HET DEDAIN VOOR HET PARLEMENT
Vooralsnog blijft het de taak van de Kamer om wetsontwerpen goed te keuren. Om zo’n ontwerp vooraf te onderzoeken – niemand koopt toch een kat in een zak – beschikken de leden over allerlei middelen. Uiteraard wordt eerst het debat in de commissie gevoerd. Maar eventueel kan er een tweede lezing worden gevraagd, of nog snel een advies bij de Raad van State. Grondig werken kost tijd, maar soms is het ook nuttig. Gedegen werk redt ontwerpen van stommiteiten die nadien niet meer moeten worden rechtgezet.
Maar de federale regering wil niet dat het parlement zijn taak uitvoert. Dat is de enige conclusie, nadat het kabinet pas tien dagen geleden de tekst van het Zomerakkoord heeft ingediend. De volledige bundel telt zowat 1.500 bladzijden taaie lectuur. Het is onbegonnen werk zo’n ‘telefoonboek’ in enkele dagen fatsoenlijk te bestuderen. Het is ook niet de eerste keer dat de regering zo laat de ontwerpen indient. Elk jaar ergeren de parlementsleden zich kapot aan de dikke pakken papier die begin december komen binnengewaaid. De afgelopen jaren slaagden meerderheid en oppositie er steeds in een modus vivendi te vinden. Deze keer was er geen beginnen aan.
Begin deze week etaleerde vicepremier Jan Jambon een absoluut dedain voor het parlement. Hij riep de oppositie op om haar verantwoordelijkheid te nemen, de teksten zouden toch worden goedgekeurd. Voor iemand die in de vorige legislatuur met verve de rol van oppositieleider opnam, was dat een opmerkelijk standpunt.
Het is waar, ten gronde kan de oppositie weinig uitrichten tegen het eigenlijke ontwerp. Niet voor niets vergeleek Herman De Croo het voeren van oppositie met het rijden op een hometrainer. Je wordt er best moe van, maar je raakt niet vooruit. Maar als de regering het parlement in het algemeen en de oppositie in het bijzonder als overbodig blijft bestempelen, dan moet ze niet schrikken als ook de bevolking dat doet.
Wat de regering trachtte te voorkomen, lukte uiteindelijk niet. Alleen het stuk over de vennootschapsbelasting zal nog voor het reces worden goedgekeurd. De effectentaks en het onbelast bijklussen tot 500 euro per maand worden uitgesteld naar begin volgend jaar. Het zou de leden van de meerderheid hebben gesierd, mochten ze de juiste verantwoordelijken hebben aangewezen. De oeverloze discussies binnen de regering kosten tonnen tijd. Dan moet niemand schrikken als de deadline niet wordt gehaald.
Regering moet niet schrikken als ook bevolking Kamerleden overbodig vindt