IN EEN REGERING KAN MAAR ÉÉN ECHTE BAAS ZIJN
Het spook keert net op tijd terug voor de traditionele nieuwjaarsrecepties. Ook tijdens de weken voor het Zomerakkoord doken er echo’s op over het samenvallen van de federale met de gemeenteraadsverkiezingen. Het wordt een evergreen. Als de federale regering zich muurvast rijdt in allerlei dossiers, vreest vooral het CD&Vhoofdkwartier al snel ‘vervroegde verkiezingen’. Dat komt ervan als partners elkaar voor geen sikkepit vertrouwen.
De strategie laat zich op een sigarettenpapiertje samenvatten. Alleen door haar hoge aantal burgemeesters kan CD&V zichzelf nog als ‘grote partij’ in de markt zetten. Als de NVA ook plaatselijk wil uitgroeien tot grote ‘volkspartij’, dan moet ze een nationale campagne voeren. Zes jaar geleden lukte dat door de PS van Elio Di Rupo te diaboliseren. Een remake rond identiteit en grenzen ligt voor de hand.
Er dienen zich minstens twee opportuniteiten aan. De discussie over het gedrag van staatssecretaris voor Asiel Theo Francken (NVA) houdt aan. Daarop ent zich het Energiepact. Maar de zaakFrancken is beslecht. De volledige regering besliste om Soedanezen terug te sturen met de hulp van een identificatiecommissie. Zelfs als het onderzoek bewijst dat ze werden gefolterd, treft niet de staatssecretaris maar het kabinet schuld. Wie over asiel een crisis wil uitlokken, denkt het best ook even terug aan BHV. In 2010 liet Open VLD daar de regering over vallen, de NVA kreeg een ongezien electoraal cadeau.
Het Energiepact ligt delicaat, in de eerste plaats voor de NVA. Zij heeft een regeerakkoord met kernuitstap ondertekend. Bovendien lijkt het thema gewaagd voor een geslaagde nationale campagne. Bij vervroegde verkiezingen geldt de boutade: potje breken, potje betalen. Wie een regering laat struikelen, wacht een gevecht bergop.
Het impliceert wel dat de overige regeringspartijen hun ogenschijnlijke rol als meeloper overstijgen. Want Francken gaf het zelfvertrouwen van de NVA een boost, getuige ook de uitspraken van voorzitter Bart De Wever gisteren. De manier waarop de staatssecretaris de autoriteit van de premier in vraag stelde, eindigt in normale omstandigheden altijd met een ontslag.
Charles Michel liet het blauwblauw. Hij verweert zich met de stelling dat hij ‘niet naar de pijpen van de NVA danst’. In de Wetstraat geldt evenwel een eenvoudige regel. Politici die uit eigen beweging vertellen dat ze nooit liegen, zijn de grootste jokkebrokken. Als Michel zich echt als de eerste minister wil profileren, dan kan dat alleen met feiten.
Wijze waarop Francken premier in vraag stelde, eindigt normaal altijd met ontslag