Vlaanderen is bang van zijn
Een binnenkort te stemmen decreet over ruimtelijke ordening lijkt de Vlaamse burger te reduceren tot een lastpost, zegt HENDRIK SCHOUKENS.
Er raast een hogesnelheidstrein door het Vlaams Parlement: de ‘Codextrein’, genoemd naar de ‘Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening’. De bestemming: een duurzame ruimtelijke ordening in Vlaanderen. Ruimtelijke beleidsplannen zullen de template vormen voor wat hopelijk een duurzamer ruimtelijk beleid vormt. Maar er schuilt meer dan één adder onder het gras. Het is onbegrijpelijk dat deze nieuwe plannen niet verplicht het voorwerp zijn van een strategische milieueffectenbeoordeling, een anomalie die Vlaanderen opnieuw op de kaart zet als ‘MERfossiel’ binnen Europa. Alsof een trein géén nood heeft aan een goed geïnformeerde bestuurder. Het wekt ook verbazing dat men de bouwmogelijkheden in agrarische gebieden met landschappelijke waarde verder wil verruimen, in ons versnipperde Vlaamse landschap allicht een recept voor verdere verrommeling. Maar
passons. Er zit een nog kwalijkere gast verscholen op de Codextrein: een schijnbaar onschuldig artikeltje dat de beroepsrechten van alle burgers inperkt.
Een afbouw van de beroepsrechten belangt iedereen aan. Willen we niet allemaal onze leefomgeving vrijwaren tegen ondoordachte ruimtelijke ontwikkeling en ons zegje kunnen doen over de ruimtelijke inrichting van onze buurt?
Onder het huidige systeem kan iedereen van wie de rechten worden aangetast door een bouwproject administratief beroep aantekenen tegen de vergunning. Indien dat beroep verworpen wordt, kun je bij de rechter terecht, die dan de wettig heid van de vergunning onderzoekt.
Het nieuwe voorstel houdt in dat alleen burgers die bezwaar hebben ingediend tijdens het openbaar onderzoek over een vergunningsaanvraag dit nog kunnen doen. Dat lijkt op het eerste gezicht vrij technisch, maar de gevolgen zijn niet te onderschatten. De gele affiche van het openbaar onderzoek gemist omdat je een weekje op vakantie was of omdat je niet op de hoogte was van de impact van het project? Je kunt het schudden, de deur naar de rechter blijft gesloten. Het inspraakrecht wordt op die manier een inspraakplicht. En het openbaar onderzoek, dat net een uitnodigend instrument zou moeten zijn tot proactieve burgerparticipatie, wordt een onverwacht ‘zwaard van Damocles’.
Wat met de minder mondige burger?
Deregulering, rechtszekerheid en een vrees voor nimbyreflexen zijn de codewoorden. Vlaanderen stoort zich in deze niet aan zijn internationale en Europese verbintenissen. Het Verdrag van Aarhus uit 1998 zet net in op een ruime toegang tot de rechter en effectieve inspraak. Het voorstel staat daar haaks op. Ook de Raad van State formuleerde deze kritiek. Dat niemand binnen de Vlaamse meerderheid struikelt over de manifeste strijdigheid van de Codextrein met internationale milieuverplichtingen, zet te denken. Vooral omdat de Europese Commissie zich in april van dit jaar nog de moeite getroostte om in een lijvig rapport expliciet aan te
stippen dat men de toegang tot de rechter in milieuzaken niet kan beperken tot personen die hebben deelgenomen aan de inspraakprocedures.
Het voorstel zal ironisch genoeg leiden tot meer rechtsonzekerheid, precies het tegendeel van wat men beoogt. Maar er schort ook iets fundamenteels aan de onderliggende gedachtegang. De regering neemt blijkbaar aan dat burgers alleen voor hun plezier naar de rechter stappen. En waar uiteraard soms uit de hand gelopen burenruzies voor de administratieve rechter belanden, toont de recente praktijk aan dat burgerparticipatie wel degelijk tot tastbare resultaten voor het milieu kan leiden. Burgers nemen steeds meer de rol van ‘guardians of nature’ op zich, net omdat zij vaak beter het belang inzien van hun lokale biodiversiteit, erfgoed en leefkwaliteit.
Het voorstel is vooral op het lijf geschreven van de hoogopgeleide middenklasse, die haar rechten kent en makkelijk toegang heeft tot gespecialiseerde advocaten. Minder geïnformeerde groepen, zoals armere of oudere mensen die minder thuis zijn in het kluwen van onze regelgeving, zijn de pineut. In ambtelijke newspeak heet dat dan ‘het beginsel van behoorlijk burgerschap’ dat primeert. Guidelines onder het Verdrag van Aarhus leggen Vlaanderen nochtans op om net meer inspanningen te doen voor minder mondige mensen in de samenleving. Geen accident de parcours Er zit nog een tweede decreetsvoorstel in de pijplijn. Daarin wordt
De gele affiche van het openbaar onderzoek gemist omdat je op vakantie was? Je kunt het schudden, de deur naar de rechter blijft gesloten
burgers het recht ontnomen om in plaats van hun gemeente naar de rechter te stappen wanneer die nalaat de milieuwetten af te dwingen. Ook dat is een stap achteruit voor de milieubescherming.
In tijden waarin de collusie tussen de belangen van projectontwikkelaars en gemeentelijke overheden terecht aan de kaak wordt gesteld, is het belang van gedegen rechtsbescherming alleen maar toegenomen. De huidige voorstellen lijken gefundenes Fressen voor die projectontwikkelaars. Maar wat dan met de goede ruimtelijke ordening? Is die niet net gebaat met meer inspraak? Indien we die betonstop ooit willen halen, lijkt er voor de Vlaamse meerderheid nu woensdag, als over dit voorstel gestemd wordt, slechts één ding op te zitten in het parlement: de Codextrein weer op het juiste spoor van de inspraak zetten. Op die manier zou de Vlaamse regering niet alleen het vertrouwen in haar eigen burgers maar ook in haar eigen administraties herbevestigen. Want een overheid die gedegen beslissingen treft, hoeft toch niets of niemand te vrezen in de rechtbank?