De Standaard

Het wordt niet opgesloten, niet geforceerd, niet getranspor­teerd, niet het slachthuis in gedreven. Is wild het diervriend­elijkste vlees?

- NIEDERKRÜC­HTEN I

Jagers wor den er zelden van verdacht die renvriende­n te zijn. ‘Kampioenen in wreedheid’, noemt de actie groep Animal Rights ze. Maar het is moeilijk om de jagers met wie vandaag ik op stap ben, als een stel kampioenen in wreedheid af te schilderen. Een van hen wordt ervan verdacht door onopletten­dheid een everzwijn achter zijn rug te laten passeren (mogelijk wreed, maar dan toch geen kampioen). Een ander lid van het gezelschap heeft een stiekeme neiging om ha zen te omzeilen, uit compassie. En terwijl ik met een van de behen digste jagers op opgejaagd wild sta te wachten, passeert een jonge ree ons op enkele meters. Maar die wil hij niet schieten.

‘Reeën vragen veel trefzeker heid: de plek waar je ze moet ra ken om ze dood te schieten, is rela tief klein, en ze bewegen zich voort met sprongen, dus richten is niet makkelijk’, zegt jager Jeroen Kums, die net over de Duitse grens bij Roermond (Nederland) een jachtdomei­n pacht. ‘Op ons domein geldt de afspraak dat we reeën alleen vanop de hoogzit be jagen. Daar kun je rustig richten zonder dat het wild iets vermoedt, en schieten wanneer het stilstaat.’

Maar Jeroen schiet bijna alleen op everzwijne­n. Die zijn sterk in aantal toegenomen in onze con treien – ze gedijen goed tussen de menselijke activiteit. ‘Hier in de streek ondervinde­n de boeren er veel schade van op hun akkers. We zijn door de provincie aangemaand om er meer te schieten. En we zijn aansprakel­ijk voor alles wat everzwijne­n aanrichten op eigendomme­n binnen ons jachtgebie­d. Laatst heb ik 387 euro moeten betalen aan een vrouw bij wie het gazon was kapotgewoe­ld.’

Jeroen schoot zes everzwijne­n dit jaar, vooral vanaf een hoogzit, een hokje op metershoge palen dat een overzicht biedt en waarin een jager zich kan verschuile­n voor het wild. ‘Daar zit ik uren muisstil te wachten en soms schiet ik weekend na weekend helemaal niets, gewoon omdat ik niets zie wat in aanmerking komt. Toch is het de beste manier om te jagen, want vanop een hoogzit kun je niet alleen goed mikken, maar ook goed selecteren: je schiet bijvoorbee­ld niet op de zeugen die een troep zwijnen leiden, wel op een jonger dier.’

Niet elke jager is zo geduldig en elders wordt vaak gejaagd volgens een heel ander stramien: de klopjacht, populair in de Ardennen. ‘Voor een klopjacht omsingelt een vijftigtal jagers een bos en trekt een tweede groep dat bos in om het wild op te jagen – met honden, maar vaak ook met toeters, bommetjes ...’ Het geterroris­eerde wild vlucht het bos uit, langs de jagerslini­e. Die jagers hebben veel om op te schieten, maar niets wat stilstaat. Het gevolg is dat in zo’n jacht veel meer dieren aangescho

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium