‘Een gewonnen levensjaar van een 85jarige is minder waard’
Een onafhankelijk Europees kenniscentrum zou moeten uitmaken wat een extra levensjaar mag kosten. Vandaag bepaalt elke lidstaat nog steeds zijn eigen regels.
‘In België bestaat een of ficieuze bovengrens voor wat een e xtra levensjaar de ziekte verzekering mag k osten: tussen 35.000 en 40.000 euro per gewonnen kwaliteitsvol levensjaar. Een kankerbehandeling die 100.000 euro kost en gemiddeld één extra levensjaar oplevert, maakt dus niet zoveel kans om terugbetaald te worden. Maar het gaat niet om een oficiële, strikte bovengrens. Het is veeleer he t bedrag dat beleidsmak ers in he t achterhoofd houden bij beslissingen over nieuwe geneesmiddelen.’
‘In het Verenigd Koninkrijk gaat de overheid er verder in. Er geldt een of ficiële grens van 20.000 tot 30.000 pond (22.000 tot 33.000 euro,
red.) per gewonnen kwaliteitsvol levensjaar. Alles wat duurder is, wordt in theorie nie t terugbetaald. Dat bedrag is overigens arbitrair vastgelegd, na overleg me t stakeholders.’
‘Gezondheidseconomen hebben wel allerlei technieken om te schatten hoeveel een levensjaar waard is. Je kan bijvoorbeeld een analyse maken van het loon dat de werknemers voor risicovolle jobs krijgen. Dat geeft een idee hoeveel werknemers in ruil willen voor het risico. Daaruit kan je de waarde afleiden die ze aan hun leven hechten. Maar zulk e berek eningswijzen zi jn omstreden. Het is nie t gezegd dat de werknemers geheel vrijwillig het risico op zich nemen en een sterke onderhandelingspositie hebben tegenover hun werkgevers.’
‘In de meeste landen, waaronder België, wordt de verantwoorde prijs van een behandeling die extra levensjaren oplevert, als volgt berekend: we kijken naar het bedrag dat wordt uitgespaard aan gezondheidskosten als de patiënt zou genezen door de behandeling in k westie en daardoor bijvoorbeeld niet meer opgenomen moet worden in het ziekenhuis.’
‘In Nederland wordt naast de gezondheidskosten ook rek ening gehouden met het productiviteitsverlies van de zieke persoon. Dan kom je op hogere bedragen uit dan de Belgische oficieuze grens van 35.000 tot 40.000 euro. Bi j onze noorderburen worden daarom pri jzen van 80.000 tot 100.000 euro voor een extra levensjaar sneller aanvaard dan elders.’
‘Ik ben in elk geval geen grote voorstander van een rigide bovengrens, wel van een prijsvork. Als de pri js van een behandeling onder pakweg 15.000 euro per gewonnen levensjaar zit, is de kans op terugbe taling groot en bij prijzen boven de 35.000 tot 40.000 euro klein. De context moet telkens mee bekeken worden. Eén gewonnen levensjaar van een 85 jarige is in de ogen van velen, ook van mi j, minder waard dan een gewonnen levensjaar van een vijfjarig kind.’
‘Niet alleen bij kinderen, ook bi j kleine groepen patiënten is de maatschappelijke bereidheid groter om meer te be talen dan voor andere pa tiënten. Dat effect zie je bij zeldzame ziekten, die kleine, identificeerbare groepen van patiënten treffen. Hun geneesmiddelen zijn heel duur omdat de farmaceutische bedrijven hun investeringen op kleine groepen moe ten terugverdienen. Ondanks de hoge prijs hoeven de farmabedrijven zelfs geen berekening voor te leggen van de kost voor een ge wonnen levensjaar – juist omdat de maatschappij en de overheid bereid zijn om voor patiënten met een zeldzame aandoening veel te be talen.’
‘Het is trouwens nie t een voudig om te berekenen hoeveel kwaliteitsvolle le vensjaren door een bepaalde nieuwe behandeling worden ge wonnen. H et is zelfs niet gezegd dat alleen levensjaren gewonnen worden als pakweg een nieuwe kankerbehandeling wordt terugbetaald. Om die uitga ven te kunnen doen, moe t de overheid mogelijk met middelen schuiven, waardoor er bespaard wordt op de behandeling van groepen patiënten met heel andere aandoeningen. M ogelijk zijn die patiënten door de terugbetaling van het nieuwe kankergeneesmiddel slechter af en worden er bij hen zelfs kwaliteitsvolle levensjaren verloren.’
‘Er zou één groot, onafhankelijk Europees kenniscentrum moeten komen om degelijke modellen op te stellen voor de berekening van het aantal gewonnen en verloren levensjaren. De farmabedrijven maken voor aanvraagdossiers rond terugbetaling zelf berekeningen, maar die zijn vaak simplistisch.’
‘Er zou één onafhankelijk Europees kenniscentrum moeten komen om modellen op te stellen voor de berekening van het aantal gewonnen en verloren levensjaren’