En de regering, zij sleept zich voort
En het Soedanonderzoek, dat staat nog nergens
BRUSSEL I Over Soedan zal de federale regering niet vallen. CD&V en Open VLD zien er wijselijk van af om Bart De Wevers dreigement op de spits te drijven. De NVA verbindt het lot van de regering aan de positie van staatssecretaris Theo Francken. De andere meerderheidspartijen ondergaan. Liever gezichtsverlies dan een electorale opdoffer. Het bommetje onder de Wetstraat haalde gisteren wel het wereldnieuws.
1. De premier
Vooral voor Charles Michel is het een pijnlijke affaire. ‘Ik laat me niet chanteren’, zei de premier gisteren, maar het kwaad is geschied. Hij mag nog tig keer zeggen dat hij geen handpop is van ’t Schoon Verdiep, veel indruk zal dat niet meer maken. Het onderlinge vertrouwen krijgt zijn zoveelste deuk, net als zijn autoriteit. De regering is gedoemd om zich gehavend voort te slepen tot het einde, terwijl de temperatuur in de coalitie nu helemaal onder nul is gezakt.
2. NVA
De NVA gedraagt zich als onoverwinnelijk in de regeringMichel – waar niemand haar langs rechts kan voorbijsteken – en voelt zich gesteund door de bevolking. Dat bleek ook na het partijbestuur gisteren. ‘We voelen ook de temperatuur buiten, de reacties van de mensen’, klonk het na afloop. ‘Wij blijven op onze vierkante meter staan.’
De Wever zegt dat hij niemand chanteert. Maar na een zondag van verwijten aan het adres van Francken kon hij niet anders dan een lijn in het zand trekken, klinkt het bij de NVA. Het einde van de centrumrechtse coalitie heeft de partij nooit gewild. ‘Een regering die uitvoering geeft aan ons programma, laten we niet vallen’, zo verwoordt Kamerfractieleider Peter De Roover het. De tanden laten zien was voldoende. Het resultaat is er, de coalitiepartners kropen terug in hun mand.
Het gevaar bestaat dat die overmacht overslaat in overmoed. Het spierballengerol van de NVA kan potentiële medestanders afschrikken, en voor de huidige coalitiepartners zijn er weinig alternatieven. De partij beseft dat het Michel, een van de enige natuurlijke bondgenoten beneden de taalgrens, niet te hard voor het hoofd mag stoten. ‘De Wevers communicatie was niet tegen Michel gericht’, aldus De Roover. ‘Inhoudelijk zitten we helemaal op dezelfde lijn.’
3. MR
Toeval of niet, maar direct na het partijbureau stuurde MRvoorzitter Olivier Chastel een communiqué uit om die lijn nog eens vet aan te zetten: ‘De migratiepolitiek van de regering is degene die de MR wil.’ In de partij is uiteraard niemand gelukkig met de toon van Francken of het aanhoudende gekrakeel. Maar een val van de regering is geen optie. Er ligt nog te veel werk op de plank. Fiscaal, maar ook in de pensioenhervorming en de vliegwet, om maar enkele dossiers te noemen.
‘Ik zie niet in hoe we zouden kunnen verantwoorden dat we ermee stoppen’, zegt een MRminister. ‘Bij de oppositie werken ze samen om elk dispuut uit te vergroten, maar de premier heeft nu duidelijk gemaakt dat de speeltijd voorbij is. Soms moeten alle partijen er nog eens aan her innerd worden waarom we in een regering zitten.’
De partij doet er alles aan om in de markt te zetten dat ze niet naar de NVA geplooid is, maar zich gewoon houdt aan het regeerakkoord. En Francken? ‘Zijn communicatie is niet goed, maar in Wallonië wordt hij door veel mensen gezien als de man die het vuile werk opknapt’, zegt JeanPaul Wahl, MRfractieleider in het Waals Parlement. ‘En ze zijn niet zeker dat iemand anders het beter zou doen.’
