de complimentjes, de grapjes en de al dan niet onschuldige uitnodigingen bedreigend worden. ‘Een onbekende op een trein hoort je bijvoorbeeld uit: ben je getrouwd, waar woon je? Je heb er een slecht gevoel bij. Je intuïtie is meestal juist, maar we hebben geleerd om die te wantrouwen. Je hoeft geen alarm te slaan bij een eerste signaal, wees gewoon op je hoede. Als het signaal zich herhaalt, moet je wel iets doen. De eerste keer mag dat genuanceerd zijn: “Dat mailtje van gisteren, ik vond dat niet grappig.’’ We leren vrouwen ook het belang van lichaamstaal. Als je glimlacht of voortdurend “sorry” zegt, ondermijn je wat je zegt.’
Kwetsbare jongens
Af en toe krijgt Cautaert de vraag waarom haar cursussen niet openstaan voor mannen. ‘Jongens en jonge mannen zijn óók kwetsbaar, getuige de schandalen in de kerk of sportclubs. Weerbaarheidstrainingen zouden ook voor jongens nuttig kunnen zijn. Maar omdat jongens anders gesocialiseerd worden dan meisjes, zouden er andere accenten moeten worden gelegd. Ons programma valt niet zomaar te kopiëren voor jongens. Een instructeur die ons programma heeft uitgetest in een instelling voor geplaatste jongeren, was totaal gechoqueerd door hun vrouwbeeld. Wat henzelf was overkomen vonden ze niet oké, maar wel toelaatbaar voor vrouwen. Het zou fantastisch zijn als mannen zelf zouden starten met programma’s voor jongens.’
Drie jaar geleden – ze was op pensioen als cursusleidster – vroegen de provincies OostVlaanderen en Antwerpen of Cautaert voor hen niet opnieuw de cursussen volgens de methode van Refleks wilde organiseren. In samenwerking met het centrum voor intrafamiliaal geweld FJCVeilig Thuis leidt ze nu instructrices op. ‘Mensen vragen of ik het niet sneu vind om weer hetzelfde te doen als veertig jaar geleden, maar anders gaat de ervaring van jaren verloren. En de noodzaak … tja, kijk naar het nieuws.’