Stijn Meuris trekt in zijn tweede ‘Tirade’ weer hard van leer tegen de politiek. Al hebben we natuurlijk wel de leiders die we verdienen. ‘Maar zijn wij zelf zoveel beter?’
Op een podiumvullend doek staan alle woorden en thema’s waarover M euris he t in deze voorstelling wil hebben ( gutmensch, zomerakkoord, cliëntelisme, ‘ Arco, ik los dat op ’, k euzestress, #notme ... ). Door de luidsprek ers weerklinkt ‘Kumbaya’. Heel e ven ze t Meuris het publiek aan om mee te zingen, om dan abrupt los te barsten in een conference die bol staat van oprechte boosheid en verontwaardiging.
Zonder klank is Liesbeth Hom ans een topwi jf maar me t haar ‘subtiele leugens’ kan Meuris niet leven. De quote van het jaar is van Gwendolyn Rutten en voor T heo Francken valt M euris terug op dezelfde historische connectie als vorig jaar. En hij is, echt waar, een fan van Ben Weyts, toch minstens van diens ongebreidelde dadendrang en enthousiasme. You ‘ gotta love the man! ’
Meuris kruidt zi jn ge tormenteerde monoloog met authentieke observaties (de kilome terpaaltjes langs de snelweg , passie voor piepschuim, de boskaar t ... ) en fictieve dialogen. Echte comedy wordt het nooit, tenzij misschien in de herk enbare frituursk etch. Voor de rest is dit vintage Meuris, naar eigen zeggen halve autist en hele ADHD’ er, een topver teller met het hart op de tong en volgens zijn fans ook op de juiste plaats. De negentig minuten waren in een wip voorbi j, alti jd een goed criterium om de kwaliteit van een voorstelling te beoordelen.
Voor zi jn eerste Tirade had Meuris een gruweli jk kader verhaaltje bedacht, ie ts me t J ohan