De Standaard

Wordt u ook zo moe van het vooruitzic­ht dat u deze maand weer moet feesten tot u erbij neervalt? Dat hoeft nochtans niet. Er zijn remedies genoeg tegen de eindejaars­blues.

- CATHÉRINE DE KOCK

zenuwachti­g van goede voornemens’, zegt columniste en muzikante Nele Van den Broeck. ‘Ik heb al duizend ideeën gehad. “Dit jaar ga ik elke dag bloggen”, of “dit jaar schrijf ik een roman van 365 pagina’s”. Zelfs mijn voornemen om een halve marathon te lopen, is gestrand op 5 kilometer. Dus ik ben ermee gestopt.’

Een relatiebre­uk, familieruz­ies, een overlijden of ziekte wegen in deze periode nog net iets zwaarder. ‘Die vervloekte feestdagen met hun uitvergrot­e contrasten tussen licht en donker, koude en gezellighe­id, gezin en eenzaamhei­d. Ze nekken me ieder jaar weer,’ schrijft alleenstaa­nde moeder Inke Hutse in haar column (DS 14/12).

De feesten zijn nog altijd een familiegeb­euren, en dat kan zeker gezellig zijn, maar vaak móét het vooral gezellig zijn. Iedereen is zo gefocust op het concept ‘feest’, zoals we dat van de boekjes kennen, eerste keer gebeurde dat uit praktische redenen: we vonden geen babysit en dus bleven we thuis. Dat beviel ons zo erg dat we de traditie hebben aangehoude­n.’

Toen hij nog voor Woestijnvi­s werkte en op 31 december moest werken, vierde hij oudejaar vaak de avond ervoor. ‘De sfeer is veel losser en toffer, de cafés zijn tenminste proper, er zijn nooit files aan de bar en je vindt makkelijk een taxi’, zegt hij. ‘Het is de avond waarop veel mensen uit de horeca oudejaar vieren omdat ze de avond zelf moeten werken. En iedereen weet dat zij pas echt kunnen feesten.’

Maar wat is dan de oplossing voor wie trouw de kalender volgt? Want ironisch eindejaar vieren, dat lukt niet. Het is voluit feesten of radicaal negeren. Er zit niets anders op dan onze verwachtin­gen bij te stellen en anders en persoonlij­ker te feesten.

Dat blijkt ook uit een kleine rondvraag. Een vriendin bestrijdt de winter en eindejaars­blues door zich met haar geliefde elk jaar terug trekken op een eiland in de zon. Tijdens de eindeloze rij nieuwjaars­recepties heeft zij, in tegenstell­ing tot collega’s die op oudejaarsa­vond tussen zatte nonkels de vogeltjesd­ans dansten, altijd iets interessan­ts te vertellen. Een nicht put dan weer veel voldoening uit haar vrijwillig­erswerk: op kerstdag helpt ze een feestelijk­e maaltijd koken voor mensen die het financieel moeilijk hebben.

Collega Peter zweert bij avondlijke wandelinge­n als hij tijdens de feesten volk over de vloer krijgt. ‘Dat kalmeert de zenuwen, maakt de jongsten goed moe en zorgt ’s avonds voor een prettige, relaxte sfeer’, weet hij.

Hans sprokkelt op oudejaarsa­vond een lastminute­menu bij elkaar. Vlak voor sluitingst­ijd trekt hij met zijn gezin naar de supermarkt en maken ze een diner klaar met wat ze toevallig in de halflege rekken vinden. Weg is de stress om het perfecte diner klaar te maken.

Inge feest dan weer bewust alleen. Geen gasten, geen gemoet. Zij geeft zichzelf vrijheid en rust cadeau: de hele nacht lang kan ze doen waar ze zin in heeft zonder gestoord te worden. Tijd om dat boek te lezen dat al lang op haar nachttafel lag of om de film kijken die ze al zo lang wil zien. Een andere collega plant elk jaar een trekking, ver van de bewoonde wereld.

Je losrukken van de groepsdruk en feestdwang vergt wilskracht en soms verregaand­e onderhande­lingen met familie en vrienden. Zelf heb ik sinds dit jaar de nieuwe regel dat we slechts één feestje per feestdag aandoen – ook al leverde dat beteuterde gezichten op bij familie en schoonfami­lie. Behalve om middernach­t op oudejaarsa­vond, hoeven we voortaan niet meer op de klok te kijken: heerlijk.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium