De ballade van het gebarsten scherm
‘M
y side girl got a 5S with the screen cracked/
still hit me back right away’, pocht rapper Drake op ‘Portland’. Een geweldige opener van een vette song. Omdat het beeld meteen duidelijk is: het meisje hangt zo aan de vingertoppen van de superster dat ze dadelijk antwoordt op zijn berichten, ook al wordt dat bemoeilijkt door haar oude en kapotte iPhone 5S. En omdat Drake doet waar hij zo goed in is: de realiteit van millennials in raps verklanken.
Want zeg nu zelf: kent u iemand die in de voorbije jaren niét met een gebarsten smartphonescherm te maken had? In september toonde een studie van het Britse O2 nog aan dat 7,5 miljoen Britten met een spinnenwebpatroon in hun zak rondlopen – een vijfde komt pas aan vervanging toe na zes maanden, wanneer de afpellende microvezels hun duimen of oren aan flarden beginnen rijten.
Ik heb eigenlijk nooit echt begrepen hoe vaak mensen hun smartphone laten vallen. Ik laat op dagelijkse basis dingen door de vingers glippen – sleutels, vorken, een gezonde nachtrust – maar mijn telefoon blijft doorgaans gespaard. Dat ligt niet aan mijn katachtige reflexen, maar eerder aan een economische overweging: met dingen die drie tot vijfhonderd euro kosten spring ik net iets zorgzamer om. (Dat ik weinig bezittingen heb van die prijscategorie helpt ook om die focus te bewaren. Dat ik mijn wasmachine moeilijk kan laten vallen ook.)
Maar misschien zijn die zorgen binnenkort verleden tijd. Aan de universiteit van Tokio werd een nieuw polymeer ontwikkeld dat zichzelf zou kunnen herstellen na een scheur – al wat daar voor nodig zou zijn is lichte druk (bijvoorbeeld van een hand) bij een ‘warme’ temperatuur (21 graden zou al genoeg zijn). Het zou zomaar een nieuw tijdperk kunnen inluiden. Eentje waar Apple bijvoorbeeld géén 321 euro kan vragen om het scherm van een iPhone X te vervangen. Maar waar moet Drake dán de loyauteit van zijn side girls aan afmeten?