4. CD&V
Hard blaffen maar niet durven te bijten: dat is de beste samenvatting voor de rol van CD&V. Nadat ze twee weken lang gesuggereerd heeft dat de NVAstaatssecretaris de eer aan zichzelf had moeten houden, laat CD&V de zaak los. Een val van de regering heeft de partij er niet voor over, klonk het unaniem op het partijbureau. CD&Vvoorzitter Wouter Beke communiceerde dat zijn partij ‘absoluut de rit wil uitdoen’ omdat het ‘onverstandig zou zijn om nu met vuur te spelen en de potentiële economische groei te fnuiken’.
Dat is de officiële uitleg. In de praktijk besefte het partijbureau dat ze de voorbije dagen en weken alleen maar in de kaart van Francken en NVA speelden. ‘We moeten nu vooral focussen op onze eigen thema’s en geen martelaar maken van hem, want dat heeft hij het liefst’, aldus jongerenvoorzitter Sammy Mahdi.
Ook de angst voor de mogelijke impact op de lokale verkiezingen was een belangrijk argument om de strijd te staken. Lees: de verontwaardiging moet noodgedwongen de koelkast in. Dat gebeurt niet voor het eerst. Na de uithaal van NVAstaatssecretaris Zuhal Demir richting ‘moslimpartij CD&V’ balanceerde de regering al eens op de rand van de afgrond. Ook toen slikte CD&V haar verontwaardiging uiteindelijk in.
5. Open VLD
In vergelijking met CD&V staan de liberalen er op twee vlakken iets beter voor: ze kunnen al enkele ‘trofeeën’ voorleggen (en laten niet na om dat voortdurend te doen, alsof het al campagnetijd ís), en ze hebben eigenlijk nooit moeite gehad met Franckens beleid. ‘Zijn stijl is een andere zaak’, aldus voorzitster Gwendolyn Rutten. ‘Dat is niet de onze. Maar het is Francken die een welbepaalde stijl en communicatie kiest, hij moet zelf in de spiegel kunnen kijken.’
De liberalen vinden het dreigement van De Wever beneden alle peil. ‘Als hij de regering wil laten vallen, dat hij er dan de ballen voor heeft’ Hard blaffen maar niet durven te bijten: dat is de beste samenvatting voor de rol van CD&V
Toch is ook Open VLD er als de dood voor om de stekker uit de regering te trekken of de aanzet daartoe te geven. De vorige keer, in 2010, is dat electoraal nefast gebleken. Rutten noemt het ‘onverantwoord’ dat de NVA met een regeringscrisis durfde te dreigen ‘net nu de mensen de vruchten plukken van het beleid’.
Tijdens het partijbureau gisterochtend kreeg Rutten bijval van alle aanwezigen. Zelfs Karel De Gucht – die eind vorige maand aanstuurde op Franckens ontslag omdat hij ‘politiek, ideologisch en menselijk ongeschikt’ is voor de job – schaarde zich naar verluidt achter de voorzitster. Wel vinden de zelfverklaarde loyale liberalen het dreigement van De Wever beneden alle peil. ‘Als hij de regering wil laten vallen, dat hij er dan de ballen voor heeft’, klinkt het schamper.
6. Theo Francken
Voor een regeringslid geldt normaliter ‘wie liegt, die vliegt’, maar niet voor Francken. De onvoorwaardelijke steun van zijn voorzitter – ‘tenminste nog een echte partijvoorzitter’ – geeft hem een aura van onoverwinnelijkheid. Gevolg: over de Soedanezen wordt niet meer gepraat, de uitkomst van het onderzoek doet er voor Franckens positie niet (meer) toe. Bij zijn achterban is de Lubbeekse staatssecretaris alleen maar populairder geworden.
Aan de andere kant heeft de affaire wel blootgelegd dat Francken (nog) geen staatsman is. Zijn toon jegens de premier, zijn gebrekkige communicatie en zijn halfslachtige excuses tonen aan dat er nog een hele weg af te leggen is.
