IS-kinderen onder de tien jaar zijn welkom
In Syrië en Irak leven 87 Belgische kinderen jonger dan tien jaar. Die mogen van de regering naar hier komen, als ze een DNAtest afleggen. ‘Dit lijkt een lapmiddel’, zegt jihadexpert Pieter Van Ostaeyen.
BRUSSEL I De verkruimeling van het kalifaat dat Islamitische Staat in het MiddenOosten had uitgeroepen, confronteert westerse veiligheidsdiensten met nieuwe uitdagingen. Behalve het risico dat terugkerende of gevangen genomen mannelijke Syriëstrijders inhouden, moet er ook worden beslist over het lot van vrouwen en kinderen.
Kinderen zonder papieren
De federale regering maakte vrijdag bekend dat er een regeling is uitgedokterd voor minderjarigen in het conflictgebied.
‘Kinderen onder de tien jaar krijgen automatisch het recht om naar hier te komen’, zegt de minister van Justitie, Koen Geens (CD&V). ‘De voorwaarde is wel dat we de afstamming van die kinderen correct kunnen vaststellen. Dat kan via een DNAtest. Als in het buitenland met zo’n test is vastgesteld dat ze biologisch afstammen van een Belg, zijn ze hier welkom.’
Voor de DNAverificatie kan een genetisch staal van het kind
worden vergeleken met familie die hier nog woont. ‘De kinderen van Syriëstrijders zijn dikwijls in het MiddenOosten geboren’, voegde de minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) daaraan toe. ‘Ze hebben daardoor niet de Belgische nationaliteit, want ze hebben geen papieren. Na hun terugkeer kunnen ze de Belgische nationaliteit verkrijgen.’
Er zouden 87 kinderen onder de tien jaar in aanmerking komen voor zo’n terugkeer.
Militaire training?
Over minderjarigen tussen de tien en achttien jaar – een twintigtal personen – wordt dossier per dossier beslist. ‘Zij kunnen een militaire training hebben gekregen of deelgenomen hebben aan gevechten. In vier gevallen gaat het om kinderen tussen de tien en twaalf jaar. Meestal zullen zij automatisch een laissez passer (een doorgangstoelating, red.) krijgen van de bevoegde diensten.’
Jihadexpert Pieter Van Ostaeyen stelt zich vragen bij de praktische uitvoerbaarheid van deze regeling. ‘Die staat of valt met de inspanningen die de Belgische overheid daarvoor wil leveren’, zegt Van Ostaeyen. ‘Het is momenteel heel flou waar Belgen en andere Europese strijders, en dus hun gezinnen, zich bevinden. Hoe gaan we hen traceren? De beweegruimte van de Belgen ter plekke is grotendeels bepaald door de internationale coalitie onder leiding van de Amerikanen.’
‘In eerste instantie zijn er deftige afspraken nodig met de betrokken landen, Syrië en Irak’, vervolgt Van Ostaeyen. ‘Maar er is op dit moment geen overleveringsverdrag met hen. Wie weet zeggen zij dat de Belgen geen zaak voor hen zijn.’
‘De veiligheidssituatie ter plekke kan bovendien enorm verschillen van gebied tot gebied. Het is dan een beetje een vreemde redenering dat kinderen onder de tien jaar zomaar tot hier zouden kunnen geraken. Hoe zullen diplomaten dat regelen? Het lijkt erop dat dit een doekje voor het bloeden is om toe te dekken dat iedereen in die regio zich in penibele omstandigheden bevindt.’
‘De kinderen van Syriëstrijders zijn dikwijls in het MiddenOosten geboren. Ze hebben daardoor niet de Belgische nationaliteit’ DIDIER REYNDERS (MR) Minister van Buitenlandse Zaken ‘Dit is een doekje voor het bloeden om toe te dekken dat iedereen in die regio zich in penibele omstandigheden bevindt’ PIETER VAN OSTAEYEN Jihadexpert