‘Salariswagens fiscaal blijven promoten, is waanzin’
Het scenario om naar een duurzame samenleving te evolueren, ligt klaar. Maar tot frustratie van DIRK HOLEMANS maakt de regering toch een boeltje van haar klimaatbeleid. Veel burgers geven nochtans het goede voorbeeld.
Dirk Holemans over het falende klimaatbeleid
Als we niet snel het roer omgooien op het vlak van klimaatbeleid, zullen toekomstige generaties getoast, geroosterd en gegrild worden. Zo vat IMF-directeur Christine Lagarde, niet bepaald een groene activiste, de klimaatrealiteit geregeld samen. Wachten kan niet meer, er zijn dringende en drastische maatregelen nodig. Het is geen nieuwe boodschap en we weten dit allemaal. We kennen ook de positieve roadmap naar een duurzame samenleving. De vuistregel hiervan is dat we elk decennium onze uitstoot aan broeikasgassen halveren. Op die wijze houden we tegen 2030-2035 alle overblijvende steenkool in de grond. Tien jaar later geldt hetzelfde voor olie. Om dat te bereiken, hebben we elke zes jaar een verdubbeling van hernieuwbare energiebronnen in de energiesector nodig.
We kunnen dit het radicaal realistische scenario noemen. Het is het enige realistische wat we kunnen doen om onze kinderen een leefbare wereld te geven. Het is radicaal, want het verandert alles: hoe we ons verplaatsen, voedsel produceren en energie opwekken. Elke overheid, elke betrokkene, elk bedrijf moet kiezen of hij deel van de oplossing is of deel van het probleem blijft.
Illusie van het en-enbeleid
Neem bijvoorbeeld mobiliteit. Salariswagens fiscaal blijven promoten, is waanzin. Hun aantal in ons land steeg het voorbije decennium met meer dan de helft. Zeggen dat je het klimaatbeleid serieus neemt en tegelijk files willen tegengaan met extra rijstroken, is te gek voor woorden. Hoe hypocriet is het niet dat het dikwijls twee tot zes keer goedkoper is om binnen Europa te vliegen dan om de trein te nemen naar dezelfde bestemming? We kennen het alternatief nochtans: er moeten meer mensen op de fiets en we moeten het elektrisch openbaar vervoer fors uitbouwen – inclusief nachttreinen tussen Europese hoofdsteden. Vindt iemand het normaal dat er geen nachttreinen meer uit Brussel vertrekken? De illusie van een en-enbeleid – we bouwen het goede uit, terwijl we het slechte nog volop zijn rol laten spelen – moeten we doorprikken, want ze vertraagt de ecologische innovatie op tragische wijze.
Het is opvallend hoe verschillende bestuursniveaus daarmee omgaan. Terwijl regeringen nog dromen van extra snelwegen, bannen meer en meer steden het autoverkeer. In Kopenhagen gaan er meer mensen met de fiets naar het werk dan met de auto. Als president Donald Trump het Klimaatakkoord van Parijs naar de prullenmand verwijst, komt een grote delegatie van Amerikaanse burgemeesters en gouverneurs naar de klimaattop van Bonn. Terwijl regeringen dralen, kiezen steden als Helsinki zonder omwegen voor een volledig koolstofneutrale toekomst. Terwijl in heel Europa burgers, dikwijls gesteund door lokale besturen, energiecoöperaties oprichten, laten ministers het afweten. Nog deze maand zwakten de Europese energieministers het voorstel van de Europese Commissie af om burgergedreven energieprojecten te versterken. Ze beslisten ook om de doelstelling voor hernieuwbare energie niet aan te scherpen, waardoor deze met 27 procent tegen 2030 ongeveer neerkomt op business as usual. Op welke planeet leven ze, of willen ze later leven?
We hebben geen behoefte aan nieuwjaarsbrieven vol goede bedoelingen. De ministers moeten gewoon doen waarvoor ze verkozen zijn: de toekomst van de kinderen verzekeren. Ze moeten daarvoor samenwerken met organisaties die wel lef hebben. Denk bijvoorbeeld aan de Uni- versiteit Gent die fossiele brandstoffen afzweert en in plaats daarvan wil inzetten op hernieuwbare energie. Ondertussen staat ook de stad New York op het punt om te kiezen voor die strategie, Berlijn ging hen daarin voor.
Energiepact
De burgers hebben het ook begrepen, in woorden en daden. Neem bijvoorbeeld twee resultaten uit de enquête naar aanleiding van het Energiepact. Meer dan de helft van de ondervraagden wil dat we de energietransitie zo snel mogelijk realiseren, ook al leidt dit tot hogere initiële kosten. Wat deden onze regeringen met dat resultaat: de goedkeuring van het pact uitstellen tot volgend jaar. Tweede opmerkelijke antwoord: bijna drie vierde van de ondervraagden wil zelf een actieve bijdrage leveren.
Zo komen we tot de daden van de burgers, en die zijn nog straffer. De burgercoöperatie Beauvent riep in oktober in Oostende op om te investeren in de toekomst. Dankzij burgers haalde de organisatie in twaalf uur tijd anderhalf miljoen euro op
Hoe hypocriet is het niet dat het vaak veel goedkoper is om binnen Europa te vliegen dan om de trein te nemen naar dezelfde plek?
voor duurzame energieprojecten. Ook energiecoöperaties in Gent en de Kempen haalden zo in een mum van tijd kapitaal op.
Politici kunnen dus niet blijven beweren dat alles te lang duurt of dat er geen geld is. Burgers tonen net het omgekeerde. Ons land bruist van onderuit van klimaatengagement. Burgers verlangen naar regeringen die hen als een partnerstaat structureel ondersteunen. Niet volgend jaar of in een volgende regering, maar – om het in de woorden van een bekende zanger te zeggen – nu, niet seffes, niet sebiet, niet weldra.