Het is voor een premier nooit gemakkelijk de troepen onder controle te houden in de aanloop naar nieuwe verkiezingen. Ook al werd er een paar jaar relatief goed samengewerkt, dan nog verdwijnt die ogenschijnlijke collegialiteit als sneeuw voor de zon als de nieuwe machtsverhoudingen zullen worden bepaald. De huidige schermutselingen binnen de meerderheid zijn dan ook niets nieuws: ook vorige premiers lanceerden herhaaldelijk oproepen om de eenheid in hun ploeg te bewaren. De penibele situatie van premier Charles Michel (MR) is dus niet helemaal uitzonderlijk: ook zijn voorgangers moesten al afrekenen met een opstoot van profileringsdrang onder de coalitiepartners.
Wat we bovendien kunnen leren uit het verleden, is dat electorale koorts zelden fataal is voor een regeringscoalitie. De kemphanen hebben er alle belang bij het spelletje zo lang mogelijk te rekken: ze passeren twee keer langs de kassa. Aan de ene kant blijven ze een regeringspartij, die zich via het werk van haar ministers kan profileren en op die manier veel mediaaandacht krijgt. Aan de andere kant kunnen ze tegelijk hun domein afbakenen en erop toezien dat de eigen thema’s de campagne gaan domineren. Vanuit de oppositie is die laatste opdracht een stuk moeilijker.
Brutaal schouwspel
Het verschil met voorgangers als Yves Leterme of Elio Di Rupo is natuurlijk dat Charles Michel niet de natuurlijke patron van de regering is. Bij de vorming van de huidige coalitie werd er telkens opnieuw op gewezen dat het zeer ongebruikelijk is dat de sterkste partij niet de eerste minister levert. Dat leek toen vooral een theoretische oefening rond de spelregels van de coalitievorming.
We zijn nu drieënhalf jaar verder en de gevolgen van die theoretische oefening worden nu bijzonder duidelijk. De premier moet keer op keer de vernederingen ondergaan, en we raken gewend aan de brutali teit van het schouwspel. De kroniek van de Wetstraat leest tegenwoordig als een gewelddadige naturalistische roman in de beste traditie van Cyriel Buysse. Het opvallende is niet eens dat de grootste partij het recht van de sterkste laat gelden, maar wel dat iedereen laat betijen en het ook normaal vindt. De krachtsverhoudingen zijn duidelijk, dus waarom zouden we opkijken van een vernedering min of meer? Tenslotte heeft Michel in zijn tomeloze verlangen de Parti Socialiste uit te rangeren, zelf voor deze constructie gekozen.
Boven de partijen?
Misschien heeft Michel nog één troost: als Franstalige kan hij nog enigszins de schijn ophouden dat hij met de hele zaak niets te maken heeft. Hij heeft geen Soedanezen teruggestuurd. Het zijn vooral de Vlaamse partijen die elkaar het leven zuur maken, en aan Franstalige kant zijn enkele van de hevigste debatten volstrekt afwezig. Ten zuiden van de taalgrens is er zo goed als niemand te vinden die meestapt in het bijzonder harde discours over asielzoekers. Michel hoeft dus zelf geen positie in te nemen in het debat, hij moet alleen ondergaan wat er ten noorden van de taalgrens gebeurt.
Zoals wel vaker het geval is bij dat soort ongelijke relaties: hij is ook een meester geworden in overlevingsstrategieën ontwikkelen, en in wat er gebeurt, minimaliseren. Zo slaagde hij er gisteren in zowel de positie van de NVA af te wijzen als die van volks vertegenwoordiger Eric Van Rompuy (CD&V), daarbij gemakshalve vergetend dat Van Rompuy geen enkel mandaat heeft om namens zijn partij te spreken. Maar het was een doortrapt ontsnappingsmanoeuvre: door afstand te nemen van de twee Vlaamse kemphanen, kon Michel het laten uitschijnen alsof hij wel degelijk de traditionele rol van een eerste minister kan opnemen, door boven de kibbelende partijen te staan.
Er is uiteraard niemand die Charles Michel ooit gedwongen heeft zijn intrek te nemen in Wetstraat 16, dus je zou kunnen zeggen dat hij zelf de kastijding heeft gezocht. Maar toch, af en toe kreeg je wel wat bewondering voor de manier waarop de man stoïcijns zijn noodlot ondergaat.