Man behoudt vaker huis na echtscheiding
Wie van de twee verlaat de gezinswoning bij een echtscheiding? Net iets vaker de vrouw. Tenzij ze hoger opgeleid is of ouder dan haar partner.
Het diploma blijkt een goede voorspeller bij de vraag wie verhuist en wie blijft
Hoe we wonen, is sterk verbonden met hoe we liefhebben. Gaan we samenwonen, dan moet een van beide partners verhuizen. Komen er kinderen, dan start de zoektocht naar een groter huis. En hoe stabieler de relatie, hoe groter de kans dat koppels een woning kopen in plaats van huren.
Bij een scheiding is de vraag wie vertrekt en wie in het huis blijft wonen, een van de moeilijkere kwesties. Want verhuizen betekent de vertrouwde omgeving achterlaten, veel rompslomp en door de snelheid van een scheiding vaak ook een downgrade.
‘Na een scheiding kunnen blijven wonen waar je woont, is doorgaans een voordeel’, zegt socioloog Jan Van Bavel (KU Leuven). ‘De kinderen hebben nog steeds hun kamer. Zelf behoud je je sociaal netwerk in de buurt, wat het mak kelijker maakt om je leven op de rails te houden.’ Beslist beslissend
Sociologe Lindsay Theunis (KU Leuven) keek samen met Van Bavel en VUBgeograaf Didier Willaert wie van beide partners meestal verhuist en wat daarbij precies de doorslag geeft. Ze bestudeerden daarvoor de gegevens van bijna 65.000 Belgen. Bij 16 procent van de gescheiden koppels trekken beide partners binnen de zes maanden uit de gezinswoning weg. Verlaat slechts een van beiden het huis, dan blijkt dat net iets vaker (4 procent) de echtgenote te zijn. Anno 2017 staat een vrouw bij een scheiding dus nog altijd iets zwakker. De sociologen zien verschillende verklaringen. Wie wil scheiden?
‘De persoon die verantwoordelijk is voor de beslissing om te scheiden, is meestal diegene die verhuist’, zegt Van Bavel. ‘En de echtgenote neemt vaker het initiatief.’ Wie verdient het meest?
Ook van tel is het inkomen. Voor wie het hoogste loon heeft – en dat is meestal nog altijd de man – is het haalbaarder om de andere partner uit te kopen en de gezinswoning te verwerven. Wie niet tewerkgesteld is, verhuist ook daarom vaker. Wie is de jongste?
De jongste partner vertrekt doorgaans en dat is dus nog altijd vaker de vrouw. Bij een klein leeftijdsverschil (0 tot 1 jaar) waarbij zij ouder is, maakt de vrouw ook kans om in de woning te blijven. Wie heeft het hoogste diploma?
De interessantste resultaten in het onderzoek zijn gelinkt aan het opleidingsniveau van beide partners. Het diploma blijkt een goede voorspeller bij de vraag wie verhuist en wie blijft. Is de vrouw laagopgeleid en de man hoogopgeleid, dan verlaat ze de woning het vaakst. Omgekeerd geldt dat als de vrouw hoog en de man laagopgeleid is, de man vaker verhuist.
‘Enerzijds is diploma gelinkt aan inkomen,’ zegt Van Bavel, ‘anderzijds is het ook zo dat hogeropgeleiden soms meer kennis hebben van het rechtssysteem. Die juridische vaardigheden kunnen ze in het eigen voordeel inzetten tijdens een echtscheidingsproces.’ Wie zorgt voor de kinderen?
Zodra er kinderen bij betrokken zijn, lijkt de man een grotere kans te maken de woning te moeten of willen verlaten. Want de partner bij wie de kinderen na de scheiding verblijven, maakt vaker kans om in de woning te blijven. En na de scheiding verblijven kinderen (nog steeds) vaker bij de moeder. Kloof
Het verschil tussen het aandeel mannen en vrouwen dat verhuist, mag dan relatief klein zijn, de gevolgen van een verhuizing zijn groter voor vrouwen dan voor mannen. ‘Uit eerder onderzoek blijkt dat een verhuizing vrouwen benadeelt op het vlak van tewerkstelling, hun beroepsstatus en dus hun inkomen’, zegt Van Bavel. ‘Op mannen heeft dit minder impact.’
De onderzoekers vragen zich daarom af of de verdeeltaks bij een eigendomswoning niet beter volledig opgeheven zou worden. Vandaag betalen scheidende koppels nog altijd 1 procent registratierechten, ook wel ‘miserietaks’ genoemd. Die komt boven op het nadeel dat ze van een scheiding en een verhuizing ondervinden.
Toch is er ook hoop dat de genderkloof in de toekomst niet groter wordt. Vrouwen zijn vandaag sterk vertegenwoordigd in het hoger onderwijs, waardoor het aantal koppels toeneemt waarin beide partners hoogopgeleid zijn. Steeds vaker is de vrouw zelfs hoger opgeleid dan haar man.
Voor wie het hoogste loon heeft – nog steeds meestal de man – is het haalbaarder de andere partner uit te kopen en de gezinswoning te verwerven