geloofde in dialoog’
De vooruitzichten voor Puigdemont zijn niet zo riant. Volgens de peilingen zou zijn partij maar 13 tot 15 procent van de stemmen halen
die paar artikeltjes over het uitroepen van de onafhankelijkheid. Andere artikels gaan over fundamentele democratische rechten.’ Die rechten zijn in dit geval met de voeten getreden, vindt hij.
Puigdemont en de vier ministers die met hem vluchtten, zullen dus vanuit Brussel campagne moeten voeren. Hoe ze dat zullen doen? ‘Met technologie, verbeeldingskracht, creativiteit, inspanningen en wilskracht, en vooral met heel veel goesting omdat er gedacht moet worden aan zaken die niet gebruikelijk zijn’, zei Elsa Artadi in La Vanguardia.
De vooruitzichten voor Puigdemont zijn niet zo riant. Volgens de peilingen zou zijn partij, Junts per Catalunya, maar zo’n 13 tot 15 procent van de stemmen halen. De linksRepublikeinse ERC van de voormalige viceministerpresident Oriol Junqueras – een van de acht ministers die in de gevangenis zitten – zou de grootste partij worden. Dat Puigdemont opnieuw ministerpresident van Catalonië wordt, lijkt dus zeer onwaarschijnlijk. Junqueras maakt meer kans – als de separatisten al opnieuw aan de macht komen.
Dat laatste is lang niet zeker – maar ook niet onmogelijk. In de peilingen houden de twee kampen – voor en tegen onafhankelijkheid – elkaar opnieuw ongeveer in evenwicht met ongeveer 46 procent. Het wordt dus spannend op 21 december. Junqueras heeft, in een artikel in Politi
co, de EU al gevraagd om toezicht te houden bij de verkiezingen om elke twijfel over het resultaat te voorkomen. Zowel de ‘independentisten’ als de ‘constitutionalisten’ zetten alles op alles om hun aanhangers naar de stemlokalen te krijgen.
Op de vraag of hij, als hij opnieuw ministerpresident zou worden, nog eens eenzijdig de onafhankelijkheid wil uitroepen, antwoordde hij herhaaldelijk ontwijkend. ‘Ik wil de weg voortzetten die we, niet op 3 oktober (na het referendum over de onafhankelijkheid, red.) maar al in 2015 (na de vorige verkiezingen, red.) zijn ingeslagen.’
Was die onafhankelijkheidsverklaring dan maar een symbolische daad, zoals parlementsvoorzitter Carme Forcadell achteraf zei, of was het ernst? ‘Ook symbolische daden kunnen ernstig zijn’, antwoordde hij ad rem. Hij had verwacht dat er, na die verklaring, politieke onderhandelingen zouden komen met Madrid. ‘We hadden geen golf van repressie of een juridisch gevecht verwacht, wel het begin van een politiek proces. Het was dus symbolisch, maar ook politiek.’
Vindt hij, terugblikkend op de voorbije twee maanden, dat hij fouten gemaakt heeft? ‘Dat ik geloofde dat er in Spanje na veertig jaar een politieke dialoog mogelijk was’, antwoordde hij. ‘Maar de staat respecteert de regels van de democratie nog altijd niet.’ En, concreter: ‘We hadden verkiezingen moeten uitroepen voor artikel 155 van de grondwet (waardoor Spanje het bestuur over Catalonië overnam, red.) van kracht werd.’ Puigdemont stond op het punt dat te doen op 26 oktober, maar werd teruggefloten door zijn radicalere coalitiegenoten en de straat. Het was uiteindelijk de Spaanse premier Mariano Rajoy die besliste dat er nieuwe verkiezingen moesten komen in Catalonië.