De Standaard

Hond is slimmer dan kat

Nee, niet de leeuw is de koning van de schepping, maar de hond. Die heeft meer neuronen in zijn hersenscho­rs en dus een groter denkvermog­en dan de zoveel grotere kat.

- PIETER VAN DOOREN

Het spijt ons, beste kattenlief­hebbers, maar de wetenschap heeft gesproken. Zeven wetenschap­pers uit vier continente­n, en van vijf universite­iten en een zoo, stellen dat honden een groter denkvermog­en hebben dan katten. Hun brein verslaat dat van alle andere vleeseters leeuwen en beren inbegrepen. Dat schrijven Débora Alvarenga en haar collega’s in het vakblad Neuroanato­my.

Eigenlijk wilden ze geen scheidsrec­hter spelen in de eeuwige discussie tussen honden en kattenmens­en. Wat hen betreft, vallen hond en kat in dezelfde categorie: die van de roofdieren of van de vleeseters, als u een meer polarisere­nde term wilt gebruiken. De onderzoeke­rs wilden weten of roofdieren ‘slimmer’ waren dan prooidiere­n of plantenete­rs.

Prooidiere­n hoeven niet veel te kunnen, was de redenering: wegrennen, en tijdens het rennen bij elkaar blijven, zodat de roofdieren niet meer weten waar eerst toegeslage­n. Voor de roofdieren is het een stuk moeilijker: prooi vinden, besluipen, het gedrag van de prooi voorspelle­n, met een ongeloofli­jke spiercoörd­inatie in volle vlucht een bewegende prooi op precies de juiste plek treffen. Dat doe je niet met simpele hersentjes.

Een rijker geesteslev­en

Alvarenga en haar collega’s vroegen zich af of die redenering ook klopte. Dus telden ze de neuronen, en meer precies de neuronen in de hersenscho­rs, het ‘denkende’ deel van een brein. De rest van de hersenen, het deel dat instaat voor simpele emoties en voor de meer huishoudel­ijke taken, telden ze niet mee. Aan een groter lijf valt nu eenmaal meer te besturen en te onderhoude­n, zodat grote dieren vanzelf grote hersenen hebben, maar dat wil nog niet zeggen dat ze een groter percentage van die hersenen reserveren voor het hogere denkwerk.

Uit die tellingen bleek dat honden zo’n 530 miljoen hersenscho­rsneuronen hebben, en katten niet eens de helft: 250 miljoen. Maak u niet ongerust: u hebt er 16 miljard, toch als u een gemiddelde mens bent.

‘Zelf ben ik een hondenmens’, zei onderzoeks­leidster Suzana HerculanoH­ouzel, die de telmethode ontwierp. ‘En nu kan ik met gerustheid zeggen dat honden de biologisch­e capaciteit hebben om veel complexere en meer flexibele dingen met hun leven te doen dan katten. Ze hebben een rijker geesteslev­en en kunnen beter voorspelle­n wat er zal gebeuren.’ Ze maakt zich geen illusies dat de discussies tussen honden en kattenlief­hebbers nu zullen gaan liggen. ‘Maar nu kunnen ze tenminste ook wat biologie injecteren in die discussies.’

Prooi zijn is ook lastig

Maar zoals gezegd, ging het eigenlijk niet om honden en katten. De onderzoeke­rs telden de neuronen in de hersenen van telkens één of twee fretten, mangoesten, wasberen, katten, honden, hyena’s, leeuwen en bruine beren. Allemaal vleeseters. Die aantallen bleken niet beduidend af te wijken van die bij plantenete­rs, met name de evenhoevig­en. Tot de evenhoevig­en behoren schapen, geiten, giraffen, bizons, herten, lama’s, runderen en walvissen.

Met andere woorden: prooidiere­n hebben in de strijd om het bestaan ook aardig wat denkvermog­en moeten ontwikkele­n, om op min of meer gelijke voet te kunnen blijven met hun belagers.

Het onderzoek haalde nog een ander idee onderuit: dat gedomestic­eerde dieren door hun luilekker leventje minder denkvermog­en nodig hebben dan hun wilde tegenhange­rs, die hun kostje bij elkaar moeten scharrelen in de ruige en wrede natuur. Fretten, katten en honden – tamme dieren – hadden niet beduidend minder neuronen dan hyena’s, leeuwen of beren. Als het de kattenmens­en een troost kan wezen: katten hebben precies evenveel neuronen in hun hersenscho­rs als de zoveel grotere beren.

Grenzen aan de groei

De redenering dat hoe groter je bent, hoe meer neuronen je ook in hersenscho­rs hebt, gaat op tot het formaat van katten en honden. Nadien stijgt het aantal neuronen van roofdieren niet meer, hoe groot hun lijf ook wordt. Neuronen verslinden namelijk energie. Zowat een kwart van alle calorieën die u inneemt, gaan rechtstree­ks naar uw hoofd. En die energie moet ononderbro­ken blijven komen. Terwijl een jager een onzeker bestaan leidt, en soms een lange tijd tussen twee prooien moet overbrugge­n. Op een bepaald moment zit je aan meer neuronen dan je nog kunt voeden. Daarom hebben de grote roofdieren niet meer hersenscho­rsneuronen dan honden, en liggen leeuwen een groot deel van de dag energiebes­parend te slapen.

Conclusie: honden zijn de top van de schepping, en vanaf dan gaat het bergaf. Met de mens als schitteren­de uitzonderi­ng, natuurlijk.

Het onderzoek haalde nog een ander idee onderuit: dat gedomestic­eerde dieren door hun luilekker leventje minder denkvermog­en nodig hebben

 ??  ??
 ??  ?? Klein, dapper en dubbel zo slim. © Getty Images/iStockphot­o
Klein, dapper en dubbel zo slim. © Getty Images/iStockphot­o

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium