HET COMFORT VAN HET VERBOD
Hoe moeten politici terechte bezorgdheden vertalen naar efficiënte maatregelen die uiteindelijk het gedrag van burgers veranderen? Heel snel grijpen overheden naar allerlei verbodsbepalingen. Dat kan absoluut gerechtvaardigd zijn. Maar de mediagenieke aanpak blijft soms aan de oppervlakte hangen. Het wordt nog delicater als bepaalde verboden schuren met fundamentele vrijheden.
De actualiteit levert twee mooie voorbeelden. In navolging van Wallonië denkt Vlaams minister van Milieu Joke Schauvliege aan een rookverbod in auto’s wanneer kinderen jonger dan zestien jaar meerijden. Niet roken in de buurt van kinderen is de logica zelve. Een sigaret opsteken in een afgesloten ruimte vormt een aanslag op de luchtwegen van de inzittenden, met jongeren als een kwetsbare groep.
Toch kreeg het voornemen in het verleden tegenkanting. Hoe zit het met de privacy? Zullen we straks ook het roken in huis verbieden als er ukjes in de buurt zijn? Maar vooral, hoe gaan we dat verbod afdwingen? Gsm’en achter het stuur valt nog te detecteren, het roken van een sigaret nauwelijks. De aanpak van de moslimpredikers Abid Tounssi en Ali Houri lijkt in hetzelfde bedje ziek. De verontwaardiging over hun idiote stellingen is volledig terecht. Een liberale samenleving hoeft voor islamitische peptalk de rode loper niet uit te rollen. Elke vorm van relativering is ongepast.
Meteen klinkt de roep om de twee karikaturen een spreekverbod te geven. Maar dat spoort niet met de vrijheid van meningsuiting. Dan maar snel verhinderen dat ze een zaal gebruiken die aan de gemeenschap toebehoort. Daarmee verdwijnt het woord niet, het gaat gewoon ondergronds en valt moeilijker te monitoren.
In essentie hebben snelle verboden iets hypocriets. Schauvliege legt terecht een link tussen luchtkwaliteit en gezondheid. Maar waarom is deze minister dan laks als het op de algemene aanpak van de luchtkwaliteit in Vlaanderen aankomt? In stedelijke agglomeraties kunnen steeds meer kinderen niet zonder een puffer. Wellicht is dat een veel diepgaander probleem dan roken in de auto. Maar de minister wil er haar vingers niet aan branden.
Wat die predikers betreft, eigenlijk moet de overheid nagaan waarom die überhaupt succes hebben bij moslimjongeren. Wat is de déclic om te gaan luisteren naar onzinnige verhaaltjes? Waarom laten ze hun ontluikende identiteit verkankeren door een discours dat hen naar de marge van de samenleving verbant? Toegegeven, dat vraagt meer inspanning en wellicht ook wat zelfreflectie.
Luchtvervuiling voor kinderen veel diepgaander probleem dan roken in de auto