‘We zijn geen gebuisde scheidsrechters’ Niet Ivan Leko, Lukasz Teodorczyk of Kevin De Bruyne veroorzaakten afgelopen maanden het meeste opwinding in de voetbalwereld. Maar wel Kris Bellon, Christophe Delacour, Yves Marchand en Tim Pots. De vier videorefs
FRANK BUYSE
BRUSSEL I De vier videoscheidsrechters – officieel VAR (Video Assistant Referee) – kregen dit seizoen al heel wat over zich heen. Al op de derde speeldag was er ophef rond een penaltyfout van Mechele op Olayinka in Zulte Waregem–Club Brugge. ‘De videoref sliep al’, sneerde Esseveecoach Francky Dury. Yves Marchand steekt de hand in eigen boezem. ‘Ik heb Dury achteraf niet gebeld. Maar ik kan wel zeggen dat ik de videoref ben die de eerste fout maakte in de Belgische voetbalgeschiedenis. Dat deed me ook pijn, hoor. En ik heb me ook verontschuldigd. Maar of ik daarom de hele week op de eerste pagina van de kranten moest staan tussen de criminelen …’
Ook als ze er niet waren, zoals op Anderlecht–Club Brugge, was het hun fout. ‘Het was organisatorisch niet mogelijk om op alle topmatchen aanwezig te zijn’, zegt Tim Pots. ‘In deze testfase moet bij elke club op drie uit en drie thuiswedstrijden een videoref aanwezig zijn.’
150 jaar ervaring
Het is de kern van hun betoog: bijna alle kritiek op het systeem van de videorefs, op hun vijf tot tien tussenkomsten per match, komt voort uit onwetendheid. ‘De media moeten het publiek de juiste informatie geven’, zegt Kris Bellon. ‘Van de Ifab (International Football Association Board, red.) mogen we slechts tussenkomen in vier specifieke gevallen (geldig doelpunt of niet, penalty of niet, directe rode kaart en identiteitswissel, red.) en wanneer de ref volledig de mist ingaat.’
‘Er wordt te veel op ons geschoten, terwijl we het protocol volgen’, zegt Marchand. ‘We mogen ons niet focussen op de beste beslissing, want dan zijn we mee aan het arbitreren’, vult Bellon aan. ‘We moeten ons focussen op de verkeerde beslissingen, want dan moeten we tussenkomen.’
Dat ze ‘gebuisde refs’ worden genoemd, valt dan ook zwaar. ‘De actieve refs zouden het niet beter doen dan wij’, aldus Bellon. Marchand: ‘En wat de reglementenkennis betreft: hier zit wel meer dan 150 jaar ervaring als ref samen. Maar 90 minuten intens geconcentreerd op dat scherm kijken, is immens slopend en stresserend. Het is mentaal veel belastender dan fluiten.’ Bellon: ‘Topref Nicola Rizzoli, die al een Champions Leaguefinale floot, zei na zijn eerste match als videoref: “Ik fluit tien keer liever dan dit”.’
Pioniers
Iedereen vergeet ook dat het pioniers zijn. Initiatiefnemer Bellon wijst de criticasters erop dat het project nog steeds in een opstartfase zit. En dat is een groot excuus voor de groeifouten. ‘Er was nauwelijks tijd voor opleidingen en trainingen’, zegt Bellon. ‘Sommige refs hebben zelfs nog geen match met een VAR gefloten. In Nederland testen ze het systeem nog steeds uit met twee toprefs in bekermatchen als Ajax– Den Dijk… En die zijn er al vier jaar mee bezig. Wij nog maar tien maanden en we staan al veel verder.’
‘Het verwachtingspatroon is te hoog’, zegt Marchand. ‘Men dacht: met videorefs geen fouten en discussies meer. Er zullen altijd discussies blijven. Omdat voetbal geen exacte wetenschap is.’ Pots: ‘En we hebben geen binair reglement zoals in het hockey. Bal tegen de voet is daar een strafcorner. In het voetbal is niet elke bal tegen de hand een strafschop. In voetbal heb je 10 procent wit, 10 procent zwart en 80 procent grijs. Wij zijn er voor het zwarte en witte gedeelte.’
Het viertal had niet verwacht zoveel commentaar te krijgen. ‘Maar zelfs al hadden we het geweten, we hadden het nóg gedaan’, zegt Marchand. ‘Je moet er een beetje masochist voor zijn, ja. Maar dat ben je als scheidsrechter ook.’ Delacour: ‘We vragen ook constant feedback van de refs. Zo groeit het vertrouwen en kunnen we beter communiceren.’
8 op 12 juist
En ze doen het niet voor die 80 euro per match. Maar wegens een heilig geloof in het systeem. Want ze zijn ervan overtuigd dat het een meerwaarde is. Daarom dachten ze nog geen moment aan stoppen. ‘Want als wij stoppen’, zegt Pots, ‘hebben we geen VARsysteem meer.’
Bellon: ‘Op een internationaal congres in Zürich bleek dat dankzij de videoref het aantal verkeerde beslissingen van de ref duidelijk is gedaald. Bij ons blijkt dat op de twaalf fases die werden herbekeken, acht beslissingen juist waren. Zonder videorefs was dat dus 0 op 12 geweest. Wij zorgen niet voor extra problemen. We proberen ze zo goed mogelijk op te lossen.’
Maar ze zijn ook niet blind voor de fouten die zijn gemaakt. Delacour: ‘Het blijft zoeken naar de grenzen van de grijze zone.’ Bellon pikt in: ‘Toegegeven, we komen nu nog te veel tussen. Op een internationaal VARseminarie in Zürich bleek dat het gemiddelde één interventie om de drie matchen is.’